Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 41]
| |||||
Berigten.
| |||||
Italien.Schoon wel het verspreidde gerucht, als of 'er in de Boekery van Girgenti, op het Eiland Sicilien, een Arabisch meer volledig Afschrift van Livius zoude gevonden zyn, by nader onderzoek, valsch bevon- | |||||
[pagina 42]
| |||||
den is; (zie Algem. Konst- en Letter-Bode bladz. 10. kol. 1.) is egter den Heer Abt. Vella, te Romen, onlangs, door één zyner Vrienden, een zodanig Afschrift, in West-Moorsche Letteren, ter hand gesteld geworden, waar in met 'er daad de 17 Boeken, die ons van dezen Geschiedschryver nog ontbreken, te weten van het 60 tot het 77 ingesloten, gevonden worden: alhoewel nogtans het laatste niet volkomen is, en ook de overigen hier en daar van de Wormen doorknaagd zyn. Het 60ste Boek begint met het tydstip, waarop de Burgemeester Aurelius de Sardinische weêrspannelingen, na een aanmerkelyk bloedbad, tot onderwerping bragt, en vervolgens naar Korsika overstak, om de Ingezetenen aldaar, over enige hem aangedane beledigingen te straffen. Het 61ste neemt een aanvang met de grondlegging van Aqua Sextia, door den Stedehouder L Sextus enz. Voornoemde Abt heeft, terstond, een goed deel van het 66ste Boek, uit dit Handschrift, overgezet, en deze zyne Vertaling aan enige zyner geleerde Vrien den gezonden, ten einde te vernemen, of dezen den styl van Livius daar in ontdekken kunnen. Hy is voornemens deze Arabische Overzetting, in haar geheel, door den druk gemeen te maken, en, by de uitgave, een Latynsche of Italiaansche daar van, naast dezelve te stellen; zullende hier aan terstond beginnen, zodra hy de Vertaling der op Sicilien onlangs gevonden Arabische Handschriften, zal ten einde gebragt hebben. Van deze laatstgemelden zien reeds de vroegere Brieven over de aankomst der eerste Emirs op dat Eiland: bevattende een verhaal van de Landing der Saracenen, en derzelver eerste veroveringen aldaar 't ligt.
De zig in Romen bevindende Hofraad Reiffestein heeft thans een Werk onderhanden, over liet Schilderen der Ouden met Was, 't geen, in allen opzigte, zonderling voor de Konstgeschiedenis, aanmerkelyk staat te wezen. Men heeft enen geruimen tyd getwyffeld, of de Schilderyen van Herkulanaeum van Was waren: en daar men, by derzelver eerste ontdekking, geen vermoeden daar omtrent hadde, bestreek men ze met een Vernis, die nadelig voor dezelven bleek te wezen. 'Er vielen gehele brokken af, en langs dien weg ontdekte men zyne dwaling. Thans is 'er geen Kunstkenner in Italien, die 'er aan twyffeld, of zy niet alle Was-Schilderyen zyn. Misschien steld de Heer Reiffestein deze zaak in haar waar ligt. - Aan gemelden Hofraad, is, reeds voor enigen tyd, door de Keizerin van Rusland opgedragen geworden, om een Kamerbehangzel, met de door hem op nieuw ontdekte Kartaagsche Was, voor haar te laten Schilderen: waar mede men dan ook reeds, onder zyn opzigt werkelyk bezig is.
De beroemde Hackert arbeid aan ene Verhandeling over het Schilderen van Landschappen, waar over men, tot nog toe, niets voldoende bezat. Men verwagt, met reden, dat dit een zeer belangryk stuk zal zyn.
Men hoopt, dat de Abt Fortis, eerlang deszelfs Myn kundige Reizen door Italien zal in 't ligt geven. Deze Heer is thans bezig met een voorlopig berigt, nopens de Zwavelmynen en derzelver Aluinwerken. Het breedvoerigste ziet men, te regt, te gemoet van den Heer Brisslach, die zyne grondige kennis in de Scheikunde, in het volmaken der Aluinwerken, zo zigtbaar aan den dag gelegd heeft.
De Heer Zaëga, een geleerde Deen, die zig, door het 1ste Deel der Beschr. van het uitmuntend Penning-Kabinet van Monsign. Borgia, Geheimschryver van het Collegie de Propaganda fide, beroemd gemaakt heeft, werkt thans aan een twede Deel dier Beschryvinge. Het Kabinet van Antiken, 't geen aan de vermaarde Familie van Borgia in Velletri behoord, munt inzonderheid uit met betrekking tot de Egyptische Oudheden: waar van 'er 300 stuks in hetzelve voorhanden zyn. Onder de Arabische, die 'er in gevonden worden is byzonder merkwaardig een Hemel Globe van geel Koper, van een Palm in diameter: dezelve is in Egypten gemaakt, in den jare 1225, naar onze tydrekening. Monsign. Borgia, een der verdienstelykfte en meest verligte Mannen in geheel Italien, arbeid tegenwoordig, aan een berigt, zo nopens dit laatste stuk, als vele anderen, uit deze Verzameling. Het zoude zekerlyk der moeite waardig zyn, dat ook 12 oude Zeekaarten daar uit, gemeen gemaakt wierden. Een derzelven is te Alexandrien in 't jaar 1486 vervaardigd. De oudste is van de 14de Eeuw, de jongste van de 16de.
