bakroe te laten verdwijnen. Naast de benodigdheden zou het duizend euro kosten.
De volgende dag kwam hij met alle benodigdheden en het geld. Anansi gaf hem de nodige instructies.
‘Ik zal een gat graven en daarin ga je staan. Dan ga ik je baden, Tijdens het baden ga ik je met een levende kip zwepen totdat die doodgaat. Zodra die kip dood is, ga je die bakroe letterlijk zien wegrennen.’
Maar intussen had Anansi een korte man (een sandopi) achter een boom laten schuilen. Hij had de man de instructie gegeven om, zodra de kip dood was, naar het bos te rennen. Anansi zou een geluid erbij maken. Zo gezegd zo gedaan. Anansi begon met het baden. De man werd gebaad en gezweept. Hij werd zo hard gezweept dat hij ervan beefde en zijn ogen traanden. Hij was er wel op voorbereid, want Anansi had gezegd dat hij een zware bakroe verwachtte. Toen de kip dood was, rende de korte man volgens afspraak het bos in. De drugshandelaar keerde zich om en zag het. Hij werd woedend en nam zijn pistool om op de bakroe te schieten. Maar die zag het en schreeuwde: ‘Meneer, no soetoe, mi na sandopi foe benkois.’
Anansi vluchtte ook het bos in. De man ging teleurgesteld weg en Anansi verdiende weer geld dankzij de stommiteit en bijgelovigheid van de ander.