Het Antwerps Liedboek. 87 Melodieën uit 'Een schoon liedekens-boeck' van 1544. Deel 2. Commentaar

[p. 24]

17 Een boerman hadde eenen dommen sin
AL XXXV

Lit.: FvD I, p. 212; MM, p. 42; Meier II, p. 1.

Bronnen:
Sl 86 Na die wise Een boerman had eenen dommen sin.

Van Go - des stadt wilt hoo - ren mijn Al
in die ber- ghen goet en fijn Lig- gen haer
fun-da - men - - - ten God
wil veel lie- uer in Sy - on zijn Dan
we - sen in Ja - cobs ten - - - ten.

¹⁾

DEPB LXXVIII (Sch., p. 103). Dits die wise van Een boerman had eenen dommen sin

Die si - nen voet set in ee - nen do - ren

1) oorspronkelijk

[p. 25]

 

En - de noch-tans wel weet te vo - ren Dat hem

 

droef-heyt sal bren-gen in- - - ne Coemt hem

 

daer af li - den oft tho - ren Men claecht hem

 

veel te min - ne er - om in - ne.

Vgl. incipit van AL XC (nr. 44 van onze uitgave).

In een ‘Oudt Amsterdams Liedt = Boeck’ (Amsterdam, 1590) wordt op p. 42 bij het lied ‘De Velden stonden groen’ als ‘Stemme’ opgegeven: ‘Een Boerman had een domme sin, &c.’.