Alfa-Nieuws. Jaargang 12
(2009)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Van over de grensLESLLA 2008 in Antwerpen
| |
Jaarlijks internationaal uitwisselenLESLLA is een platform voor professionals die werken met laagopgeleide tweedetaalleerders en A(N)T2-cursisten. Op de website (www.leslla.org), maar ook via e-mail en in een jaarlijkse conferentie wordt informatie uitgewisseld en gediscussieerd over alle mogelijke facetten van dit werkveld. Men houdt elkaar op de hoogte van relevant onderzoek, van het beleid op dit terrein in de verschillende landen en van interessante ontwikkelingen in de lespraktijk. En men neemt jaarlijks een kijkje in elkaars keuken. Dit jaar was de conferentie georganiseerd door de Karel de Grote-Hogeschool in Antwerpen. Samen met enkele LESLLA-initiatiefnemers van weleer, Ineke van de Craats en Jeanne Kurvers, hebben zij gezorgd voor een boeiend en afwisselend driedaags programma en een geoliede organisatie. De Nederlandse Taalunie sponsorde deze vierde LESLLA-conferentie. | |
Kijken bij collega'sDe eerste dag begon met een bezoek aan de Open School Antwerpen. Hier kregen de aanwezigen uitgelegd hoe het onderwijs aan laagopgeleide en laaggeletterde anderstaligen er daar uitziet, welke lesprogramma's zij kunnen volgen, aan welke groepen zij kunnen deelnemen en hoe zij getoetst worden (zie ook de bijdrage van Helga Gehre elders in dit nummer). De conferentiedeelnemers zaten tijdens deze uitleg op het puntje van hun stoel. Uit hun vele vragen en vergelijkingen viel af te leiden dat elk land worstelt met dezelfde vraag, namelijk: hoe bied je onderwijs aan waarin deze leerders zo goed mogelijk tot hun recht komen en waarvan zij zoveel mogelijk profiteren? Het goed testen en plaatsen van analfabete leerders en het al dan niet gebruiken van hun eerste taal in het T2-onderwijs, zijn onderwerpen die daarbij steevast aan de orde komen. Ook vragen als ‘hoe lang moeten trajecten duren?’, ‘hoe intensief kunnen trajecten het beste zijn?’ en ‘wat zijn haalbare eindniveaus?’ leiden altijd weer tot discussie. Na de uitleg kregen de aanwezigen de gelegenheid een les te volgen in een van de vijf niveaugroepen. Zo konden ze met eigen ogen zien hoe de in Antwerpen gemaakte keuzes in praktijk worden gebracht. 's Middags startte het officiële programma met een warm welkom door de directeur van de Karel de Grote-Hogeschool. Aansluitend presenteerde de Nederlandse Taalunie haar werk als spin in het Nederlandse taalweb, doelend op de samenwerking tussen de drie landen waar Nederlands gesproken wordt: Nederland, Vlaanderen en Suriname. Zie voor | |
[pagina 15]
| |
meer informatie over missie, doel en activiteiten van de Taalunie de website www.taalunieversum.nl. | |
OnderzoekDaarna werden de deelnemers ingelicht over een groot onderzoek dat onlangs in de Verenigde Staten is gestart. Hierin wordt bekeken hoe gestructureerd leesonderwijs bijdraagt aan de verbetering van Engelse lees- en spreekvaardigheid van anderstalige cursisten die in hun eigen taal min of meer analfabeet zijn. Het onderzoek vindt plaats in veertig groepen op tien onderwijsinstellingen in vier verschillende staten. In twintig groepen wordt het gestructureerde leesonderwijs toegepast met behulp van speciale leesinstructieboekjes. In de overige twintig groepen wordt lesgegeven zonder die methode. Cursisten worden aan het begin en aan het einde van een semester getest. De resultaten zullen in 2009 gepresenteerd worden. Ongetwijfeld leren we door deze grote studie meer over wat wel en niet werkt in het T2-onderwijs aan deze groepen. Hierna konden de deelnemers kiezen tussen bijdragen van verschillende universiteiten. Een vertegenwoordiger van de universiteit van Bielefeld, Duitsland, ging in op strategieën en fouten in het proces van leren lezen. De Radboud Universiteit Nijmegen lichtte haar studie naar woordconcepten bij laaggeletterden en analfabeten toe. Van beide onderwerpen is het nuttig meer te weten wanneer je lesmateriaal maakt of lesgeeft aan deze leerders. De universiteiten van Tilburg en Leiden namen de deelnemers mee naar Afrika. Ze gaven hen een kijkje in het gebruik van het Engels als tweede (of vaak derde) taal door laaggeletterden in landen als Eritrea, Gambia en Kenia. De dag werd vrolijk afgesloten met een rondleiding en proefsessie in een van de beroemde bierbrouwerijen van België. | |