De Heer Dr. Johann Anton Scopoli, Keizerl Kon. Berg-raad en Hoogleeraar in de Kruid- en Scheikunde, is, den 8. Mey, te Pavia, in het 65 jaar zyns Ouderdoms, overleden. | |||||
Groot-Brittannien.De Heer Crackrode, een der Opzigters van het Britsch Museum, en bekend in de geleerde Waereld wegens zyne fraaie en kostbare Verzameling van Boeken in alle Talen, laat thans een ruime en treffelyke Zaal voor zyne Boekery in gereedheid brengen: hebbende ten dien einde, onlangs, den grond gekogt, waar op het huis van den Heer John Hawkins gestaan heeft Men verneemd ook, met het uitterst genoegen, dat het uitgezogt en kostbaar Museum van den Heer Townley, het geen naast aan dat van den Heer Crackrode komt, van tyd tot tyd, nog vergroot word. | |||||
[pagina 43]
| |||||
De Konstschilder West, in Londen, trekt een jaarwedde van den Koning van 1000 Guinées, waar voor hy alle jaren 2 Schilderstukken moet vervaardigen. - Hier beloond men den Konstenaar! | |||||
Frankryk.Binnen kort staat een bekwaam Geneesheer en Natuurkenner, uit Parys, naar Ceilon te vertrekken, om dat Eiland, enige jaren, te doorzoeken. De Heer le Roi is bezig aan een Werk over het Hospitaal van Parys, en de Heer Fourcroi aan ene nieuwe uitgave van zyne Scheikunde. De Heer Mercier heeft een nieuwen Druk van Rousseau's Werken op zig genomen; en de Heer Broussonct arbeid aan ene Schets der viervoetige Dieren in Frankryk, die met kleine, fraai gesneden, Afbeeldingen van elk Dier zal versierd zyn.
De Akademie te Dyon, heeft twee gewigtige Prysvragen opgegeven:
De Koningl. Akademie der fraaye Letteren, Konsten en Wetenschappen, te Marseille, heeft ten onderwerp van een Prys, die in de eerste Vergadering na Paschen 1790, staat toe gewezen te worden, opgegeven: ‘Ene optelling van de staande Wateren en Meiren, in Provence, benevens afzonderlyke berigten nopens derzelver gedaante, uitgestrektheid, de natuur van derzelver Water, derzelver betrekkelyken invloed op de gezondheid der Lucht, de Visschen en Insekten, die 'er zig in onthouden; de Planten, die 'er in groeijen, met de gebruiken, waar toe dezen kunnen dienen.’ De Prysvraag, welke in 1789 staat beoordeeld te worden, en die in het voorleden jaar was opgegeven, is: ‘Welke zyn de middelen, om het kweken van Koraäl of Glaskruid, in Provence, te bevorderen en te volmaken, ten einde 'er Loogzout uit te halen; en welke gronden zyn voor dien bouw best geschikt?’
De Verhandelingen moeten Vragtvry, voor den 1sten Jan. van het jaar, waar in de Pryzen uitgewezen worden, gezonden worden aan den Heer Bernard, aanhoudend Geheimschryver van het Departement der Wetenschappen. De Heer President Bernard, heeft de twee Gedenkpenningen ontvangen, die de Akademie aan de Verhandeling, over de Gom Tragakanth, en de Zee Insekten, toegekend hadde.
De Koningl. Akademie te Nimes, een en andermaal ene Prysvrage, ‘nopens de verschillende hoedanigheden der Wynen en Wyngeesten, in Neder Languedok, en het uitbreiden van deszelfs Trafiek in onderscheiden Lugtstreken.’ - opgegeven en een voldoend antwoord op dezelve ontvangen hebbende, heeft deze vraag hier op ter zyde gesteld, en in plaats daar van, ene andere voor het jaar 1789 vastgesteld, zynde van dezen inhoud: ‘Te bepalen, door proefnemingen, de vogt metende kragten van ongebleekte Zyde, en, naar die kragten, de voor- en nadelen aan te wyzen van de onderscheidene manieren, om de Zyde, in den Handel gebruikt, aan de Lucht of het Vuur bloot te stellen.’ De Akademie heeft insgelyks voor dat jaar een Prys voor de Digtkunde vastgesteld: zynde het onderwerp, de soort, en maat van het Digtstuk, aan de keuze van den Maker vrygelaten: dog alleen verzogt, dat het stuk niet boven de 200 versen moge gaan. Tot onderwerp ener Prys voor de Welsprekenheid, die in 1790 staat uitgedeeld te worden, is opgegeven. ‘Ene Lofreden op Margareta van Valois, Koningin van Navarre, Zuster van Francois den Isten. De Antwoorden en Stukken, moeten Vragtvry, en op de wyze, by de Akademien en Geleerde Genootschappen, in 't algemeen gebruikelyk, voor den 1sten Maart van ieder jaar, in welke de Prys uitgewezen word, gezonden worden aan Mr. Razoux, aanhoudend Geheimschryver der Akademie. Elk der anderscheidene Pryzen heeft de waarde van 300 Livres. | |||||
