Waarom werd Alfatas ontwikkeld?
De NT2-cursus ‘School en ouders’ wordt door CBE's en CVO's op een aantal basisscholen in Vlaanderen georganiseerd. Doorgaans gaat het om twee halve dagen per week gedurende een schooljaar. De allochtone ouders die deelnemen, vooral moeders, werken in de lessen rond onderwerpen die sterk samenhangen met de school: de schoolstructuur, het oudercontact, de schoolagenda, het rapport, het ziektebriefje, ... De lessen worden zo veel mogelijk afgestemd op het concrete schoolleven. De verschillende taalvaardigheden komen binnen die context aan bod: luisteren (bijvoorbeeld de schoolregels begrijpen), spreken (bijvoorbeeld een afspraak maken met de leerkracht), lezen (bijvoorbeeld brieven van de school begrijpen) en schrijven (bijvoorbeeld een afwezigheidsbriefje invullen).
Als je als lesgever wilt inspelen op de concrete vragen en noden van de cursisten binnen deze context, dan is een kant-en-klare cursus niet de beste optie. Een dergelijk behoeftegericht aanbod vraagt om specifiek materiaal, afgestemd op de context van de school in het algemeen en dat van de specifieke school in het bijzonder.
In heel wat van deze groepen zitten ongeletterde cursisten. AlfaNT2-lesgevers stellen zich vragen over de alfabetiseringskansen van deze cursisten. Ze stellen bijvoorbeeld vast dat de meesten gedurende een schooljaar slechts enkele letters van het alfabet aangeleerd krijgen. Ze merken ook dat het onmogelijk is om deze cursisten in een jaar tijd zo'n niveau van geletterdheid te laten bereiken dat ze brieven van de school zelfstandig kunnen lezen. Bovendien mag de aandacht voor alfabetisering in deze groepen niet ten koste gaan van het werken aan mondelinge vaardigheden. Verder vinden deze lesgevers het ook moeilijk om met