Uit het veld
Alfa NT2: een kleine geschiedenis
Jeanne Kurvers/universiteit van Tilburg
Naar aanleiding van dit jubileumnummer presenteert Jeanne Kurvers een collage van illustraties uit de afgelopen 25-30 jaar alfabetiseringsonderwijs NT2 aan volwassenen. Daaraan is mooi te zien dat twee kerndimensies van alfabetisering van volwassenen (de code leren en functioneel Nederlands leren) beurtelings om aandacht vroegen. En het is een mooie illustratie van voortschrijdend inzicht.
In Die Mutter van Bertolt Brecht komt het volgende fragment voor:
Pelagea Wlassowa leert lezen
Leraar Iwanowitsj (voor een bord): jullie willen dus leren lezen. Ik begrijp weliswaar niet, waar jullie dat in jullie situatie voor nodig hebben, en sommigen van jullie zijn eigenlijk ook al te oud, maar ik zal het ter ere van mevrouw Wlassowa proberen. Hebben jullie allemaal wat om te schrijven? Ik schrijf nu dan drie eenvoudige woorden op: tak, hok, vis. Ik herhaal: ‘tak’, ‘hok’, ‘vis’. Schrijf op.
Sigorski: Waarom juist die woorden? Pelagea Wlassowa: Nicolai Iwanowitsj, moet het per se ‘tak’, ‘hok’ ‘vis’ zijn? Wij zijn al oud en moeten snel de woorden leren die we nodig hebben.
De leraar glimlacht: Weet je, waarmee je leert lezen doet er helemaal niet toe. Pelagea: Hoezo niet? Hoe schrijf je bijvoorbeeld ‘arbeider’. Dat interesseert Pavel Sigorski.
Sigorski: ‘Tak’, komt toch nooit voor!
Pelagea: Hij is metaalarbeider.
Leraar: Maar de letters komen er in voor.
Arbeider: In het woord ‘klassenstrijd’ komen toch ook de letters voor.
Leraar: Maar je moet met het eenvoudigste beginnen, niet meteen met het moeilijkste. ‘Tak’ is eenvoudig.
Sigorski: ‘Klassenstrijd’s is veel eenvoudiger.
Leraar: Er is toch helemaal geen ‘klassenstrijd’s. Laten we dat om te beginnen vaststellen.
Sigorski (staat op): Dan kan ik van u niets leren, als er bij u geen ‘klassenstrijd’ bestaat.
Pelagea: Jij moet hier lezen en schrijven leren, en dat kun je hier ook. Lezen, dat is klassenstrijd!
(Bertolt Brecht, Die Matter, vertaling JK)
Het citaat illustreert prachtig waar het altijd om gaat in debatten rond leren lezen en schrijven en alfabetisering van volwassenen. De klassenstrijd van toen mag dan plaatsgemaakt hebben voor heel andere competenties, het conflict tussen Sigorski, die directe gebruiksrelevantie wil en de didacticus Iwanowitsj die de schriftcode aan wil leren is typerend voor wat al tijden lang onderwerp van debat is over alfabetisering. Het model van de leraar Iwanowitsj gaat over het leren van de code: hoe krijgt een lezer toegang tot geschreven taal en welke expliciete instructie is daarvoor nodig. Het