Algemene konst- en letterbode. Jaargang 1
(1788)– [tijdschrift] Algemeene Konst- en Letterbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 25]
| |||||||||||||||
Berigten.
| |||||||||||||||
Italien.Doctor Cirillo, te Napels, een der voornaamste Geneesheren van Italien, geeft thans twee belangryke Werken voor de Natuurlyke Geschiedenis dezer Landen uit. 1) Icones Plantarum Napolitan. 2) Icones Insector. Napolit. Van ieder derzelven is onlangs een stukje in 't ligt gekomen. Het is te wenschen, dat de verdienstelyke Schryver genoegzame aanmoediging voor het vervolgen zal vinden; 't geen ondertusschen slegts zelden alhier het geval is, daar de Schryvers alles op eigen kosten moeten uitgeven, en nog bo- | |||||||||||||||
[pagina 26]
| |||||||||||||||
ven dien, door de Boekhandelaren, welken zy hunne Werken in commissie geven, gekneveld en opgeligt worden. De Regering, of wel de Koninglyke Familie, doet veel ter bevordering der Wetenschappen, en men kan alles hopen van de bekende kundigheden en yver der Koninginne. Met dit alles is het vertier van al 't geen de Wetenschappen betreft, tot nog toe, gering, en langzaam; 't geen des te meer te verwonderen is, daar men alhier een aanmerkelyk aantal van verdienstelyke geleerde mannen, in velerleye Takken, vind: schoon zy allen op zig zelven staan, geen geheel uitmaken, en het vaak onder elk anderen onëens zyn. Hier komt nog by, dat de onwetenheid van anderen alle konstenaryen aanwend, om regtschapen mannen te dwarsbomen. De Heer Cirillo heeft ook nog geschreven: 1. Observazioni pratiche intorno alla lue venerea. 2. Nosologiae Methodicae rudimenta. 3. De essentialibus nonnullarum Plantar. Characterib. 4. Reslessioni intorno elle acque adoperete per la concia de Quoi. 5. Fundamenta Botanica. 6. Oratio pro studiorum instructione. benevens 7. Ene Verhandeling over de Hospitalen en Gevangenissen, die zyn hart eer aan doet.
De Heer Cavolini gaat met roem voort, in het bearbeiden der MolluskenGa naar voetnoot(*), van het Napolitaans Meir: een water zeker, 't geen een onafmetelyk leerzaam veld aanbied!
De Heer Poli heeft ene nieuwe verbeterde Druk van zyne Natuurkunde uitgegeven: ook is van het beste Staatkundig werk over de beiden Sicilien, waar van de Heer Galanti schryver is, met het begin van Maart, een 2de Deel uitgekomen. Dit stuk doet in allen opzigte den Opsteller eer aan, en verdient van naby gekend te worden: zynde met vlyt en naauwkeurigheid bearbeid. De Verhandeling des Heren Diodati, waarin hy tragt te bewyzen, dat de Zaligmaker Grieksch gesproken heeft, zal wel ligt, buiten 's lands, niet onbekend zyn. - De Abt Fortis, wegens zyne Natuurlyke Geschiedenis zo beroemd, heeft twee ongemeen belangryke handschriften over de Natuurlyke Historie voor den druk in gereedheid. De Ridder Vivenzio, eerste Lyf-arts van Napels, arbeid aan een zonderling Werk, over de Aardbevingen van Calabrien. Het zelve zal dienen voor ene nieuwe en verbeterde uitgave van zyn eerste Werk, waar in hy niets minder bewyst, dan dat de Aardbevingen, als een Elektrieken oorsprong hebbende, door het graven van grote Lugtgaten in de Aarde, kunnen afgeleid worden. Opmerkelyk is het, dat de Hoogleeraar Hollman, te Göttingen, voorheen, enen dergelyken inval hadde, De beroemde schryver zal tevens met een trek van de pen alles om verre werpen, 't geen over de mogelykheid en het aanwezen van den Natuurlyken Salpeter gezegd is. De Abt Iertis namelyk, heeft, enigen tyd geleden, één der grootste Salpetermynen in Apuleja op nieuws ontdekt: die, zedert, door verscheidene verstandige Natuurkenneren is bezogt geworden, eenparig verklarende in dezelve ware Salpeter gevonden te hebben; gelyk dan ook de Regering reeds ettelyke honderd Ponden goede Salpeter daar uit liet opdelven. - Dit alles ondertusschen word, in dit aangehaalde Werk, als ten enenmale valsch, tegengesproken en wederlegd: waar toe men kan afleiden, dat gene geringe bekwaamheden en aandrang van den kant des Ridders gevorderd worden. Een Napolitaansch Akademist, de Heer Capelongo, heeft het Digtstuk van S. Serenati, over de Geneeskonst en Physologie met enige ophelderende Aantekeningen uitgegeven, die insgelyks zeer zonderling zyn. Serenati hadde onder anderen gezegd, dat wanneer een zwangere Vrouw een zwarte Muis, die by den staart gevangen is, opëet, haar kind zwarte ogen krygt. - De goede Heer Capolongo verwonderd zig daar over wel niet: dan hy beschouwd het als overgelovigheid, dat de Muis juist by den staart moest gevangen worden! Trouwens de man heeft buiten dien zeer merkwaardige Werken geleverd, b.v. ene verzameling van Grafschriften, op zyne nog levende Vrienden en Begunstigers. De Hoogleeraar Petagna heeft ene Beschryving der Insekten van Calabrien in 't ligt gegeven, uit de schriftelyke aantekeningen van twee ordentelyke lieden, die dat Land doorreisd hebben: ook heeft hy het stelzel der Planten van Linnaeus op nieuw laten drukken. Een der beste Bergstofkundigen van dezen tyd, een waardig leerling der Heren Werner en Klaproth, de Heer John Hawkins, Schildknaap, is onlangs van Griekenland, te Napels aangekomen. Hy heeft de aloude Bergwerken der Athenienseren bezigtigd, en hadde, tusschen het gebergte Laurium en Kaap Coloni, meer overblyfzels van Bergwerken gevonden. Van Salonika bezogt hy insgelyks de beroemde Zilvermyn van Siderocapse. Hier arbeidden 150 Grieken, onder opzigt van twee Geestelyke Mynmeesteren. Hy zal eerlang ene beschryving daarvan uitgeven. Tot zo verre reisde de Heer Hawkins, in gezelschap van den Engelschen Kruitkenner Sipthorp, die een Faunam et Floram Graecam staat in 't ligt te geven; hebbende enige honderden nieuwe Planten gevonden. Vervolgens hadde de Heer Hawkins, alleen, het vermaarde Volkaansche Eiland Santorin bezogt, waar over hy insgelyks binnen kort een uitvoerig berigt zal geven. Op zyne reizen, door den Archipel, bevond hy, dat in alle hedendaagsche Aardryksbeschryvingen by na alle namen der Eilanden en plaatsen veranderd zyn. Hy trof in Konstantinopolen ettelyke Alchymisten aan. - De Heer Siptthorp heeft ook nog een Floram en Faunam van Cypren in gereedheid. Deze Reiziger heeft een | |||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||
bekwaam Tekenmeester by zig. Men kan dus zeer veel van zulk enen wagten.
