De Amsterdamsze gaare-keuken
(1796)–Anoniem Amsterdamsze gaare-keuken, De– AuteursrechtvrijOp een aangenaame Vois.Daar voeren drie Soldaaten al over den Rhyn,
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom
En zy vroegen aan een Vrouw Moeder allein,
Lang is de Winter, rond is de sisserkorf sisser,
Rou op strou, rou op de bou, rou de joek joek,
Roeze moeze vieze vaze, bom bom bom.
Vroeg Moeder tap jy der geen Bier of Wyn,
Roeze moeze vieze vaze, bom bom bom
En zo geeft ons maar jou Dogter allein,
Lang is de Winter, rond is den sisserkorf sisser,
Als een Jagers hoorn, rou op de bou, rou de joek joek, Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
Myn Dogterlein die is nog veel te klyn,
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
En zy slaapt 'er nog wel een jaar allein,
Lang is de Winter, rond is de sisserkorf sisser,
Als een Jagers hoorn, rou op de bou, rou de joek joek, Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
Och! Moeder ik ben nog niet te klyn,
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
En ik heb 'er geproeft van onze Knegt,
| |
[pagina 49]
| |
Lang is de Winter, rond is den sisserkorf sisser,
Als een Iagers hoorn, rou op de bou tou de jouk jouk
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
Hebt gy 'er geproeft van onze Knegt,
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom,
Dan bent gy een Hoer als ik 'er wel dogt,
Lang is de Winter, rond is den sisserkort sisser,
Als een Iagers hoorn, rou op de bou rou de jouk jouk, Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
Van het Hoeren geslagt en ben ik niet,
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
Maer een braeve Zoldaet die verzeg ik niet,
Lang is de Winter, rond is den sisserkort sisser,
Als een Iagers hoorn, rou op de bou, rou de jouk jouk, Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
Brave Soldaten die dragen een degen,
Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
En alwaer zy Hoeren de pokkel mee smeeren,
Lang is de Winter, rond is den sisserkorf sisser,
Als een Iagers hoorn, rou op de bou, rou de jouk jouk, Roeze moeze, vieze vaze, bom bom bom.
|
|