Het Amoureuze Lust-Hof, Of 't vervolg van Thirsis Minne-Wit.
Bestaande in de aangenaamste Gezangen, op de Nieuwste en hedendaagsche Voyzen, die in geen Liedeboeken te vinden zyn, als in desen.
| |
Minnaarsklagt.
Op een Nieuwe Voys.
Mijn hert zo lang behaagt,
En wilt maar met u vryheyd pronken.
En maakt een eynde van mijn klagen.
wyl wy als nu te zaam herleven.
| |
mijn hert wel eer behaagt,
Ik drink mijn liever half dronken.
't Is maar geveynst, Want ik bedotje.
Dies hoef ik nooyt geen Apotheker.
Ag dat ik eens den inhoud hoorden.
Gebruykt dan haast u meede doogen.
Gy zult my nimmer weer betrappen.
'k Zal voor mijn geld wel beter koopen.
Gy hebt u zelfs te los bedrogen.
|
|