Nederlanden.Leuven . Een groot aantal onzer Universiteits-Leden is, by een openbaar aangeplakt Vonnis, onder meer andere opgelegde straffen, van wegens zyne Keiz. Koningl. Majesteit van derzelver Posten verlaten geworden. Deze Leden zyn: in de Theologische Faculteit , de Doktoren en Hoogl. Ghenne en van der Velde: de Dokt. Regent August. Vader van Winkel; de Licentiaat Samen, Kanonnik van 't Collegie St. Pieter. In de Faculteit der Regten , Doktor en Prof. Heuschling, Prof. Verbeek, van Billoen, benevens de Advokaat Fiskaal der Universiteit Culens. In die der Medicynen , de Prof Prim. Dokt. van der Belen, Dokt. en Koningl. Prof. Vounck: de gewone Hoogl. van Gobbelschroy: in die der Fraaye Konsten , de Regent by 't Collegie van 't Kasteel Snoekx, die by het nieuw Collegie van den Hende: de Prof. Prim. Forguer, Fortune, van Damme en Timmermans: gelyk mede de Vice Rektor. en Prof. Prim. in de Philosophie van Lempoe. | |||||
[pagina 44]
| |||||
De Maatschappy der Letterkunde , te Leyden, heeft haare jaarlyksche Vergadering gehouden, op den 24ste van Zomermaand, dezes jaars 1788. In dezelve Vergadering is, dit maal, geene Verhandeling bekroond: doch is tot eene nieuwe Prysvrage, om beantwoord te worden voor den Eersten van Wynmaand des Jaars 1790, de volgende vastgesteld: ‘Welke is de oorsprong van de Collegiën der Vroedschappen, in de Hollandsche Steden? en op welk eene wyze hebben zy derzelver tegenwoordige Constitutie verkregen?’ Op het volgend Onderwerp, in de laatst voorgaande Jaarlyksche Vergadering tot eene Prysvrage voorgesteld, moeten de Verhandelingen, voor den Eersten van Wynmaand des Jaars 1789, inkoomen: ‘De beste en volledigste opgaave van Vaderlandsche, en by andere Volkeren niet gebruikt worden de, spreekwoorden, met derzelver Historie- of Oudheidkundige Verklaaring.’ De Maatschappy vermacht, voor den Eersten van Wynmaand deezes Jaars, de Antwoorden op de vrage, in den Jaare 1786 opgegeven, zynde de volgende: ‘Welken invloed heeft de thans heerschende smaak voor de buitenlandsche Poetische Schriften, en andere Werken van vernuft, op onze Dichtkunst?’ Het staat een ieder vry, ook den Leden der Maatschappye, om naar den Prys te dingen; alleenlyk worden de Gecommitteerden ter beöordeeling der ingekomene Verhandelingen van die vryheid uitgesloten.
Aan den geenen, wiens Verhandeling de beste, en aan het oogmerk der Maatschappye voldoende, zal gekeurd worden, biedt de Maatschappy eenen Gouden Penning aan, ter waarde van Honderd en Vyftig Guldens. De Verhandelingen moeten zyn in de Nederduitsche of Latynsche Taale, met eene duidelyke hand van iemand, die geen Lid der Maatschappye is, afgeschreven. Iedere Verhandeling moet, met eene Zinspreuke getekend, besloten worden in een verzegelden omslag, welke den Titel en Zinspreuk der Verhandeling ten opschrift heeft. Hier by moet gevoegd worden een verzegeld Briefjen, in het welk de Naam, waardigheid en Woonplaatse van den schryver, en boven op het welk de Zinspreuk der Verhandeling geschreven is. Het een en ander moet, in een buiten-omslag, ten tyde hier boven bepaald, Vragtvry, bezorgd zyn, in handen van den tegenwoordigen Secretaris der Maatschappye, Mr. Jan de Kruiff, of den Briefschryver, Mr. Jacob Aarnout Clignett, beiden woonende te Leyden. Voor het overige zyn de Wetten, volgens welke de Maatschappy naar eenen Prys laat schryven, te vinden in het Tweede Deel van de Werken der Maatschappye. | |||||
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Grootbrittanien . Philosophical Transactions of the Royal Society of London. Vol. LXXVII. For the Year 1787. part. II. price 7 Sch. 6 d. Dit Deel houd in:
Art. XXI. An Experiment to determine the Effect of extirpating one Ovarium upon the Number of Young produced. (Proeve om te bepaalen, welke uitwerkzelen de wegneeming van énen eyerstok hebbe, ten aanzien van het getal der Jongen, door J. Hunter) Ene enkele proefneeming, die de zaak niet beslist. Als wy de redenen, waarom de Schepper aan de Dieren twee Eyerstokken gegeven heeft, naar de Analogie beöordelen, schynt zulks geschied te zyn, op dat, by aldien een van dezelve door enig toeval beschadigd wierdt, de andere tot de voortteling zoude kunnen dienen.
Art. XXII. Experiments made to determine the positive and relative quantities of moisture absorbed from the Atmosphera by various substances, under similar circumstances. (Proeven om de positive en relative hoeveelheid van vocht te bepaalen, uit den Dampkring opgeslurpt, door verschillende zelfstandigheden &c. door B. Thompson.) Het opslurpend vermogen was het grootst in Schapenwol, en nam evenredig af in de volgende zelfstandigheden: Beversvel, het Vel van ene Russische Haas, Ganzendons, Zyde, Linnen en Katoen.
