Amsterdamsche Vreughde-stroom (Tweede deel)(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Op het Konterfeitsel van Juffrouw N. N. Harderins gewijs af-gebeelt. ZOo zeitmen was Vrouw Venus toegereet, Gekranst met rozen, in een linnekleet, (De schoonheyt brengt haar eigen ciersel meed’,) Toen Hectors broeder haar het gulden ooft Toewees, de schoonste van hun dry belooft, O Floncker-Star, doe zon en maan verdooft Door uwe glans, en Cypris Koningin In schoonheyt aardt, de schrand’re berg godin In geest, in aanzien Jovis gemalin, Hier zietmen Paris buiten raat; help goôn! Wat gulden Appel offerme op den troon Der dryling goden eêr, als verdiende loon? Geen vrugt zo waart, nog oostergout zo schoon; Vernuft en schoonheit spant haar eigen kroon. Vorige Volgende