Kaders
Een paar vragen aan staatsecretaris Van Bijsterveldt
Staatssecretaris van Onderwijs Marja van Bijsterveldt heeft onder meer het onderwerp ‘laaggeletterdheid’ in haar portefeuille. De redactie van ALFA-nieuws stelde haar begin oktober 2007 enkele vragen.
Hoe is de Week van de Alfabetisering 2007 verlopen?
In één woord fantastisch, Het valt op dat de week ieder jaar grootschaliger wordt en met veel enthousiasme wordt georganiseerd. Dat is echt een verdienste. Neem bijvoorbeeld de Nationale Alfabetiseringsprijzen die jaarlijks worden uitgereikt en de première van de documentaire ‘Ongeletterd’ in Tuschinski. Daar waren heel veel mensen bij aanwezig. Stuk voor stuk mensen die ongelofelijk betrokken zijn bij het onderwerp. Je merkt daardoor dat het onderwerp leeft; het staat veel meer op de kaart dan een aantal jaar geleden. Dit jaar ging de hoofdprijs overigens naar een prachtig project van de gemeente Veldhoven gericht op de alfabetisering van Roma-jongeren, waarin zij via een leertraject ervaren dat leren ‘best leuk’ kan zijn. De Roma hebben hun eigen taal en in hun gesloten gemeenschap staat leren niet hoog in het vaandel. Zo'n project verdient erkenning. In dit geval een geldprijs van 15.000. Als je het probleem van laaggeletterdheid breed onder de aandacht wilt brengen van zowel de doelgroep als het grote publiek, is dat natuurlijk geweldig. Eigenlijk is het een foutje dat bewustwording en dus de campagne ‘Leer lezen en schrijven’ niet als aparte doelstelling of mijlpaal is opgenomen in het Aanvalsplan Laaggeletterdheid van OCW. In de Voortgangsrapportage bij dit plan over
2006 wordt dat dan ook opgemerkt. Juist de campagne en de op een groot publiek gerichte multimediaserie ‘Lees en schrijf!’ van ETV.nl zijn erg succesvol. Deze serie wordt op alle regionale tv-zenders uitgezonden. Bewustwording gaat eigenlijk vooraf aan het realiseren van andere beleidsdoelstellingen. Immers, veel laaggeletterden weten niet welke mate van onafhankelijkheid ze kunnen verwerven als ze beter leren lezen en schrijven, Neem bijvoorbeeld iemand die eindelijk onbezorgd de trein kan pakken naar een familielid omdat hij de informatie op de kaartjesautomaat kan lezen. Of een oma die haar kleinkinderen voor het eerst uit Pluk van de Petteflet kan voorlezen, Het lijkt zo'n on-Nederlands probleem, maar dat is het absoluut niet. Bewustwording en het onderwerp uit de taboesfeer halen, daar gaat het in eerste instantie om. Als die basis er is, kunnen wij onze ambities waarmaken.
Hoe staat het met de voortgang van het landelijk Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010, zoals op 2 oktober 2007 besproken in het Algemeen Overleg? Wat zijn de meest opvallende ontwikkelingen? Tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 2 oktober heb ik aangegeven dat er nog een wereld te winnen is. Er zijn in Nederland naar schatting 1,5 miljoen mensen die zoveel moeite hebben met lezen en schrijven, dat zij hier in het dagelijks leven, thuis, op school en op het werk hinder van ondervinden. Zestig procent van de doelgroep vindt zelf niet dat hij of zij een probleem heeft met lezen en schrijven. Slechts zo'n 35.000 mensen zouden overwegen een cursus te volgen om iets aan hun probleem te doen. De cijfers liegen er niet om. We zullen bij OCW dus veel werk moeten maken van het aanvalsplan. Dat doen we ook. Veel doelstellingen zullen we volgens plan realiseren vóór 2010. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die doelstellingen vooral iets zeggen over de inzet: zoveel extra plannen van gemeenten en provincies, zoveel extra leesbevorderingprojecten en ga zo maar door. Het streven naar minimaal 12.500 deelnemers aan een basiscursus bij een van de regionale opleidingencentra krijgt een krachtige impuls door de hoge ambitie van het onlangs gesloten Convenant Laaggeletterdheid. Hierin zijn afspraken gemaakt voor de structurele aanpak van laaggeletterdheid in de samenleving én het bedrijfsleven. Het is goed dat deze afspraken breed gedragen worden. Ik heb eerder wel eens gezegd dat je als