Art. XXIII. The principles and Illustration of an advantageous methode of arranging the differences of Logarithms, on Lines graduated for the purpose of Computation. (Gronden en opheldering ener voordelige manier om de verschillen der Longarithmen te rangschikken, op Lynen, die voor de berekening afgemeten zyn, door W. Nicholson.) De verbetering, hier voorgeslagen, schynt gepast en nuttig.
Art. XXIV. Observations tending to shew, that the Wolf, Jackell and Dog, are all of the same species. (Waarnemingen, om te tonen, dat de Wolf, Jakhals en Hond, Dieren van ene zelfde soort zyn, door J. Hunter. (Schoon Buffon beweerde, dat de Wolf en Hond nooit te zamen voorttelen, zyn 'er thans bewyzen voor het tegendeel, en de Heer Hunter heeft 'er verscheidene voorbeelden van bygebragt. Dan de proeven zyn genomen op Dieren, die men hadt opgefloten, en dus schynen zy niet te bewyzen, dat dezelve tot ene zelfde soort behoren, maar wel dat zy gelykzoortig van aart zyn.
Art. XXV. Experiments on the Congelation of the Fitriolie Acid. (Proeven over het bevriezen van Vitrioolzuur, door J. Keir.)
Art. XXVI. An Account of some new Experiments on the production of artifical Cold. (Bericht nopens enige nieuwe proeven, op het voortbrengen van ene door konst veroorzaakte koude, door T. Beddoes.) Doktor Beddoes beschryft de proeven, door den Apotheker Walker genomen. Deze veroorzaakte, door een mengzel van Salpeter, Sal. Ammon. en Sal. Glauberi, ene koude, die dan Thermometer volkomen 60 | |||||
[pagina 45]
| |||||
graden deedt dalen; ja in andere Proefnemingen deedt hy, zonder enig inmengzel van sneeuw of ys, Kwikzilver bevriezen; terwyl de warmte, der Lucht gelyk stondt aan 45: ene zaak, die allen geloof schynt te boven te gaan.
Art. XXVII. An Account of a Doubler of Electricity. (Verhaal van een Werktuig om de Elektriciteit te verdubbelen, door Abrab. Bennet.) Deze Verhandeling behelst de Beschryving van ene geestige manier, om de geringste hoeveelheid van Elektrieke vloeistoffe, in de lucht, zichtbaar te maken, of zodanig te vergroten, dat men ze op gemene Electrometers kan bemerken. Hier by is ene aantekening gevoegd van den Electriken toestand der lucht, en deszelfs dagelyksche ver anderingen, van den 23 January, tot den 2 Maart. Het is te hopen, dat deze waarnemingen zullen voortgezet worden.
Art. XXVIII. Some particulars, relative to the production of Borax. (Enige byzonderheden, betrekkelyk het voortbrengen van den Borax, door W. Blane.)
Art. XXIX. A Letter from Father Joseph da Ravato, prefect of the mission in Thibet, containing some Observations relative to Borax. (Brief van Vader Joseph da Ravato, behelzende enige waarnemingen, met opzicht tot den Borax) Deze berichten schynen alleenlyk in ene byzonderheid over een te komen, te weten: dat de Borax een Voortbrengzel van de Natuur, en niet van de Konst is. In het eerste wordt gezegd, dat Sneeuw, in het tweede, dat Regen tot deszelfs voort brenging verëischt wordt; en beiden zyn zy het daar in eens, dat men Zoutmynen in de nabuurschap van Boraxmynen aantreft. De Natuurlyke Historie van den Borax is, als een voorwerp van den Koophandel, zo wel als een Scheikundig onderwerp, zeer gewichtige; te meer, daar men, het geen men 'er hier en daar van verstrooid vindt, nog nergens by een verzameld heeft.
Art. XXX. Sur les gas Hepatiques, (Ene soort van ontvlambare Lucht, door de Hedendaagsche Scheikundigen dus geheten.) par Monsr. Hassenfratz.
Art. XXXI. Botanical Description of the Benjamin Tree of Sumatra. (Kruidkundige Beschryving van den Benjaminboom van Sumatra, door J. Dryander.) Men vindt van dezen Boom, waar over zo vele verschillende gedachten zyn voorgesteld, ene Beschryving in de Verhandelingen van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen, Deel XXI, in welke de Heer Houttuyn denzelven tot het geslacht der Laurieren brengt. In deze Verhandeling wordt dezelve getoond, ene soort van Styrax te zyn.
Art. XXXII. An Account of an Experiment on Heat. (Verslag nopens ene proeve op de Hette, door G. Fordyce.) Deze proefneming is eigenlyk betrekkelyk op het mededelen van Hette. Het is niet duidelyk, met welk oogmerk deze Proeve genomen is, of welk nut men 'er zich van beloven kan. Het geval komt hier op uit, dat Yzer in den beginne de hette niet zo schielyk mededeelt, als de lucht, maar naderhand schielyker, en in grotere hoeveelheid. En dit wist men reeds, dat de lucht een slegte conductor voor de hette is, het geen de Heer Fordyce door zyne eige bevinding in een warm Vertrek heeft kunnen leren. Art. XXXIII. An Account of an Observation of the Right Ascension of Mercury out of the Meridian, near his greatest Elongation, Sept. 1786. (Waarneming omtrent de opklimming en afwyking der Paneet Mercurius uit den Meridiaan, na hare verste verwydering, Sept. 1786. door J. Smeaton.)
