Amsterdamsche Vreughde-stroom (Tweede deel)
(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– AuteursrechtvrijToon: O Kars-nacht! &c.HY, die de Turcksche halve-manen
Gesloopt heeft, en de Castiljanen,
| |
[pagina 45]
| |
En Arragon tot as gestampt,
Die, door het braacken van sijn Trompen
De zee met koppen vulde, en rompen
Met schelmen boord aan boord geklampt.
2 Hy die, in ’t schuym der water-wielen
Het puyckste van de Britse kielen
Neêr-boorde, die steng, en galjoen,
En mast, en boeg-spriet van den looper
Afstuyven deê, door ’t logge koper,
Mijn langh-geterghde wraack ten soen.
3 Dien groote God der dolle baren
Is, door een loot, de Ziel ontvaren;
Vereende deckt de droeve kruyn
Met deerlijck treur-gewaad, terwijl ‘er
Gelet werd op een tweede pijler,
Die dus bescherm mijn trotse tuyn,
4 Wie sal de State-zabel zwaeien?
Wie sal de monster-robben paeien,
| |
[pagina 46]
| |
Aen ’t Zee-gediert, met honden-bloed?
Men soeck om ’t ende der vier winden,
Men soeckt, men zal geen HARPERTSZ. vinden
Die soo bescherm mijn lans en hoed.
5 Wat Tromp sal TROMP syn lof verbreyden?
Wat zege-wagen sal hem leyden?
Wie is hy die hem roemen zal?
Die Held, wiens lof zou eeuwen tarten
Van ’t Oost tot aan ’t gewest der Swarten,
Leyt neêrgevelt, ó pijn! ó val!
6 O strickbandt van mijn seven schichten!
O Neêrlands Hant, wiens kracht deê swichten
Het Reden-lose vyands-rot!
Gy rust in d’ aarde, die u baarde,
Neem doch mijn laatste gunst in waarde,
Den nijd, en Engeland ten spot.
| |
[pagina 47]
| |
GRAF-DICHT.
Hier rust Heer Tromp, den Held, en Stuurman mijner kielen,
Die Hemel, Zee, en Hel met Lijcken vulde, en Zielen;
Dewijl mijn Admiraal, ‘t swaard in sijn segen-hand,
Voor ’t Werelds vocht, won hy het Hemels-Vaderland.
7 Dus klaegde Neerland,wijl de tranen
Haar gantsch in peeckel deden banen,
S’ en wist niet of sy swijmen zou;
Ten laatsten, na geduur’ge suchten,
Liet sy haar nockend hart ontvluchten,
Dees snicken: wee! o wee! o rou!
8 Gy die de schrager van drie kroonen
Hebt deerlijck, met den bijl, sien honen,
En knotten op een Schen-schavot,
Wreek Stuart en sijn na-zaats wonden,
Bescherm mijn Leeu voor snoder Honden,
Bescherm, bescherm hem groote God.
|
|