De Heer Hofraad Zimmerman staat eerstdaags een Berigt nopens de grote Salpetermyn van Wolfaita, die hy, in gezelschap met den Heer Hawkins, bezogt heeft, in druk uit te geven.
Het Institut der Wetenschappen , te Bologne, dit jaar, den prys voor de Beeldhoukunde niet hebbende kunnen uitdelen, by gebrek aan ingekomen stukken, heeft op nieuw, voor het jaar 1789, het volgend onderwerp opgegeven. ‘De Genie der Mildadigheid, hebbende aan hare regterzyde de Schilderkonst, die zy bekroond, zig gereed houdende om ook de Beeldhoukunde te bekronen, welke dit zediglyk van de hand wyst. De Bouwkunde moet op zekeren afstand geplaatst worden, met aanduiding, dat deze, op haar beurt, naar den prys dingt, dien hare beiden zusters gewonnen hebben. De aangewezen figuren moeten, elk afzonderlyk, de Zinnebeelden, die dezelven kenschetzen, digt by zig hebben.’ De Bas-reliefs moeten in marmer, en, in hoogte, niet minder dan 2 ½, en in breedte 3 Romeinsche palmen zyn.
Prys-Onderwerp voor de Bouwkunde . ‘Een Munthuis, met alle de nodige Byvoegzels voor het zelve, als ene gemakkelyke Woning voor den Muntmeester, verzekerde plaatsen tot berging der in bewaring gestelde Kostbaarheden, Wisselkantoren, benevens de Vertrekken, voor de zulken, die aldaar voorzitten.’ Het Plan van 't Gebouw, deszelfs Afdelingen, en de hoogte van de Gevels, met de nodige Verklaringen, moeten alle op afzonderlyke Bladen, van gelyke grootte, die ten minsten 2 ½ Romeinsche Palmen in hoogte en lengte moeten zyn, ingeleverd worden.
Prys-Onderwerp voor de Plaatsnykonst . ‘Het Graveerzel van enig Schilderstuk van een beroemd Meester, waarop ten minsten twee Figuren voorkomen, en 't geen nimmer in plaat gebragt is.’ De Plaat moet op zyn minst de grootte van een quatern royaal Papier beslaan: dezelve zal in eigendom blyven van den bekroonden Konstenaar, die op zyn minst 6 Proefdrukken daar van aan de Maatschappy der stigting zal moeten leveren De Prys voor de Beeldhoukunde zal, naar gewoonte, in een gouden Gedenkpenning bestaan, ter waarde van 40 Romeinsche Zequinen: en die voor de Bouwkunde en Plaatsnykonst, in eene Medaille van 10 Zequinen. De Stukken moeten, in de maand December dezes jaars, onder de gebruikelyke voorzorgen, ingeleverd worden. | |||||||||||||||
Duitschland en Naburige Ryken.De Heer M. Tychsen, tot dus verre buitengewoon Hoogleeraar in de Godgeleerdheid, te Göttingen, is, nu onlangs, tot gewoon Hoogleeraar in de Wysbegeerte aldaar benoemd geworden. De Keurvorst van Saxen heeft ene som van 3000 Daalders, jaarlyks, afgezonderd, tot aankoop van nieuw uitkomende Boeken voor de Bibliotheek, te Dresden. | |||||||||||||||
Nederlanden.Haarlem . De Heer Jan Peres, Horologiemaker alhier, heeft een beweegbaar Planetarium uitgevonden en vervaardigd, van ene geheel nieuwe en byzondere zamenstellinge. De vinding en het maakzel draagt, in allen opzigte, de goedkeuring van des kundigen weg. Men ziet 'er alle de Planeten, tot Uranus toe, met hare Satellieten, op, in derzelver waren afstand van de Zon, in ene evenredige Hoegrootheid, met betrekking tot de Aarde. Een Lantaarn, door ene kaars verligt, voor ene Zon gebezigd, en, in derzelver stand, daar op geplaatst zynde, wyst ten duidelyksten aan, op welke wyze de Aarde en Maan, door de Zon, verligt, als mede, hoe Dag en Nagt, Zomer en Winter, Lente en Herfst veroorzaakt, worden. - De Zon- en Maan-Eclipsen zyn 'er even zigtbaar op als in de Natuur: en zo wel gehele als gedeeltelyke Verduisteringen, 't zy over de Noord- of Zuidzyde. De Maan beschynt, met een terugkaatzent ligt, de Aarde, en is altyd met dezelve zyde naar haar gekeert. Het Konsttuig is, boven dien, uit hoofde van deszelfs klein bestek, daar het zelve, immers wat het beweegbaar deel betreft, niet meer dan slegts één voet in diameter beslaat, ongemeen geschikt, om, in Collegien en Gezelschappen, over de Sterrekunde lessen te geven, en te spreken; te meer, daar het zo schielyk kan bewogen worden, dat men den loop van een geheel jaar, in minder dan een vierde deel uurs, daar aan beschouwen kan.
