Het amoureuze lusthof, of 't vervolg van Thirsis Minnewit
(1719)–Anoniem Amoureuze lusthof, of 't vervolg van Thirsis Minnewit, Het– AuteursrechtvrijVoys: Al wat men doet men kan geen Juffers minnen.
GOd groet u goede morgen Herderinne;
hoe komt gy zo vroeg in het groene Wout,
Al met u schaapjes zo ten velden inne,
Hier in het fiere groene Gras bedout;
Rust by die Beeken;
Ik moet u spreeken;
'k verzoek u tot mijn Vrouw.
Helpt mijn uyt den rouw.
Ag Ionker staekt dog al u valsche zinnen,
Ik ben een eerbaer slegte Herderin:
Die met haer Schaepjes zo ten velden inne:
Gaet na het Hof veranderd daar u min:
'k blijf by mijn Schaepen;
Om vreugd te rapen;
Ik ben te slegt voor jou;
Kiest vry eenen Iuffrouw.
Ag schoon Princes Edele Harderinne;
Ag schoonste
| |
[pagina 21]
| |
beeld verhoord dog eens mijn klagt,
Ik ben een jonker die u komt beminnen,
Versmaed mijn niet om dat ik u verwagt,
Engel geprezen,
Wilt mijn genezen,
Laet varen 't groene Wout,
En kiest een schat van Goud.
'k Heb veel Lakeijen ende Kamenieren,
die u het Lyf zullen vercieren gaen,
Daerom wilt uwen min aen mijn besteden,
Engel laet vaeren al wat u gaet aen,
Ag Lief geprezen,
Wilt my genezen,
Ontfangt mijn Trouw te pand,
Een schoone Dimant.
Ik zal mijn Lief een Zijde kleed doen maken,
Een rok doorwerkt van het rooder Goud,
En een paer muyltjes van fijn rood scharlaken,
met Goude kanten daer rondom bebout,
En Parelsnoeren,
Die zult gy voeren,
Op u hert een fyne Boot:
Mijn Lief gelijk de Groot.
Op u hooft daer zult gy een Fontanzie dragen
van schoone kant en Goude Linten klaer,
Dat u de vreugd en straet zal wel behagen,
Engel laet varen al u Schaepjes maer,
Dan zult gy veuren,
Een Goud Centuren:
Gebonden om u Lyf,
Mijn Lief tot u gerijf.
Ionker door al u zoete minne woorden,
Zo zal ik mijn terstond bereyden gaen,
u groot staet die gy my steld te vooren,
Bedenkt u nog eer dat het is gedaen,
Ik kom ontfangen
met groot verlangen,
U Trouw en eerbaerheyd,
Den Ionker was verbleyd.
Ik zal mijn Amerant nu thuys gaen halen,
Hy gaf haer op de zoete Trouw een kus,
Zy is die geen die in mijn ziel komt malen,
En op haer borsjes blank heeft hy gerust,
mijn Lief gepresen;
Ik ben genesen,
Verlost van smert en pijn:
Wellekom moet gy zijn.
Vlegt nu een krans van groene Lauweriere,
van maegde Palm bloemen en groen kruyd;
wilt nu den
| |
[pagina 22]
| |
bruygom met zijn bruyd vercieren,
Sa Muzikanten maekt een groot geluyd
Speeld op Schalmeijen,
Wilt u verbleijen,
En wenst dat zoete paer,
Geluk en vreugd te gaer.
|
|