Art. XXXIV. A remarkable Case of numerous Births, with Observations (Een merkwaardig geval van ene talryke Geboorte, met aanmerkingen, door M Garthshore.) Het geval, waar van hier gesproken wordt, is dat van vyf Meisjes, te éner dracht geboren; twee van dezelve kwamen levendig ter waereld, en de gehele Verlossing geschiedde binnen den tyd van vyftig minuten. Doktor Garthshore voegt 'er enige aanmerkingen over de betreklyke evenredigheid van Tweeling geboortens hy, die in onderscheidene Landen verschillende is, zo wel als over die van drie, vier en meer Kinderen te ener dracht, die tot gene vaste regelen schynen te kunnen gebragt worden.
Art. XXXV. Chloranthus, a new Genus of Plants, described. (Een nieuw Planten Geslacht, beschreven door Doktor Swartz.)
Art. XXXVI. On the precession of the Equinoxes, (Over het vooruitgaan der Nachteveningen, door S. Vince.)
Art. XXXVII. Abstract of a Register of the Barometer, Thermometer, and Rain, at Lyndon, in Rutland, in 1786. (Uittreksel van een Register, over den stand van den Barometer en Thermometer, nevens de hoeveelheid van Regen &c. door T. Barker.)
Art. XXXVIII. Observations on the Structure and Oeconomy of Whales. (Waarnemingen, omtrent het maakzel en de huishouding der Walvisschen, door J. Hunter.) Ene Ontleedkundige Beschryving, die niet geschikt is, om 'er een Uittreksel van te geven. Men kan 'er in het algemeen van zeggen, dat, terwyl het nauwkeurig en uitvoerig bericht van een Dier, het welk zelden binnen het bereik van enen Ontleedkundigen komt, den Heere Hunter de grootste eer aandoet, de naawkeurigheden van Taal en Styl, waar in dit berigt wordt voorgesteld, weinig tot luister der Verzamelingen strekt, in welke deze Beschryving gevonden wordt.
Art. XXXIX. Some Observations on ancient Inks, with the Proposal of a new method for recovering the Legibility of decayed Writings. (Enige Aanmerkingen over de inkten der ouden, benevens een voorstel ener nieuwe Methode, om onleesbaar geworden Schriften wederom leesbaar te maken, door C. Blagden.) De oude zoorten van Inkt schynen uit dezelfde zoorten van stoffen zamengesteld te zyn, als de hedendaagsche. De beste manier, om dezelve in onleesbaar geworden Schrift wederom te doen opkomen, was, het Papier met een getemperd Mineraalzuur te bevochtigen, en 'er dan een Phlogistiek Alkali by te doen, het welk aan de Letters ene helderblaauwe kleur geeft. Intusschen is deze Methode aan enige ongemakken bloot gesteld.
Dit Deel wordt, volgens gewoonte, besloten met ene Lyst der Donateuren en derzelver giften. [Critical Review.] | |||||
[pagina 46]
| |||||
Voorts zyn, gedurende de laastverlopene maand July, alhier de volgende nieuwe Werken en Geschriften uitgekomen: als in het Vak der | |||||
Godgeleerdheid en Zedenkunde.Improved Version &c. of the Prophet Ezekiel &c. Verbeterde Overzetting, Digtkundige Rangschikking en Verklaring van den Profeet Ezechiel, door W. Newcome, Lord Bisschop van Waterford, 4to. 10 s. 6 d. Johnson. The Proverbs of Salomon &c. De Spreuken van Salomon, uit het Hebreeuwsch vertaald, door B. Hogdson, 7 s. 6 d. Lectures on the figurative Language &c. Lessen over de Leenspreukige Taal der H. Schrift, door den wel Eerw. Heer Will. Jones, 6 s. Thoughts on the distinct Provinces &c. Gedagten over het onderscheiden bestek der Openbaring en der Wysbegeerte. 2 s. Sermons &c. Leerredenen van Th. Bisset, D.D. 4 s. A Sermon &c. Leerreden van den Eerw. L. Booker, 1 s. 6 d. Anniversary Sermon &c. Jaarlyksche Leerreden voor de Menschlievende Maatschappy, door den Eerw. Heer R. Pools Finch, D.D. A Sermon at Lambeth &c. Kerkrede, te Lambeth gehouden, by de inzegening des Bisschops van St. Davids, door Layard, 4to. 1 s. Walter. A Sermon before the Supporters &c. Kerkrede voor de onderhouders der Akademische Stigting ten behoeve der Protestantsche Dissenters, door A. Rees, 8vo. 1 s. Johnson. Specimens of Sermons &c. Proeven van Leerredenen en Gebeden, ten dienste der Jeugd, door Hall, 8vo. 2. s. Johnson. Dialogues betwixt a Master and his Scholar &c. Zamenspraken tusschen enen Meester en zynen Leerling, over de Akademie Opvoeding, het eigenaartig gebruik der Rede in den Godsdienst &c. door Wragg, 12mo. Hookham. Letter from a Lady &c. Brief ener Vrouwe van aanzien aan haar Dogter, om den Zondag op ene redelyke wyzs door te brengen, 6 d. Marshall. | |||||