Woensdag, laatstleden, des voormiddags, zyn, in de Teken-Akademie, alhier, op de Zaal van het Princenhof, uit naam van de Wel Ed. Heren Direkteuren dier Akademie, de Eerepryzen uitgedeeld, aan de Tekenleden, die, gedurende den jongst verlopen Winter, zo naar het naakte leven, als naar Pleister en Prenten, getekend, en in dezen boven de overigen uitgemund hadden; als mede aan dezulken, die, in de Bouw- en Doorzigtkunde, de meest uitstekende proeven hunner bekwaamheden hadden gegeven; zynde by die gelegenheid, door den Heer A. Loosjes pz. Haerlems-Schilderlof Ga naar voetnoot(*), in Digtmaat, uitgesproken. | |||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||
De Algemene Vergadering der Leden van den Oekonomischen Tak, alhier den 9den dezer begonnen, is den 16den daaraan volgenden gescheiden: zullende wy, in onze eerstkomende een breder verslag geven, van het daar in verrigte. | |||||||||||||||
Nieuw uitkomende boeken, akademische en andere schriften.Amerika . The History of the Revolution &c. Geschiedenis der omwenteling in Zuid-Karolina, van een Engelsch Wingewest in enen onäfhangelyken Staat verwisseld, door David Ramsay, M D. Lid van 't Amerikaansch Congres. in 8vo. 2 delen. Te Trenton, by Collins, 1787. [De schryvers van the English Review eindigen derzelver bredere opgave van dit Werk met deze beöordeeling: ‘Deze Geschiedenis is, wat de zamenstelling betreft, niet zonder verdienste. De manier van verhalen is in 't algemeen duidelyk, en de styl is beurtlings levendig en verheven.’] The Conquest of Canaän, &c. De verovering van Kanaän, in 11 zangen; door Thimoth. Dwight. Te Hartsort, by Eliza Babcock, in 12vo. [Een verbloemd Heldendigt, op de verkregen vryheid en onafhanglykheid der Amerikanen, die daar in door de Israëliten verbeeld worden; gelyk hun Washington, aan wien het stuk is opgedragen, onder den Leenspreukigen naam van Joshua voorkomt. ‘De jonge Digter,’ zeggen de schryvers van the European Review, ‘schoon beneden een Homerus en een Milton te tellen, heeft niettemin recht om voor welmenend gehouden te worden. Zyne loflyke poging, om, het eerst van allen, de Zanggodinnen, in een Gemenebest, 't geen slegts zedert korten tyd bestond, in te voeren, de bescheidenheid, die in zyn gehele werk doorstraalt, het onderwerp, 't geen hy heeft uitgekipt, met een woord, alles, wat daar toe by hem word aangewend, verdient toegeeflykheid, lof en aanpryzing, enz.’]
Italien . Memorie della Societa agraria. Verhandelingen van de Maatschappy des Landbouws te Turin. Aldaar, by G.M. Briolo, 1788. 3 del. in 8vo. van omtrent 200 bladz. ieder. [De Maatschappy van den Landbouw, te Turin, is een der zulken, die, in Italien, na de helft van deze eeuw opgeregt zyn. Dezelve heeft zig verpligt geächt, ene nauwkeurige verandwoording te doen van hare oeffeningen, en hare Verhandelingen, die zo menigvuldig als belangryk zyn, door den druk gemeen te maken. Het 1ste Deel behelsd: 1. Een berigt aangaande de oprigting der Maatschappy. 2. Een redenvoering van den Heer Bissati, aanhoudend Geheimschryver by de opening der eerste zitting. 3. De Handelingen der Maatschappy. 4. Een Redenvoering van den Heer Capra, by de 2de vergadering. 5. Ene bekroonde verhandeling op 31 Jan. 1787. van Dokt. Vilna d'Asti, over de beste middelen om het Hoornvee aan te fokken, &c. zo in de open Velden als op de Gebergten. 6. Ene opheldering van de genomen proeven omtrent den invloed der Electriciteit op de Planten, door de Heren Ingeboutz en Schwanbardt. 7. Ophelderingen en Aanmerkingen nopens ene twede Zy-teelt in het zelfde jaar, door P. Alloëtti, Hoogleeraar in de Wysbegeerte. Het 2de Deel vervat een aantal van 12, zo ingeleverde verhandelingen, als andere stukken, over verschillende onderwerpen, meestal van werkelyke of honoraire Leden. In het 3de Deel vind men ene Proeve van den Heer Don Carlo Guilio, over de vraag, nopens de beste en slegtste Kruiden, die in de Weiden gevonden worden: nevens een verslag aangaande den tegenwoordigen staat der Stad Aqui en haar omleggend oord, met betrekking tot den Landbouw en de Gezondheid, door den Heer Vincenzo Mala carne. Nouvelle Literaire de Firenze.]
