Woord vooraf
Wat zich bij de lezer aandient als een ‘woord vooraf’ is voor de schrijver meestal een ‘woord achteraf’, een terugblik op de afgelegde weg. In dit geval zijn het vier ‘schrijvers’, twee musicologen en twee neerlandici, die bij het ter perse gaan van dit boek terugzien op een periode van steeds nauwer wordende samenwerking aan een gemeenschappelijke taak: het toegankelijk maken van het Antwerps Liedboek voor een twintigste-eeuws publiek. Musicologie en filologie vormden hier elkaars complement; de interdisciplinaire samenwerking betekende een verrijking voor beide.
Voor de van vele kanten geboden hulp bij de volvoering van ons plan zijn wij dankbaar. Het Bestuur van de Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis toonde zich even geduldig als genereus. De Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel verleende toestemming tot de uitgave van het Antwerps Liedboek. De Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage en de Stadsbibliotheek te Haarlem stonden ons toe respectievelijk een exemplaar van de Souterliedekens en van het Devoot ende profitelijck boecxken voor onze editie te gebruiken.
Vervolgens willen wij hier onze erkentelijkheid betuigen voor de medewerking die wij van twee instituten aan de Rijksuniversiteit te Utrecht hebben ondervonden. Bij het Instituut voor Muziekwetenschap moet in het bijzonder de assistentie van de heer H. Maas worden genoemd; op het Instituut De Vooys voor Nederlandse taal- en letterkunde staan wij in het krijt bij Drs. A.M.J. van Buuren, Mevrouw M. Klein-Visscher, Drs. L.H. Mosheuvel, Prof. Dr. A.L. Sötemann en de student-assistenten H.C.F. Schalken en Mejuffrouw M.J.G. Siteur. Ook hulp van buitenaf moet hier in dank worden vermeld: wij denken aan een vermakelijke briefwisseling met de Brusselse neerlandici Prof. Dr. R. Jansen-Sieben en Prof. Dr. A. van Loey ter opheldering van het lied ‘Vanden boonkens’.
Tenslotte bedanken de schrijvers hun drukkers. Bij de goede zorgen van de muziekdrukkerij Nirota is dit boek in alle opzichten wel gevaren.