of Geit kwam eraan. Anansi begon ijverig te werken totdat Geit vroeg: ‘Anansi, waar ben je mee bezig?’
‘Ik ben bezig de plaats schoon te maken om een paar cassaveplantjes te kunnen poten.’ Geit begon te lachen en viel meteen daarop dood neer. Zo had Anansi weer volop te eten, maar na een paar dagen was ook dit op.
Anansi keerde naar dezelfde plaats terug en wachtte weer tot er iemand langs zou komen. En ja, daar kwam Aasgier aan. Hij zag dat Anansi bezig was te tjappen, maar hij vroeg niet wat hij van plan was te doen. Aasgier sprak over allerlei dingen behalve over dat wat Anansi verwachtte.
‘Wat ga je doen?’ vroeg Anansi.
‘Ik ga naar de kapper om mijn haar te knippen.
‘Hoe is dat nou mogelijk? Je hebt niet eens haar op je hoofd. Je bent bezig me voor de gek te houden’, zei Anansi verwonderd en hij schoot in de lach. Nauwelijks had hij dat gedaan, of hij viel dood neer.
Hetgeen Anansi voor een ander gewenst had, is hemzelf overkomen. Bij dit verhaal past het spreekwoord: Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.