Grootbrittanien . Morsels of Criticism &c. Stukjes van Oordeelkunde, ter opheldering van deze en gene plaatsen der H. Schrift, volgens wysgerige beginsels en ene uitgestrektere beschouwing van zaken 4to. 620 bladz. Te Londen, by J. Nichols, prys 1 L. 1 Sch. [De Heer Edward King, reeds bekend in de geleerde waereld door zyne verdienstelyke Proeve over de aloude Kastelen &c. die, uit den opdragt, de schryver van dit stuk blykt te zyn, tragt aan te tonen, dat de Engelsche Bybel Overzetters dikwyls den oorsprongelyken Text kwalyk begrepen hebben, en, ingevolge daar van, ene verkeerde vertaling gegeven, die by, ten aanzien van enige afzonderlyke plaatsen, poogt te verbeteren. Het werk is in 16 Afdelingen onderscheiden; in ieder van welken de schryver, in 't gemeen, eerst een naauwkeurig en netjes gedrukt afschrift van den Griekschen Text geeft (dien hy, zelfs met betrekking tot het Oude Testament, voor zyn oorsprongelyken neemt,) voorts de gewone overzetting van dezelfde plaats; en eindelyk zyne eigen verbeterde vertaling en verklaring. Voor een kleinen staal kan dienen, het onderscheid, 't geen hy in den zin der woorden Hemelen en Hemel maakt, in de aanroeping en twede Bede van het Gebed onzes Heren voorkomende, en waar op hy, by zyne overzetting van het geheel, schoon anders weinig van de gewone verschillende, byzonder stil staat; willende, door de Hemelen, de veelvuldige heerlyke woningen, in welken de Godheid verkeerd, en door het woord Hemel, bepaaldelyk onder dezen onzen Hemel, of de verblyfplaats der Gelukzaligen, verstaan hebben: dezen laatsten in de Zon plaatsende: welke onderstelling hy zig veel moeite geeft, onder anderen met ene menigte van Gezicht, Sterre en Scheikundige bedenkingen te staven. Dit loopt zeker niet weinig uit het begrip van enen anderen wysgerigen schriftverklaarder, die de Hel of strafplaats der verdoemden in dit Hemelligt plaatste.] Lectures on History &c. Lessen over de Geschied- en Algemene Staatkunde. Vooraf gaat ene Proeve over den loop ener vrye Opvoeding voor het burgerlyk en bezig leven; door Joseph Priestly. 4to. 592 bladz., Londen, by J. Johnson, prys 1 L. 1 Sch. De Lessen, in dit werk voorkomende, zyn onder 6 Hoofd-Afdelingen verdeeld: waar in gehandeld word, 1. Over de gebruiken in 't algemeen der Geschiedenis. 2. Over derzelver Bronnen. 3. Over 't geen nodig en dienstig is geweten te worden, alvorens men zig in de Geschiedkunde oeffend. 4. Onderrigtingen om zig de kennis der Geschiedenis meer gemakkelyk eigen te maken en in geheugen te bewaren. 5. Waar op een Geschiedkenner inzonderheid dient te letten: behelzende de 6de en laatste Afdeling, ene algemene beschouwing der Geschiedenis. The Works of Laurence Sterne. De Werken van Laurens Sterne : vervattende de Tristram Shandy, Sentimentele reize, Leerredenen en Brieven, benevens het leven van den Schryver, door hem zelven beschreven: ene volledige en fraaye druk, op schryfpapier, versierd met het Pourtrait van den Autheur en andere koperen platen, in 10 delen, 8vo. Londen, by Rivington & Sons &c. prys 2 L. | |||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||
The life of our Blessed Lord. Het Leven van onzen gezegenden Heer en Zaligmaker Jezus Kristus, door den Eerw. Heer Job Fleedwood, D.D. in 4to. No. 1 en 2. Te Londen, by C. Cooke, 6 d. ieder Nommer. [Dit werkje, 't geen weeklyks met een Nommer, tot 25 toe, staat vervolgd te worden, waar van ieder een fraay gesneden plant aan het hoofd heeft, vervat ene volkomene Geschiedenis van alle onzes Zaligmakers verrigtingen en lotgevallen, gedurende zyn omwandeling op Aarde: nevens een verhaal van het leven, de bedryven en het lyden der Euangelisten, Apostelen, eerste Discipelen en andere vroegere Martelaren: gelyk ook van de verrigtingen van Joh. den Doper, enz.] A Review of the Affaires in the Austrian Netherlands. Beschouwing van de zaken der Oostenryksche Nederlanden, in den jare 1787. 8vo. Londen, by J. Murray, prys 2 Sch. The Monthly Review, voor Juny 1788. N. 6. van het 78ste deel, 8vo. behelzende beöordeling der volgende Geschriften. 1. Pharmacopaeia Coll. Reg. Med. 1788. 2 Priestley's Verdediging van de leer der Unitarissen. 3. Iefferson over Virginia. 4. Kaper's Verhandeling over de Heidens of Goedergelukzegsters. 5. Gibbon's Romeinsche Geschiedenis, 4, 5 en 6de deel. 6. Moseley's Verhandelingen over de ziekten onder de Keerkringen 7. Kennicot's aanmerkingen over het Oude Test. 8. Handelingen van de Koninglyke Maatschappy te Edenburg, Deel 1. 9. Pearson's Beginzels der Heelkunde, 1ste Afdeling. 12. Young's Proeve over de vermogens der Nature. 11. Berkenbout's eerste trekken der Scheidkunde. 12. Plyfair's Atlas voor den Handel en Staatkunde. 13. Freston's Gedigten. 14. Howlett over den aanwasch der armen, enz.] Londen, by S. Becket. Te Londen, by A. Hogg , wordt weeklyks, by intekening, één No. in kwarto, uitgegeven van The Works of Homer, dat is: De Werken van Homerus. De 40 Nommers zullen alle de Werken van dien Griekschen Dichter, als de Illiade van 24, de Odyssea van 24, en de stryd tusschen de Muizen en de Kikvorschen van 3 Boeken, bevatten. - Elk No. is met een Plaat, en het eerste, boven dien, met het Pourtrait van Homerus voorzien. De uitgever W.H. Melmoth , Esq. die ook een nette druk van den Telemachus, en van de Historie der Romans, bezorgt heeft, maakt in den text het meeste gebruik van Pope's Vertaaling; en, in zyne uitgebreide Nooten, van de uitgave en Aanmerkingen van Eustathius, Dacier, Ogilby, Chapman, Dryden, Parnel, Warburton, enz. - In het 10de No. onlangs uitgekomen, begint het XIVde Boek der Illiade.