PraktijkOp de eerste conferentiedag lag het accent op praktijk en onderzoek. De tweede dag stond in het teken van alleen de praktijk. Een groot aantal docenten uit de volwasseneneducatie in Vlaanderen schoof ook aan, waardoor het deelnemersaantal ruim werd verdubbeld. De plenaire sessie van Heide Spruck-Wrigley (Literacywork, USA) in de ochtend ging over de uitdaging om leerders met zeer verschillende profielen en einddoelen te helpen deze doelen te bereiken. Het ‘one fits all-denken’ is achterhaald, maatwerk is het devies. Maar hoe bied je maatwerk aan cursisten met allerlei diverse achtergronden en leerdoelen (werk, opvoeding, burgerschap, persoonlijke groei)? Hoe | |
[pagina 16]
| |
zorg je voor een flexibel systeem met variabele leerroutes? Enkele veelbelovende methodes uit de Verenigde Staten passeerden de revue. Succesfactor blijkt vaak de koppeling van taaltrajecten aan de einddoelen en het behandelen van specifieke taal uit de (werk-, woon-, school-)praktijk in de taallessen. Waar nodig en mogelijk wordt er gebruikgemaakt van de eerste taal van cursisten. De rest van de dag konden de deelnemers kiezen uit zestien sessies die inzoomden op allerlei facetten van de lespraktijk, zoals actief leren, voortgang meten en taalles koppelen aan beroepstraining. Ook zaken als ouderparticipatie en docententraining kwamen aan bod, alsook het nut van spraakherkenning in taalleerprogramma's op de computer. Een van de sessies ging over de duur van alfabetiseringstrajecten. Om beleid te kunnen beïnvloeden is meer kennis nodig over urenaantallen waarbinnen AT2-cursisten leren lezen en schrijven. Vaak hanteert men een gemiddeld aantal van 600 uur. Veel mensen hebben echter minimaal 800 uur nodig en verschillende landen noemen verschillende urenaantallen. Maar hoe zit het met de percentages cursisten die geen niveauverhoging laten zien ondanks hoge urenaantallen? Hoe tel je uren eigenlijk: alleen de uren in de klas of ook de uren waarin men buitenschools leert? Het is bijna een onmogelijke opgave hier overzicht over te krijgen. Niet dat de deelnemers zich daardoor uit het veld lieten slaan. Er is een vast voornemen om internationaal meer kennis over dit onderwerp te verzamelen. De middag werd afgesloten met een informatiemarkt waar allerlei partijen hun lesmateriaal voor LESLLA-leerders en/of hun docenten presenteerden. Een groep deelnemers keek naar de film Integratie en Taal.Ga naar eind1 Hierin gaat een groep Nederlandse beleidsmedewerkers op taalcursus en werkstage in Marokko. Daar ondervinden zij aan den lijve de stress en uitdaging van het integreren in een voor hen nieuwe samenleving waarvan ze de taal niet machtig zijn. Deze tweede conferentiedag eindigde met heerlijke gerechten in een Marokkaans restaurant in het oude stadscentrum. | |
BeleidDag drie van de conferentie stond in het teken van beleid. Een medewerker van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming gaf een bevlogen lezing over het landelijk beleid ten aanzien van laaggeletterden in Vlaanderen. De bewondering die dit verhaal opwekte bij de deelnemers uit Groot-Brittannië leidde bij hun presentatie van het beleid in hun land tot een flinke dosis Britse humor. Maar ook tot het vaste voornemen zich hard te maken voor betere voorzieningen voor de Britse LESLLA-doelgroep. Daarna kwam de Nederlandse Taalunie opnieuw aan het woord. Ditmaal over haar bijdrage aan het Nederlands onderwijs in Vlaanderen en Nederland. Beleid zou bepaald moeten worden door resultaten uit wetenschappelijk onderzoek. Mede daarom heeft de Taalunie een overzicht gemaakt van het onderzoek dat in de afgelopen 30 jaar is gedaan naar het onderwijs Nederlands.Ga naar eind2 Van de 1160 onderzoeken gaan er 33 over het volwassenenonderwijs. Ook het belang voor LESLLA-leerders van de inzet van taaltechnologie in het taalonderwijs op de computer werd door de Taalunie behandeld. De inzet van taaltechnologie biedt vele mogelijkheden tot eindeloos gevarieerd oefenen, maar dan moeten de technologen en de volwasseneneducatie-experts eerst met elkaar om de tafel voor goed lesmateriaal. | |
ToekomstZo kwamen de drie aandachtsgebieden van het LESLLA-platform, onderzoek, beleid en praktijk, weer bij elkaar. Tot slot kregen de deelnemers zelf het woord. Zij discussieerden over de toekomst van LESLLA, de speerpunten, de website en de volgende conferentie. Grote kans dat die plaats zal vinden in een integratieland bij uitstek, namelijk Canada. |