Alfa-Nieuws. Jaargang 8
(2005)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |||||||
Onder de loepDat wil ik leren
| |||||||
Portfolio Alfabetisering NT2De vraag naar portfolids voor laaggeletterden binnen de educatie is de laatste jaren sterk toegenomen, omdat blijkt dat de portfoliomethodiek ook voor zeer laagopgeleiden een activerende werking heeft en het leerrendement vergroot. Bestaande portfolids werden voor NT2-cursisten in alfabetiseringstrajecten wel gebruikt, maar dit vergde van zowel de cursist als de docent een behoorlijke inspanning. Dat is geen wonder, aangezien veel portfolio's een groot beroep doen op de schriftelijke vaardigheden. Het Portfolio Alfabetisering NT2 beoogt de methodiek van het taalportfolio toegankelijk te maken voor alfacursisten. Het is een uitbreiding aan de onderkant van het Portfolio NT2.Ga naar eind1 Hierin worden ijkpunten gehanteerd die zijn beschreven in het Raamwerk NT2. Dit is een bewerking van het Common European Framework of reference for languages (CEF).Ga naar eind2 Aangezien zowel het Portfolio NT2 als het Raamwerk NT2 net als het oorspronkelijke CEF expliciet veronderstellen dat gebruikers kunnen lezen en schrijven is voor het Portfolio Alfabetisering NT2 | |||||||
[pagina 15]
| |||||||
gebruik gemaakt van de ijkpunten uit het eveneens ontwikkelde Raamwerk Alfabetisering NT2 (zie ALFA-nieuws nr. 1, 2005).Ga naar eind3 Dit raamwerk en de instrumenten waarmee de docent de vorderingen van de cursisten kan monitoren en beschrijven zijn opgenomen in de handleiding behorende bij het Portfolio Alfabetisering NT2. Verder staan er in de handleiding twee manieren beschreven waarop docenten de producten in de dossiers van cursisten kunnen beoordelen (een variant op de evidence guide en het Protocol Portfolio Scoring).Ga naar eind4 | |||||||
Het Portfolio Alfabetisering NT2 bestaat uit:
(Voor nadere informatie over het portfolio en de checklist voor wat betreft de vaardigheden ‘lezen’ en ‘schriiven’, zie de bijdrage van Willemijn Stockmann elders in dit nummer). | |||||||
De checklistDe checklist is een belangrijk onderdeel van het Portfolio Alfabetisering NT2. Deze is ingedeeld naar niveau en bevat voor de cursisten per vaardigheid verschillende concrete, inzichtelijke voorbeelden van taalhandelingen op het betreffende niveau. Door de voorbeelden in de checklist kan de cursist zich een voorstelling maken van de vaardigheid. Aan de hand van deze voorbeelden kunnen de cursisten inschatten of ze een bepaalde (sub)- vaardigheid al beheersen of, als dat niet het geval is, aangeven of dit een leerdoel is voor de komende periode. De checklist omvat onderdelen voor de (functionele) vaardigheden lezen, schrijven en gesprekken voeren. Hierbij is vanaf niveau Alfa B een uitsplitsing gemaakt naar het (uitstroom)-perspectief van de cursist, te weten ‘maatschappelijke participatie’, ‘opvoeding’ en ‘werk’ (zie figuur 1). Figuur 1 Opbouw checklist Alfabetisering NT2
De voorbeelden zijn voor de vaardigheden ‘lezen’ en ‘schrijven’ afgeleid van het Raamwerk Alfabetisering NT2, onderdeel ‘functionele vaardigheden’. Voor de vaardigheid ‘gesprekken voeren’ zijn ze afgeleid van het CEF, niveau A1. De docent kan met behulp van de checklist aan cursisten laten zien wat er van hen verwacht wordt op een bepaald niveau. Met de checklist ontwikkelen cursisten hun capaciteiten tot zelfbeoordeling. Ze schatten in welke handelingen ze denken te beheersen en welke nog niet en ze kunnen aangeven of ze het belangrijk vinden die te leren. Hierna kunnen de docent en de cursist samen bepalen aan welke doelen gewerkt gaat worden. Zo wordt de cursist betrokken bij zijn eigen leerproces. | |||||||
[pagina 16]
| |||||||
Checklist ‘gesprekken voeren’De voorbeeldgesprekken in de checklist voor de vaardigheid ‘gesprekken voeren’ zijn zoals gezegd afgeleid van het CEF, niveau A1. In dit raamwerk staan descriptoren ofwel ijkpunten bij de subvaardigheden ‘informele gesprekken’, ‘zaken regelen’ en ‘informatie uitwisselen’. Deze gesprekken zijn bedoeld als illustratie van wat een cursist kan op niveau A1 voor wat betreft de gespreksvaardigheid. Voor elk van de uitstroom-perspectieven ‘maatschappelijke participatie’, ‘opvoeding’ en ‘werk’ bestaat een op maat gemaakte checklist. | |||||||
Op maat gemaaktDe voorbeelden in de checklist zijn in een voor laaggeletterden toegankelijke vorm gegoten. Gezien het (relatief) lage opleidingsniveau van analfabeten is een laag abstractieniveau noodzakelijk. Daarom is gekozen voor het illustreren van de gesprekken door middel van duidelijke tekeningen (zie figuur 2). Deze tekeningen schetsen de concrete context waarin het voorbeeldgesprek zich voordoet. Zo bieden ze een mogelijkheid om de ‘kennis van de wereld’ van de leerder te activeren tezamen met zijn kennis van het Nederlands, vooral zijn woordenschat. Dit kan de leerder helpen het gesprek te volgen en beter te beoordelen of hij of zij zo'n Figuur 2 Voorbeeld van een tekening uit de checklist ‘gesprekken voeren’
Figuur 3 ‘Monitorgedeelte’ in de checklist
Figuur 4 Voorbeeld van een dialoog uit de checklist ‘gesprekken voeren’.