Frankryk . Voyage d'Auvergne. Reize naar Auvergne, door den Heer le Grand d'Aussi, 8vo. van 560 bladz. met een in 't koper gesneden plaat. Parys, by E. Onfroi, prys 6 liv. [Deze beschryving is opgemaakt uit eigen waarnemingen van den schryver, die zig reeds door meer andere voortreffelyke Werken bekend gemaakt heeft, toen hy, in den voorleden jaare, deze Fransche Provincie bezogt. Het tegenwoordig deel vergat, na ene voorafgaande algemene opgave van de uitgestrektheid, Volkrykheid en Handel van Auvergne, niet meer dan ene Beschryving van Neder-Auvergne, zynde de schryver van voornemens om dit jaar het Opperdeel dier Provincie te doorreizen. Hy begint met Limagne, waar van Clermont de Hoofdstad is, en geeft een naauwkeurig berigt, zo van de lucht als Aardryksgesteldheid, Voortbrengzels, Inwoonders, derzelver Zeden, en van alles, 't geen de Staat- en Natuurkundige Geschiedenis van dit Gewest aanmerkelyks opleverd. Onder die der Bergen verdient zyne beschryving van de Puy de Dome, ene byzondere opmerking.] La Philosophie d'une Femme. De Wysbegeerte van ene Vrouw, in 12vo Parys, by Halaire. [Schoon de bedenkingen, de grondstellingen en raadgevingen die, in dit werkje voorkomen, (zeggen de Schryvers van het Journal Encyclopedicque) juist niet nieuw zyn, en ook de styl beter konde wezen, heeft het stukje egter enige algemene verdienste, uit hoofde van deszelfs juistheid en bondigheid.] Description et usage du Cercle de Reflections. Beschryving van het gebruik der Reflexie-Cirkel, door den Ridder de Borda, Scheeps bevelhebber, Chef van een smaldeel, Lid der Koningl. Akademie der Wetenschappen, &c. 4to. met Tafelen en Platen. Parys. [De Reflexie Cirkel van den Heer T. Meyer, in zyne te Londen, in 1767, uitgegeven Tabula Lunae afgebeeld, hadde, schoon voor Hadlei's Octant te kiezen, nog ene verdere verbetering nodig. Deze, door den Heer Borda gevonden zynde, geeft hy eerst ene beschryving op van een daar na ingerigt werktuig, en wyst vervolgens het gebruik daar van aan: waar na enige berekeningen volgen van onderscheidene waarnemingen, die ter Zee genomen worden, met voorbeelden voor elke berekening. - Onder de Tafelen is ook een, om aan te wyzen, hoe veel verschils een minut voor of na den overgang ener Ster door den Meridiaan, in derzelver hoogte, boven die op den middag, maakt.]
Duitschland. Euripidis Tragaediae Fragmenta, Epistolae, ex editione Josuae Barnesi nunc recusa, Tom. III Continens Samuelis Musgravii Notas integras in Euripidem. Accedunt praeter Lectionis Varietatem Scholia auctiora, Commentationes et Animadversiones virorum Doctorum excerptoe, et Index verborum copiosus. Curavit Ch. Dan Beckius, 1788, gr. 4to. 1090 bladz. Te Leipzig, by Schwickert. [De Heer Prof. Beck heeft hier mede zynen, zedert 10 jaren begonnen, arbeid (zynde het 1ste en 2de Deel van dit Werk, in de jaren 1778 en 1779) gelukkig ten einde gebragt, en door denzelven, den Letterminnaren, niet weinig dienst gedaan; de druk schoon min kostbaar, dan wel andere uitgaven van Euripides, is egter zindelyk genoeg, en heeft dit voordeel, dat men 'er alle de Aantekeningen, die van tyd tot tyd, door enen King, Pierson, Heath, Markland, Valckenaer, Reiske, Brunk, en vooral by de Musgravische uitgave, op deszelfs Schriften, in 't ligt gegeven zyn, hier by elkanderen gevoegd vind: en het geheel verrykt met ene Bladw., die dezen druk verre den voorrang boven alle andere geeft. De Geographia Homerica, &c. Proeve over de Aardrykskunde van Homerus; door Aug. Wil Schleger, te Hanover 1788, in 8vo. 198 bladz. [In dit Werk volgt de schryver de rangschikking van Homerus, en gaat van de meest tot de minst bekende Landen, zo by den Digter als Lezer, over, met byvoeging van enige oordeelkundige aanmerkingen en navorschingen Hy belooft tevens een Nieuwe Kaart van de Aardrykskunde van Homerus. Journal de Scavans.]
