34 Het daghet inden oosten
AL LXXIII
Lit.: FvD I, p. 119; MM, p. 1; Meier III, p. 154.
Bronnen:
Sl 4 Nae die wijse. Het daghet inden oosten / het lichtet ouer al.
Als ick riep met ver-lan-ghen God hoor-de al mijn
leyt Wan-neer mi droef-heyt heeft be - uan -
ghen Ghi Hee-re my troost ver-breyt.
Ga naar eind1)
DEPB CLXV (Sch., p. 196).
Het da - get in - den oos-ten Die son-ne scijnt o - uer -
al Wie heer Ie - sum wil min - nen
Hi en sla - pe nu niet so lan - - ghe
Zie de reproduktie in Dl.I, p. XIV.
Te oordelen naar de laatste regel contrafacteert DEPB AL LXXV, dat overigens op dezelfde wijs zal zijn gezongen als AL LXXIII. Van de herhaling, die het Antwerpse lied voorschrijft, bespeurt men niets in de beide contrafacten.
Voor een afwijkende melodie uit 1439 vgl. Meier.