Het amoureuze lusthof, of 't vervolg van Thirsis Minnewit
(1719)–Anoniem Amoureuze lusthof, of 't vervolg van Thirsis Minnewit, Het– AuteursrechtvrijOp een nieuwe Voys.
PHilis wie sou konnen treuren,
als mijn mag een Ionk gebeuren,
van u lieffelijk aengezigt,
als u oog mijn komt beschijnen,
So moet al mijn druk verdwijnen,
Dan zijn al mijn rampen ligt.
Onder 't lommer van de Linden,
daer zoekt Cloris zijn beminde,
en zijn waarde Philida,
Om door min haar te ontwekken:
en om uyt haer mond te trekken;
't Alderzoetste woord van ja.
Droefheyd moet ons hert niet raken,
laten wy ons wat vermaken,
In dees aengenaeme tijd,
Stellen wy dat uyt tot morgen
Alle noodelooze zorgen, 't Geen
voorby gaet is men quyt.
Wat kan al ons treuren baten,
Maekt dat ons de Menschen haten,
en 't verteerd ons Vleys en Bloed,
daer de vreugd ons doet beklijven,
Vrolijkheyd altijd bedryven,
't Is een Balzem voor 't gemoed.
|
|