Van onzen haan.
Alvoorder bestaat en blijft bestaan. Het zijn niet de dilettanten in kunst en leven die het verschijnen van ons orgaan mogelijk maken, ofschoon wij op deze lui wel het meeste rekenden en ook wel het meeste zouden moeten kunnen rekenen hebben. Het was ons onmogelijk en we zagen ons dan ook grootelijks bedrogen.
Verheugend is het intusschen te mogen vaststellen dat een jeugd - en vooral eene Antwerpsche jeugd - onze uitgave krachtig en degelijk ondersteund, op eene wijze die ons, van nummer 3 af, zal toelaten dingen te verwezenlijken die wij bij ons aanvangen nauwelijks durfden droomen.
Wij zijn gelukkig op u, knapen van Vlaanderen, knapen van de schoone, groote, Vlaamsche stede van Antwerpen te mogen rekenen. Gij zijt van ons gelijk wij van u zijn. Het gevoel dat u drijft komt overeen met datgene dat een uwer, die naast ons als medewerker optreedt ons volgenderwijze schreef: ‘Ik ben gekomen tot u omdat ik overtuigd ben in uw midden al wat in mij leeft en beweegt, zich in volle groeikracht ontwikkelend, ongeschonden te kunnen bewaren. Ik wil naast u, waarvan eenigen mijne goede vrienden werden, met eigen persoonlijkheid voortwerken, mijn handen gericht naar eigen droom, mijn droom dien ik niet met wat klatergoud van gemakkelijke Sociologie wil bevuilen.... Ik kom tot u wel het meeste gelokt door de liefde en de goedheid die ik in u allen vond, daar waar elders achter lachenden glimlach of groetend gebaar zich haat, nijd, afgunst of erger nog oneerlijkheid verschool.’
Het opstaan van jongere dichters, en het zich scharen eener nieuwe jeugd rond ‘Alvoorder’ vergde eene wijziging in den opstelraad. Jongeren alleen zullen de redactie vormen. Medewerking zal alleen gevraagd aan schrijvers die sympathiek zijn aan ‘Alvoorder’ en wier werk tevens, door de jonge generatie, kan gewaardeerd en bemind. De nieuwe redactie treed, van dit nummer af, handelend op; zij bestaat uit: Arie Delen, Alfons De Ridder, Karel van den Oever, Leo Van Riel, Jan Eelen, Leo J. Krijn en Lode Baekelmans.
De redactieraad van Brussel is samengesteld uit: Willem Gijssels, Herman Teirlinck, Fernand Toussaint.