Alvoorder. Jaargang 1(1900-1901)– [tijdschrift] Alvoorder– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] Gij droegt de woorden... Gij droegt de woorden van een eeuw'gen morgen!... De oneindigheid verglooide in gouden klaart'; ver achter hooge boomen, als verborgen lamferde, op stille wijs, de lichte vaart. - Geluk had zich in uwen blik vergaard; er lag iets rustigs in uw oogenmacht zooals een meer waar nooit een windje op baande; uw zoen was mij zoo welig-vreemd bezwaard en 'k voelde, hoe ge een nieuwe tijd me bracht waarbij het sombre van het leven taande. Vorige Volgende