Te Leipzig is uitgekomen: Neue Bibliothek der schönen Wissenschaften, enz.; dat is: Nieuwe Bibliotheek der schoone Wetenschappen en vrye Konsten; 35ste deels, 2de stuk, en 36ste deels eerste stuk. Daar elk deel van dit Werk met een Pourtrait opent, vindt men, voor het laatstgemelde Stuk, het Afbeeldzel van Angelika Kauffman, geb. 1742. door J. Reynolds | |||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||
en Thoenert. De stukken in deze beide voorkomende, zyn: 1) Proeve over den smaak in de Bouwkunst, een Werk dat men eerlang geheel verwagt, en, uit deze stalen beöordeeld, zich aanpryst; 2) Over het Noodlot en deszelfs voorstelling als beeld, zo by Homerus als by de laatere Dichters. - De Autheur verklaart de Etymologie van den beroemden Vossius de beste te zyn. - Vervolgens heeft men Beöordelingen, als van Genstenbergs Minona, of de Angelsachsen, een Toneelspel. - von Wezels , Proeve over de kennisse des menschen. - Schaz Bloemen op het autaar der Graziën. - De Beaumarchais Tarare, opera. - Gessners Idyllen, in versen gebragt, door K.W. Ramler. - Moser's, Vaderlandsche Verbeeldingen. - Klockenbrings Opstellen van verschillenden inhoud. - Handboek der Mythologie, uit Homerus en Hesiodus opgemaakt, met Aanmerkingen van Herman, en ene Voorrede van Heyne. - De la Gravure, par Mr. Huber. - en von Stectens Beschryving van Augsburg. - Wordende gesloten door enige Berichten de Konsten en Wetenschappen betreffende.
Nosologia Chirurgia, Thomae Lauth, Medic. Doct. Anat. et Chir. Prof. accedit Notitia Auctorum Recentiorum Platnero, in Usum Praelectionum Academiae, 1788. gr. 8vo. 141 bladz. prys 10gr. Te Straatsburg, by Köning. [In de Voorrede zegt de Schryver, dat hy de Heelkundige Lessen, die Platner over 40 jaren heeft uitgegeven, gevolgd heeft: daar hem egter geen Latynsch Boek bekend is, 't geen thans voor de Heelkonst van zo veel waarde is, als Platners Werk in zyn tyd hadde, schoon de order, waar in deze de kwalen behandeld, hem niet de meest gepaste voorkomt, heeft hy zig de moeite gegeven, om boven al de byzondere of Landziekten (morbos locales) in ene meer natuurlyke rangschikking voor te dragen. De Schryver haalt, by elke ziekte, den Paragraaph aan, onder welke dezelve by Platner voorkomt: vervolgens brengt hy de voornaamste Autheurs by, die zedert over het onderwerp geschreven hebben, en geloofd daar mede het gebrek, in Platners werk, enigermate te verhelpen, tot dat hy zelve in staat zal zyn, de Beginzels der nieuwere Heelkonst in 't ligt te geven. In de Inleiding spreekt hy over de noodzakelykheid om de Genees- en Heelkundige kennis met elkanderen te verënigen, en poogt aan te tonen, dat de kennis der Heelkonst enen Prakticus volstrekt onöntbeerlyk is. Hier op volgen de Voorredens, waar in de Schryver die byzonderheden aanwyst, die hy 'er eigenlyk onder verstaan wil hebben: en wel 1. 't Geen de Wondheelkonst en Wetenschap in zig vervat. 2. De Geschiedenis der Heelkonst. 3. De Werktuigen. 4. De Banden, en ten 5. Het verbinden: wordende by elk Artikel enige schryvers aangehaald, die daar over geschreven hebben. Het Werk zelve is in 2 delen afgescheiden. Het 1ste vervat, in 13 Afdelingen, de Bepalingen dier Kwalen, welke tot de Heelkunde in 't algemeen behoren; terwyl in het 2de die ongemakken opgeteld worden, die byzondere voorwerpen der Heelkonst zyn, en wel naar de onderscheidene plaatsen en delen, waar in dezelve voorkomen. Dezen brengt de Schryver in 3 Hoofdverdelingen of Boeken; vervattende het 1ste de ongemakken van het Hoofd en den Hals. 't 2de die van den Romp, en het 3de dezulken, die zig aan de Leden opdoen. Aan het einde is een Bladwyzer van schryveren gevoegd. De kennis, die weetgierigen aan Autheuren hier uit trekken kunnen, nevens de bondige, alhoewel juist niet nieuwe, schikking, maakt dit Werk van veel belang: zelfs Leermeesters, wien deze manier van onderwys behaagt, kunnen 'er zig als enen gepasten Leiddraad van bedienen. Algemeine Literatur Zeitung.]
