't Amsteldams Minne-Beeckie
(1645)–Anoniem Amsterdams minne-beekje– AuteursrechtvrijOp nieuws bestroomt. Met verscheyde minne-deuntjes, en nieuwe ghesangen
[pagina 349]
| |
Stemme: O Kersnacht.U kaeckjens dragen hooger bloosjes
Als keurighst puyck van roode roosjes,
Ach! heynigh-beeckje maeghden roem
Hoe kan 't verliefde oogh aenschouwen
Een schoonder Lely onder Vrouwen,
Als u o Paphos Meye-bloem.
2 De blancke Lely op sijn struycken
Moet onder uwe kaeckjens duycken,
En flauwe blos van incarnaet
Moet voor u roode wangen wijcken,
| |
[pagina 350]
| |
Geen appel bloeysem heeft gelijcken,
Byblos dat op u lipjes staet:
3 Geen sterren inde nacht soo bloncken
Als doen de glinsterende voncken
In minne-nachjes uytgespreyt.
Als heunigh beeckjen is in vryen,
En dat een lonckjen van ter zyen
Wort op geliefde aengeleyt.
4 Swijght Elpen been voor witter tantjes,
Smelt witte sneeuw voor blancker hantjes,
Wijck, wijck Corael voor lipjes root,
Wijck gitten wijck voor bruyne oogen,
Noch leyter roem van meer vermogen
Besloten in haer maeghde schoot.
J. Krul.
|
|