Geschiedkunde, Levens- en Plaatsbeschryving.Characteristic Anecdotes of the late King of Pr.. Kenschetsende Anecdotes van den laatsten Koning van Pruissen, door B.H. Latrobe, 6 s. Epitome of the History of Europe. Kort begrip der Geschiedenis van Europa, door W. O'Dogherty, Schildk. 6 s. Narrative of the Case of G. Lukins &c. Verhaal van het geval van G. Lukins, die gedurende 18 jaren met Duivels bezeten was, en deszelfs verlossing, 4 d. Robinson. A Tour from London &c. Reize van Londen, naar de Wester-Hooglanden en Meiren van Schotland, in den jare 1787. 12mo. 3 s. 6 d. Davis. The Historian's Pocket Dictionnary. Historisch Zak Woordenboek, 12mo. 3 s. Wiltshire, extracted &c. Wiltshire, getrokken uit het Domesday BoekGa naar voetnoot(*), nevens ene Verklaring door H.P. Wyndbam, 8vo. 6 s. 6 d. Wilkie. Account of the Life &c. Verhaal van het Leven, de Schriften en Uitvindingen van John Napier, door den Grave van Buchan en Dokt. Minto, 4to. 7 s. 6 d. Murray. Britisch Biography &c. Britsche Levensbeschryvingen van Wickliff af tot aan den tegenw. tyd, (in Nommers,) 10 Del. 8vo. 2 L. 13 s. 6 d. Baldwin. | |||||
Handel en Rechtsgeleerdheid.Remarks on the situation of Negroes &c. Aanmerkingen op den toestand der Negers in Jamaika, ingevolge van ene dertien jarige ondervinding op het Eiland, door W. Beckford Jun. 2 s. Egerton. An Addres &c. Adres aan de Ingezetenen van Grootbrittannien en Ierland, over de gevolgen der afschaffingen van den Neger-handel, 8vo. 1 s. Evans. New and old Principles of Trade &c. Nieuwe en oude Handelgronden met elkanderen vergeleken: of Verhandeling over de gronden des Koophandels onder de Natien, benevens een Aanhangzel, 8vo. 3 s. Johnson. | |||||
Genees-, Heel- en Vroedkunde.Elements of Medicine &c. Eerste beginzels der Geneeskunde, met brede Aantekeningen, Ophelderingen en Verklaringen, door Dokt. Brown, 2 Del. 8vo. 6 s. Johnson. Connexion of life &c. Verknogtheid van het leven aan de Ademhaling, of ondervindelyk onderzoek nopens de uitwerkzels van verdrinken, verwurgen, met die van onderscheidene soorten van nadelige Lucht op levendige Dieren: nevens een berigt aangaande de Natuur van de ongesteldheid, daar by veroorzaakt, het verschil daar van met den dood zelven, en de kragtdadigste Geneeswyze, door E. Goodwyn, 8vo. Johnson. Comperative View of the Mortality &c. Vergelyking van 's menschen sterflykheid in alle Leefperken, door Dr. W. Black 8vo. 6 s. Dilly. Experimental Observations &c. Proefondervindelyke Waarnemingen omtrent de Wateren van Spaa en Aken, door I. Ask M. D. 5 s. Thougts on the Cancer &c. Bedenkingen over de Kanker in den Borst, door G. Bell, 8vo. Johnson. An Essay on the Epidemic Diseases &c. Proeve over de Epidemische Ziekten der Kraamvrouwen, in de jaren 1787, 1788. door John Clarke, 4to 2 s. 6 d. Johnson. | |||||
Natuurlyke Historie, Landbouw.Toberni Bergman, Meditationes de Systemate Fossilium Naturali, in usum Oryctologiae Studiosorum iterum typis mandatae, 2 s. 6 d. Rivington Lettres on Agriculture &c. Brieven over den Landbouw, het Planten &c. door de Maatschappy des Landbouws te Bath 8vo. IV Deel 6 s. Dilly. | |||||
Krygskunde.Military Memoirs. Krygskundige Gedenkschriften, Van Tielke uit het Hoogd. door Kapitein Craufurd, Deel I. Walter The art of War &c. De konst des Oorlogs op Zee, uit het Fransch van den Burggraaf de Grenier, 7 s. | |||||
[pagina 47]
| |||||
Aardryks-, Sterrekunde &c.Treatise on Geography &c. Verhandeling over de Aardrykskunde, gebruik der Globes en Sterrekunde, door W. Fairman, 4 s. Johnson. | |||||
Letter- en Taalkunde, School-Onderwys &c.Observations on the 4th Eclogue &c. Aanmerkingen over den 4 den Herderszang, het 3de Landgedicht, en het doel van den Aeneas van Virgilius, door S. Henley. P. Virgilii Maronis, Georgicon. Lib. IV. Illustrabat, explicat, emendabat, G. Waterfield, 3 s. 6 d. Analecta Latina, 1 f. 6 d. ... Graeca Evangelica, 1 s. New Grammar. Nieuwe Spraakkonst om de Fransche Taal te leren, 2 s. Bell The Sunday Scholar's Catechist. Zondaagsche School Onderwyzer &c. door Trimmer, 12mo. 2 s. Johnson. The Sunday's Manual. Zondaagsch Handboek, door denzelven, 24vo. 1 s. Sacred Extracts. Uitwerkzels uit de H. Schrift, 4 s. New Expositor, &c. Nieuwe Uitlegger, bestaande in Woordlysten, &c. door F. Wragg. | |||||
Digtkunde.The Poëtry of Anna Matilda Digtkunde van A. Matilda, naar een oorsprongelyk Handschrift van den Generaal W. Waller, 3 s. 6 d. Bell. The Sorrows of Werther. Het Lyden van Werther, een Digtstuk, door Juffr. Amelia Pickering, 5 s. Cadell. Poëms &c. Gedigten by verscheiden gelegenheden, door den Eerw. G. Cotter, 2 Delen, 4to 10 s. Wallis. Lines written &c.. Regelen, te Twickenham geschreven, toegekend aan Lady Basett, door D. O'Bryen, 1 s. Dobrett. | |||||
Kleine Romans.Tales, &c. Vermakelyke en aandoenlyke Vertellingen, 2 Del. 12mo 5 s. Lane. St. Julian's Abbey &c. De Abdy van St. Juliaan, een Roman, 2 Del. 12mo. 5 s. Lane. Helena &c. Een Roman, 12mo. 2 s. 6 d. Richardson.
