't Amsterdamse rommel-zootje, met verscheyde minne-deuntjes, lief-lockende vrijagie, en treffelijcke harders-sangen, door verscheyde gentile geesten gecomponeert. Met de antwoort op 't Menniste susjen(na 1650)–Anoniem Amsterdamse rommel-zootje, 't– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Liefd' is een al soete lust] Stemme: Amour & un Playsier si doux. LIefd' is een al soete lust, So kitteligh en blije weelde: Dat mijn gemoedt niet anders beelde Als mijn vreught die mijn stelt gherust, O soete bly gestreel Blijft mijn verkooren deel. 2. Hy roemt, wie wil hem van 't geluk Dat noyt geen Liefdens quael hem pijnde Contrary ick doen hy my mijnde, Ick achtent vreucht in stee van druck, O soete bly gestreel, Blijft mijn verkooren deel. 3. Ick acht veul meer de minste gunst, Ja d'oogluyck van mijn alderschoone, Als' s Konincx staf, of Gouwe Kroone, Of 't geen den Mensch bedenckt in kunst, O soete bly gestreel, Blijft mijn verkooren deel. 4. Na dees alsoo soete vlam Mijn Zielens lust na wensch ontvoerde, Noyt blijer tijdt of lust beroerde, Mijn geheugh als dees die benam, Met getreur, ach! mijn min Blijft mijn hart, ick u sin. Vorige Volgende