Nederlanden . J.C. Ludeman Nagelaaten Brieventas, in 4to. by onderschieden Boekverkopers te bekomen. G. Bennet eerste Brief van een vriend, over het geschil, aangaande de Rede en haar gezag in den Godsdienst, in gr. 8vo. Te Utrecht, by A. van Paddenburg. Beknopt verhaal van den geweldigen Opstand, ontstaan en gelukkiglyk gedempt, aan 't boord van 't Oost Ind. Comp. Schip De Jonge Frank, in den jare 1786, na de Indiën gestevend, uitgegeven door den Kapt. Jacob Veer. Te Dordrecht, by P. van Braam. Almanach der Natuur, voor July en Augustus, kl. 8vo. te Amsterdam, by J. de Jongh. De Bybel, door beknopte uitbreidingen en ophelderende Aanmerkingen, door J. van Nuys Klinkenberg, 16de Deel, gr. 8vo. te Amsterdam, by J. Allart. Nieuwe Nederl. Bibliotheek, VIII. Deel, No. 8. te Amst. by M. de Bruyn. In dezelve worden de volgende Werken beoordeeld, of berichten den aangaande medegedeeld: 1. C. A. Heuman Verklaring over het Nieuwe Testament, door A. Sterk, 10de Deel. 2. S. v. Emdre Bybels Huisboek. 3. J. Edwarts Verhandeling over Gods laatste einde in de schepping der waereld, vertaald door M. van Werkhoven, met een voorreden van C. Brem. 4. J.C. de Munck, de tegenswoordige Regeringsvorm der 7 Vereenigde Provincien. 5. C.W. Decker Proeve ener Verhandeling over de herstelde Regeringswetten der Nederlandsche Republiek. 6. Verhandelingen ter nasporingen van de wetten en gesteldheid onzes Vaderlands. 7. N. Bondt Dissertatio de Cortice Geoffraeae Surinamensis, of Verhandeling over den Bast der Surinaamsche Geoffraea. 8. M. Mendelszoon Wysgerige Verhandeling, vertaald door G. Brender à Brandis. 8. Staats en Characterkundige byzonderheden, betreffende Frederik den tweeden, 2de deel. 9. Taal- en Dichtlievende Oeffeningen, van K.W.D.A.V. 5de deel. 10. Proeve over de Gezelligheid, in 5 zangen. 11. Numa Pompilius, 2de Koning van Romen, naar het Fransch van den Heer de Florian, door J.D. Pasteur. 12. Numa Pompilius, in Nederduitsche Vaerzen overgebragt, door J. Nomsz, 1ste deel. de Heeren van Waldheim, 1 deel, 2 stukken. 13. Reinberg's Liefdesgevallen. 14. Briefwisseling tusschen de Famielje en bekenden van den Vriend der Kinderen, 2de deels, eerste stuk. Brieven aan een Vriend, over het twede Geschrift op de dertien Brieven van den Heer Mr. Zacharias Henricus Aleveyn, door Paulus van Hemert, in gr. 8vo, te Rotterdam, by A. Vis, 1788. Raad voor den Landman, wegens de Kinderpokjes, door S.A. de Moraaz, Med. Dr. te Sommelsdyk, twede vermeerderde en verbeterde druk, te Amsterdam, by W. Holtrop, in gr. 8vo. | |||||||||||||||
Schilderyen en beeldhoustukken.De Heer Tischbein, die zig, in den voorleden jare, op kosten des Hertogs van Saxen Gotha, naar Romen begaf, waar hy ettelyke maanden by den Heer Geheimraad Goethe, bekend wegens zyne veelvuldige Toneelstukken, die zig mede aldaar bevond, inwoon- | |||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||
de, heeft, ter dier gelegenheid, het Pourtrait van dezen zynen Gasthouder en Vriend geschilderd: een ongemeen fraai Schilderstuk, waar in de houding en trekken des Digters meesterlyk uitgedrukt zyn. - Dezen ziet men in het zelve, met een witten Mantel omgeven, en met den Hoed op het hoofd, half zittende en liggende, het peinzend oog, overdekende de wisselvalligheid der ondermaansche zaken, op de Puinhopen gevestigd houdende van een Egyptische Grafnaald, van welker hoge oudheid de beeldsprakige Letters bewys opleveren. Ter zyde is een gebroken Bas-relief, 't geen, in de manier der Grieken, de herkenning verbeeld van Orestes, en diens zuster Iphigenia: een onderwerp door den Heer Goethe, in een Toneelstuk gebragt, en waar aan hy, by den Heer Tischbein zynde, de laatste hand leidde: een gebroken kolom, welks kapiteel naar de Ionische en Korintische order gemaakt is, wyst aan, dat het een Romeinsch Stuk is. Het platte Land van Romen, 't geen zig in het vergezigt verliest, levert aan het oog ene verscheidenheid van Graftomben op der beroemste mannen, langs den Appenynschen weg; en het getal, en de hegtheid der Waterleidingen, duiden de aloude ongelooflyke volkrykheid van dezen Oord aan; verder op ziet men het vermaarde Tusculum Ga naar voetnoot(*), beneden welk de berg Alvano, uit ene vuur-bersting gevormd, zig verheft, en aan wiens voet de Meiren Albano en Nerni, die denzelfden oorsprong hebben, zig uitstrekken. Het oog des wysgerigen Digters schynt deze omkeringen der Nature te bewonderen, en deze zyne verwondering staat op heel zyn gelaat geprent. De Schilder heeft zig tevens toegelegd, om, zo volkomen mogelyk, de kenschetzende trekken van zyn Model aftemalen. Hy heeft niet zo zeer het Pittoresque en Koloriet van Titian en van Dyck, dan wel de juistheid en eêlheid van Raphaël en Holbein gepoogd na te volgen.
Deze zelfde Konstschilder, te Napels, ten huize van den Ridder Hamilton zig bevindende, heeft 'er grote Historie-Stukken geschilderd. Ene Engelsche Dame, welke hy voor de volmaakste levendige schoonheid hield, leverde hem aldaar het model op van zyne fraaye Vrouwen-beelden, gelyk die van Iphigenia, in de herkenning van Orestes. De Keizerin van Rusland gaf duizend Roebles voor het eerste Stuk, 't geen zy van Tischbein zag, aan deszelfs eigenaar: het was ene schets, zo veel men zig kan erinneren, van het Oordeel van Paris. Nog heeft hy te Romen een ongemeen fraai Schilderstuk vervaardigd, verbeeldende de Heerschappy des Menschen over de Dieren. - Deze vertoond zig op hetzelve, in zynen vroegsten staat, kort na deszelfs wording, toen hy nog gene kennis hadde aan Konsten en Wetenschappen, en geheel van de Jagt en Visschery leesde. | |||||||||||||||
Plan van intekening op enige konstplaten.naar de Schilderstukken van den Ridder Van der werf , in de Keurvorstelyke Gaandery te Dusseldorff .
