De Amerikaansche koopman
(1785)–Anoniem De Amerikaansche koopman– AuteursrechtvrijStem: laast toen de zonne met zyn vergult &c.
1.
Veele Amsterdamsche Meisjes
Leven in druk en pyn,
Zy kleeden haar na de moode?
Meer als daar is van noode,
Daar moet een Vryer zyn.
2.
Alles in haar ooren,
Juweelen fyn gezet,
Een mus van kant zy draagen,
Om de Jonkmans te behaagen;
Te krygen in het net.
| |
[pagina 9]
| |
3.
Blanketzel op haar wangen,
Wynbraauwen swart gemaakt,
Haar voor hooft glad gevreeven;
Haar kraalen net gereegen,
Haar boezem half naakt.
4.
Zwarte zyde doeken
Dat is de eerste trant,
Jakken met lange staarten,
Die zy wat sleepen laaten,
Een voorschoot voor met kant.
5.
Paar heupe op haar zyde,
Die zyne niet heel klyn,
Maar tot onder haar arme,
Die kunne haar verwarme,
Neemt weg de lenden pyn.
6.
Haar rokke die zy draagen,
Op zyde niet heel kort,
Van agter en van vooren,
Om de Jonkmans te bekooren,
Hebben zy wat opgeschort.
7.
Witte kousjes aan haar beenen,
Dat is de nieuwste swier,
Groene of blaauwe schoenen,
| |
[pagina 10]
| |
Henriquaters daar op doene,
Dat is nu de manier.
8.
Wiltze maar aanschouwen,
Als zy bennen uitgedorst,
Hoe dat zy haar dan keeren,
Na de Henriquaterze heeren,
En toonen een hooge borst.
|
|