19 Een oude man sprack een meysken an
AL XXXVII
Lit.: FvD II, p. 948; MM, p. 260.
Bron: Sl Den lofsanc Zacharie. Na de wise. Een oudt man sprack een ionc meysken an.
Ons Hee - re God van Is- - - ra- -
hel Moet al-tijt we - sen ghe-be - ne-dijt
Hy heeft be-socht/ en ver - los - te
wel Den si-nen heeft hy seer wel be-urijt
Hy heeft den hoorn tot ons pro - fijt Van ons
sa - li-cheyt op ghe - recht Int huys van Da - uid
si - - - - - - nen knecht.
Voor een meerstemmige zetting vgl. Lenaerts, p. 56.