gesprek zelf zou kunnen voeren. De tekeningen worden voor de meer gevorderde cursist vergezeld van een schriftelijke omschrijving van de context en de uitgeschreven dialoog zelf. Daarbij wordt de cursisten gevraagd te beoordelen of ze de betreffende taalhandeling kunnen uitvoeren. Ook deze antwoorden zijn geïllustreerd met plaatjes, zodat ze ook begrijpelijk zijn voor leerders die (nog) niet kunnen lezen (zie figuur 3).
Omdat leerders van het Nederlands op dit niveau (A1) zelf nog niet zo veel initiatief nemen, is ook hiermee rekening | |||||||
[pagina 17]
| |||||||
gehouden in de checklist. Spreker A binnen elk gesprek neemt steeds het initiatief en houdt het gesprek gaande, zodat spreker B alleen maar hoeft te reageren.(zie figuur 4 voor een voorbeeld van een dialoog). Spreker B demonstreert dus wat de cursist inhoudelijk zou moeten kunnen op niveau A1 (zie figuur 5 voor een bondige beschrijving van het niveau). Uiteraard mag een cursist op A1-niveau daarbij nog wel grammaticale fouten maken en zal hij of zij vaak een sterk accent hebben. De doelen voor het onderdeel ‘gesprekken voeren’ in de checklist wijken dus niet wezenlijk af van het Raamwerk NT2 en het Portfolio NT2, maar zowel de vorm als de inhoud zijn meer geëigend voor (ex)analfabeten. Figuur 5 Niveaubeschrijving ‘gesprekken voeren’, A1. Bron: Raamwerk NT2.
| |||||||
Werken met de checklist ‘gesprekken voeren’Een manier waarop de docent samen met de cursisten aan de checklist kan werken, is de cursisten in de klas eerst de (papieren) checklist voor te leggen, ze de tekening te laten bekijken en deze klassikaal te bespreken. Daarna kan naar de betreffende dialoog geluisterd worden. Dit draagt ertoe bij dat de cursisten gevoel krijgen voor wat voor soort gesprek het is, waar het waarschijnlijk over zal gaan, welke woorden en (standaard)uitdrukkingen daarbij vaak gebruikt worden en welke hiervan de leerder zelf al kent en kan gebruiken. Verder zou de docent de rol van spreker B extra kunnen benadrukken door het betreffende gesprek eerst meerdere keren klassikaal te laten horen, en daarna na te spelen. Dan kan de docent de rol van de initiatiefnemer op zich nemen en kunnen de cursisten om beurten proberen de rol van spreker B te vervullen. Hierna kan dan klassikaal of in groepjes geëvalueerd worden hoe de cursist het heeft gedaan. Dit bevordert ook weer de ontwikkeling van de reflectievaardigheden van de cursisten. Als de leerder voldoende zelfstandig kan werken, is het natuurlijk het mooiste wanneer deze zelf inschat wat hij al dan niet al kan. Als de leerder denkt van wel, kan hij of zij buiten de school (of met een medecursist) een dergelijk gesprekje proberen te voeren om na te gaan of de eigen inschatting klopt. Dit vormt ook weer een extra stimulans tot buitenschools leren. Bovendien krijgt de leerder zodoende een (beter) idee van wat hij daadwerkelijk kan met de taal die hij op school leert. Als de cursist denkt dat hij een bepaald gesprek (nog) niet kan voeren, kan hij vervolgens bepalen of het iets is wat hij wil leren. Dit zijn enkele suggesties die vooral zijn bedoeld om een idee te geven van hoe er aan de checklist gewerkt zou kunnen worden. Docenten die analfabete leerders van het Nederlands als tweede taal (NT2) en/of laagopgeleide NT2-leerders onderwijzen en met deze checklist gaan werken, kunnen vast nog tal van andere mogelijkheden toevoegen. Belangrijk is vooral dat de cursisten door het werken aan hun checklist gemotiveerd raken, leren individuele doelen te stellen en (zodoende) meer vat krijgen op hun eigen leerproces. |
|