Het amoureuze lusthof, of 't vervolg van Thirsis Minnewit
(1719)–Anoniem Amoureuze lusthof, of 't vervolg van Thirsis Minnewit, Het– AuteursrechtvrijVoys: Van Prutje.
Harder.
ONtwaekt schoon Harderinne,
Mijn zoete Silvia,
Mijn Engel wilt u kleeden gaen,
Want de dageraet komt aen,
Wilt mijn reden hooren,
Ik heb u zo vaak gewekt,
't Is mijn uytverkoren,
of gy met Philander gekt.
| |
[pagina 5]
| |
Harderin.
Sou ik met u treden,
Wel Harder gy word quaet,
zijn geen reeden van de min,
Voor een jonge Harderin,
Sou ik met u gekken,
Ey Philander u niet stoort,
Ik zal mijn aantrekken,
En gaen zoetjes met u voort.
Harder.
Nu ik hoor deeze woorden,
Uyt uwe lieve mond,
mijn alderliefse Silvia,
Nu is mijn jonk hart gezont,
Ik zal u verbeyden
mynen Engel kleed u ras,
Om ons Vee te Weyden,
Samen op het groene Gras.
Harderin.
Harder, Harder, Harder,
Zee daer zo kom ik aan:
met opent Silvia haer deur,
daer zag zy Philander staen,
die haer vriendelyk kuste,
voor haer lieve lipjes rood:
So veel als 't hem luste,
En haer goede morgen bood.
Sus, sus, sus Philander,
Gy maekt het al te bont:
Ey lieve spaert u kusjes maer,
Al te veel is ongezond;
Harder.
't Is uyt vriendschap liefje,
En om onze min te voen,
kom mijn Honing diefje,
Met Filander in het Groen.
Daer op gingen zy drijven,
Haer zagt gewolde Vee,
Langs Berg en Dal in 't groende Wout,
Heel zoetjes met haer twee?
De Nagtegaal met lusten,
Song boven op eenen boom,
Dat deed haer beyde rusten,
Aen een Kristalyne stroom.
Daer praten zy te zamen,
heel zoetjes van de min:
tot dat de Son haest onder ging,
Trokken Harder en Harderin,
Samen uyt de Weyden,
En van een gescheyden,
Dreven een ieder na haar stal,
Het was haer Schaepjes al.
|
|