Alvoorder. Jaargang 1(1900-1901)– [tijdschrift] Alvoorder– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] [Nummer 2] Wijding. Uw teer gelaat met in uw oog een gloed van eeuwiglijk begeeren, uw lichte gratie en 't betoog van ziel en lichaams duurst bezweeren, uw lach en al uw lieflijkheid, uw traan en al uw stil verdrieten, 'k heb gansch uw wezen opgeleid tot één genucht en één genieten! En glinstering van licht en schijn en schittering van zon en leven, en licht en schijn en wederschijn, 'k heb al hun glans tot u geheven. En 'k leg mijn hart thans voor u nêer, 'k leg om u hêen mijn zoetst gedenken, mijn zoetst gedenken en 't verkeer van al mijn droomen, al mijn denken. En 'k leg mijn hart thans voor u nêer, 'k leg om u hêen mijn zoetst gedenken, en slechts uw liefde ik nog begeer, gij mijn gedacht, mijn één gedenken! Antwerpen. Lodewijk Ontrop. Vorige Volgende