Nederlanden . Offerhanden aan Hymen en Apollo, door B Fremery, 2de Deel, te Dordrecht, by A. Blussé en Zoon, gr. 8vo. Verzameling van Placaten en Resolutien, 4de Deel, te Campen, by J. A Chalmot, gr. 8vo. Aan de Hedendaagsche Recensenten in 't Algemeen, te Leyden, by C v. Hoogeveen, Jr. gr. 8vo. Christoffel de Gama of het beleg van Goà, door J.E. de Witte, in 's Hage, by D. Munier, kl. 8vo. Nederlandsche Beroertens, VIIde Deel, te Harlingen, by V. v.d. Plaats, te Amsterdam, by P. Conradi, gr. 8vo. Brieven van Sterne, te Amsterdam, by J.J. Wolters, in kl. 8vo. Bybel der Natuur, door Scheuchzer en L. Meyer, Vde D. Amst. by M. de Bruyn, gr. 8vo. Emmerik, naar het Hoogduitsch, van J.G. Muller, 2de Deel, Amst. by A. Mens Jz. gr. 8vo. Kinderpligt en Zinnebeelden, door Hazeu, te Amst. by W.v. Vliet kl 8vo. P.J. de Fremery, Exegesis Passionum Jesu Christi, Sylvae Ducis, apud J. et H. Pallier, 4to. Ultima Capita Libri Jobi, nempe cap. XXXVIII. XLII. pars, ad Graecam Versionem Recensita, notisque Instructa, ab E O. Greeve J S. Min. candid. inter Reformatos. Accedit Tractatus de Metris Hebraicis, praesertim Jobaeis, Pars I Complectens caput XXXVIII et XXXIX. 4to. Daventr. apud L Leemborst. | |||||
Tekeningen en prenten.Aankomst van Fredrik den Tweden, in de Elyzeesche Velden: ene Konstplaat, door van Hoffmann getekend, en, onder het opzigt des Heren van Mechlen, in 't koper gebragt Berlin. [De Gravure is fraai, dog de Tekening slegt.]
Collection de Portraits d'Hommes Illustres vivans. Verzameling van Afbeeldingen der beroemde nog levende Mannen. Parys. [Deze Verzameling word by No's uitgegeven, door Didot, den jongen. Ieder bevat vier Portraiten in Folio, met een Historisch berigt van het zelfde formaat, en word alle twee maanden uitgegeven, beginnende van 3 Maart laatstl. af.] | |||||
Toneel- en ander konstvermaak
| |||||
Narigten en byzonderheden, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk.Het tegenwoordig ongemeen gunstig Jaargety beloofd, hier ten Lande, en elders, enen allervoordeligsten oogst, zo van Veld als Boomgewassen. - De Hooibouw alleen is reeds zo ongemeen voorspoedig geweest, dat de prys van dit Voeder tot ene | |||||
[pagina 48]
| |||||
laagte gedaald is, waar van men bykans gene heugenis heeft. Men koopt de 1000 ponden na genoeg voor de helft van den gewonen prys: en zelfs word verzekerd, dat deze hoeveelheid voor slegts 1 gulden, in 't Landschap Drenthe, naauwlyks kopers konde vinden. - Soortgelyke Berigten van ongemene vruchtbaarheid ontvangt men ook dagelyks uit andere Landen, gelyk mede uit de West-Indiën.
Van Yarmouth word gemeld, dat de Haring, dit jaar langs de Kusten zwemmende, in zo menigvuldige en talryke Scholen bespeurd was, als men zelden te voren zag.
