Almanak voor de beschaafde jeugd voor het jaar 1799(1798)–Anoniem Almanak voor de beschaafde jeugd– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Paasch vreugd. 't Is Paasch, wie zou niet vrolijk wezen? Wij hebben braaf en wel geleerd, Om prijs gedongen, in het lezen En schrijven, en de pot verteerd. ‘Ziet Jongens! welke schone prijzen Van boeken, prenten en nog meer, Nu moet gij op de proef bewijzen Hoe goed en net dat ik u leer.’ Dus riep de Meester; en de dagen Vervlogen rasch, door onze vlijt; En onzes Meesters welbehagen En gunst, schonk ons vacantie tijd. Wij streken met de prijzen henen Door vlijt, of door het lot beslist; Maar, Domöor zat van spijt te wenen; Hij had zich in een prijs vergist. [pagina 27] [p. 27] Onze Ouders vulden onze handen: Wij vlogen naar den Meester toe, Met koek en eijers in de manden, En bragten hem dit blij te moê. ‘'t Is Paasch, nu moet gij vrolijk wezen,’ Sprak bij, wijl gij naar deugden tracht; Gaat voort, in 't reek'nen, schrijven, lezen, Zo wordt van u wat groots gewacht.’ Komt jongens, laat ons wandlen, spelen, Dees dagen wordt 'er niet geleert; De Meester wilde ons prijzen delen; Zijn Keuken is door ons gesmeert. Vorige Volgende