26 Ghi sotten ende sottinnekens
AL LIV
Lit.: FvD II, p. 1076.
Bron: Eccl., p. 108-109. Het LII. Liedeken op de wijse, Ghy sotten ende sottinnen.
Uer- drie-tich bo- uen ma - ten// is hier der
Haer la - chen is te ha - ten// tis sondt en
Want heel heur dwa-se se - den// soo
ke - telt dat ghe - slacht// sijn sel - uen hier be -
ne - den// al - tijt dat sel - ue lacht.
In AL hebben de strofen 12 regels, in Eccl. 8; hoewel Fruytiers stellig hetzelfde lied bedoeld heeft, blijft de uitwerking van de laatste 8 regels hypothetisch. Mogelijk heeft hij het refrein veronachtzaamd.
Vgl. ‘Nieu groot Amstelredams liedboek’ (1605), fol. 8; D.V. Coornhert, Liedboek (1575), nr. 28.