De Koning van Napels heeft den Impost op het Zout opgeheven, ten einde de Zoutevisch-Redery te begunstigen en aan te moedigen, en, langs dien weg, de uitgave van ettelyke Duizenden Ducaten, aan van buiten ingevoerde gezoutte Visch, voor zyne Ingezetenen te besparen.
In den Kerkelyken Staat is ene belasting van 20 pCt. op de vreemde Tabak in bladen, en van 30 pCt. op de verwerkte, gelegd. - Aldaar is, zedert enigen tyd, de Land- en Akkerbouw zo zeer aangemoedigd en beyverd, dat men hoopte, weldra, gene Aardgewassen, uit vreemde Landen, te zullen behoeven.
De Walvisvangst beloofd, tot dus verre, voor dit jaar, weinig voordelen aan de Scheepsreders, zo in de Republiek, als in Engeland en andere Landen. | |||||
Letterkundige anekdoten.Van de weinige Gedenktekens, die ons van de aloude Vaderlandsche Geschiedenis nog zyn overgebleven, heeft men wederom kunnen goedvinden, een te vernietigen. In de Kerk van het Klooster te Mannsfeld lag, tot over enigen tyd, de Helft der Grafzerk van den vermaarden Graaf Hoyers van Mannsfeld, die in den bekenden Slag by het Wolven-Bosch, zyn leven liet. Dit Gedenkteken, bestaande in een groten, harden, vierkantigen Steen, waar in een diepe groeve was uitgehouwen, in welke het Lyk des Helds voor heen gelegen hadde, zou nog honderde jaren, den roest des tyds hebben kunnen trotseren, en was zelfs van de Hunnen en Seracénen verschoond gebleven. Te vergeefsch egter zullen voortaan de Reizigers naar hetzelve vragen, overmits, in den voorleden Zomer, van het jaar na Kristus Geboorte 1787. de Over-Amptman Krebs, aldaar, met voorkennis van den plaatselyken Pastor Hildebrand, dit Gedenkstuk uit de Kerk heeft laten weghalen, - niet om het elders ten toon te stellen, waar de onderzoekers der Oudheid het zelve meer nauwkeurig konden bezigtigen: Maar - hebbende den Steen tot een Voederbak voor zyne Koeyen doen uithouwen!! Hy beloofde, wel is waar, in vergoeding daar voor, een Zitbank in de Kerk te zullen laten maken; dog men gelieve te weten, dat zy reeds overvloedig daar mede voorzien is. Uit het Mannschfeldschen, 29 Juny 1788. | |||||
Geboorte- trouw- en sterflysten.Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 165: in 's Hage 27: en te Haarlem 17, onder welken laatsten 7 beneden de 12 jaren. | |||||
Openbare verkopingen van boekeryen en konstverzamelingen.De Bibliotheek van wylen den Opperbergraad en Hoogleeraar Goldhagen , te Halle, die, buiten de Geneeskundige en andere Schriften, zeer vele voorname Werken bevat, tot de Natuurlyke Historie behorende:- onder anderen, Pennant, Brittische Thiergeschichte &c. von Murr, Essenberger und Lichtensteger, Abbildungen verscheidener Fische, Slangen enz. Merian, Metamorph. Insect. Surin. Gronovii, Museum Ichthyol. Geuseppe Ginnanii Ravenn. Oper. Posthume, in Venezia 1755 en 57. Gässner, Fischbuch von Forer, Zurich 1575. Cl. Wormii, Museum Wormianum; Jean de Laet, Hist. du Nouveau Monde, a Leyde 1640. Jacobaei, Museum Reg. Danic. La Nov. Histor. Natur. di Ferrante, Imp. Napol Ven. 1672; von Archensville, Conchyliologie. Rumpss Amboinische Raritäten-Kammer, Wien 1766; Della Storia Nat. Marin Dell. Adriat. Venezia 1750; Kudinger, Entwurf einiger Thiere, 7 Theile; Frisch, Vorst. der Vogel Duitschl. Valentins, Abhandel. von Schnecken &c. Wien 1773. Muller, Zoologia Danica; Index Testarum. Conchyl. quae adservantur in Museo, Nic. Gualteri, Florent. 1742. Lister, Histor. Conchil Londen 1685. Swammerdam, Bibel der Natur, Leipzig 1752. Willugbbei, Hist. Pisc. Oxon. 1686. Ejusd. Ornithol. Lond 1676. Indische Zoologie von Forster; Rumphius, Amboinsche Rariteitkamer, Amsterd. 1705. Rösels, Naturl. Hist. der Frösche; Walchs Natur-Geschichte der Verstein, 5 B. - Zal, nevens een aanzienlyke Verzameling van zeer goede Physische. Optische en andere Instrumenten, den 8 Sept. dezes jaars, en volgende dagen, te Halle, verkogt worden. Buitenlandsche Commissies worden, behalven by den Vendumeester Werner, ook by de Heren Krygs en Domeinraad, als mede Prof. Forster, Profess. Gren, en Raadsheer Goldhagen, aangenomen, by welken ook de Catalogus te bekomen is.
De Uitgever dezes heeft in 't Nederduitsch uit het Hoogduitsch laten vertalen, en zal eerstdaags het licht doen zien: Heelkundige Mengelschriften, uitgegeven door J.L. Schmuiker, 1. Deels 1 Stuk.
Te Haarlem by A. Loosjes. |