De Schilderyen des beroemden Ridders van der Werff, in de Gaandery te Dusseldorff, zyn te wel bekend, en te algemeen in achting, om 'er enige Lofspraak op te maken. Een Plaatsnyder van Augsburg ondernam, enige jaren geleden, om vier Platen, naar de Stukken van dien Meester, uittegeven. Daar egter dit werk niet voortgezet is, en die Platen thans niet meer te bekomen zyn, hebbe ik besloten, dog op een kleiner formaat dan die van Augsburg, te weten: van 23 duim in hoogte, en 17 duim in breedte, een compleet Stel volgens alle de Stukken van dien vermaarden Konstschilder te ondernemen. Ieder jaar zullen 'er 2 Konstplaten uitkomen, waar van egter niet meer dan 300 Afdrukzels, behalven 40 Proefdrukken, zullen uitgegeven worden. Men zal ook niet boven de 140 Intekenaren aannemen, aan welken, naar rang der Intekening, de Exemplaren zullen afgegeven worden. Men zal een begin maken met het Stuk, verbeeldende Abrahams uitdryving van Hagar, en deszelfs Tegenhanger (Pendant), waar op Sara Hagar aan Abraham voorsteld. De Platen zullen tegen Kersttyd afgeleverd worden. De Intekenings prys voor de Proefdrukken, is 1 ½ carolin. (ƒ16:4:- Hollands) zullende de overigen niet minder dan tot 2 carolin. (of ƒ21:12: Hollands) verkogt worden. Letterdrukken kosten, zo voor de Intekenaren, als in den Winkel, ½ Carolin, of ƒ5.8 Hollands minder. Op 12 Exemplaren, te gelyk genomen, word één toegegeven. De helft der Prys word by de Intekening betaald, en de overige helft by de afgave der Platen. Men kan by niemand anders intekenen, dan by my, en by den Heer Brulliot, Professor en Opzigter der Keurvorstelyke Gallery, te Dusseldorff.
J.C. Huck , Plaatsnyder in zwarte konst, in de Bolkerstraat, te Dusseldorff. | |||||||||||||||
Toneel- en ander konstvermaak
| |||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||
slaagde. De Clavyo, waar van het oorsprongelyke door den Heer Goethe, Dokter in de Rechten en Geheimraad des Hertogs van Saxe-Weimar, is zamengesteld, is een stuk, welk's uitwerking meestal afhangt van de bekwaamheid der Speleren: en, inwelks vertoning men, uit dien hoofde, op verscheiden Tonelen, kwalyk geslaagt is.
Te Hamburg wierd het meesterlyk uitgevoerd, waar de Heer Zuccanni den rol van Clavyo, de Heer Schröeder, dien van Carlos, en de Heer Brokmann dien van Ronac of Beaumarchais, met algemene toejuiching, speelde. Brokmann is zyn wél slagen grootdeels verschuldigd aan zyne schone gedaante en houding. Hy wist het Toneel, in welk Beaumarchais aan Clavyo een bezoek geeft, alle waarschynlykheid by te zetten. Schröeder viel niet by hem af in de verbeelding van Carlos, die voor de twede Personaadje gehouden word, schoon egter deze de meeste levendigheid aan het stuk geeft. De Held, weet men, is eigenlyk de Heer Caron de Beaumarchais: uit wiens Gedenkschriften het onderwerp gehaald is, met enkele verandering van de namen. | |||||||||||||||
Geboorte- trouw- en sterflysten.Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week is geweest: te Amsterdam 183: en te Haarlem 8, waar onder 4 beneden de 12 jaren. | |||||||||||||||
Openbare verkopingen van boekeryen en konstverzamelingen.A Delsos, Konsthandelaar, te Leyden, zal, in de maand Augustus of September 1788. by openbare veiling verkopen: ene uitmuntende Verzameling van konstige en plaisante Schilderyen, van de voornaamste Nederlandsche Meesters, nagelaten door twee voorname Liefhebbers. | |||||||||||||||
Bekendmakingen en prys-opgaven van inlandsche boeken en geschriften.In den Boekwinkel van A. Loosjes, zyn nog enige Exemplaren te bekomen van de volgende werken:
Een geheel nieuw soort van Lottokaarten , in een Koker, zeer netjes gedrukt, en geschikt om by zich te kunnen dragen, is te bekomen by den Uitgever van dit blad. Het complete stel kost, met den Koker, 36 stuiv. Dezelve worden niet in Commissie verzonden, doch moeten voor contant ontbooden worden.
De Uitgever dezes zal in 't Nederduitsch uit het Fransch laten vertalen en het licht doen zien: L. Optimiste, ou l'homme content de tout, en 5 actes, en La Gageure imprevue.
Deze KONST- en LETTERBODE, word alle Vrydagen, mede Uitgegeven, voor 2 ½ stuiv., ieder No. Te Amsterdam, by Dronsberg en Zonen, Leyden Herdingh, Rotterdam D. Vis, 's Hage Scheurleer, en te Utrecht, by A. van Paddenburg. Voorts is dezelve ook te bekomen: te Alkmaar, by Hartemink, Arnhem Nyhoff, Dordrecht Blussé, Deventer Brouwer, Enkbuizen Frank, Gouda Verblaauw, Goes Huisman, Groningen Huizingh, Harderwyk van Kasteel, 's Hertogenbosch Pallier, Hoorn Vermande, Leeuwarden Cahais, Middelburg Keel, Nymegen van Goor, Vlissingen Corbelein, Zaandam Quakkelstein, Zierikzee van der Toorn, Zutphen van Beest, Zwolle Clement, en op meer andere plaatsen. NB. Dezelve word niet in Commissie gezonden, dan aan de Uitgevers. †† Alle Geleerden en Letterminnaren, worden, by herhaling, ten vriendelyksten gebeden, den Schryver van dit Blad, met derzelver Bydragen te verëeren; zullende dezelve, aan het Adres van den Drukker en Uitgever A. Loosjes , te Haarlem, gezonden, dankelyk ontvangen, en, zo dra mogelyk, geplaatst worden. Alle Berigten, als mede de Programma's der Geleerde Genootschappen, worden gratis geplaatst.
Te Haarlem by A. Loosjes.
Te Haarlem by A. Loosjes. |
|