geplaatst die te moeilijk was voor haar. Gelukkig is ze niet met de les gestopt, maar zit ze nu sinds september in een groep waar ze wel op haar plek is.
Hoe komt het dat je niet goed hebt leren lezen en schrijven?
‘O, maar ik kan wellezen, hoor. Gelukkig wel. In de eerste klas had ik een juf die veel aandacht aan me besteedde. Daardoor heb ik wel leren lezen. Ik had meer problemen met schrijven. In de eerste en tweede klas gind het nog wel, maar zo ongeveer in de vierde klas lukte het niet meer. Het werd te moeilijk en ik was ook geen lieverdje. Dat zeg ik eerlijk. Als ik op de gang moest staan, dan liep ik gewoon naar huis. Daardoor heb ik ook veel gemist.’
Werd je dan niet teruggestuurd? Kreeg je geen straf thuis of op school?
‘Nee, mijn moeder vond het wel goed dat ik thuisbleef. Zij was vaak ziek, mijn vader werkte de hele dag en dan zorgde ik voor mijn moeder en het huishouden. Ach kind, zei mijn moeder, je trouwt toch wel, dus al dat leren is nergens goed voor. Dat het allemaal anders gelopen is, kon zij niet weten, natuurlijk.’
En na de lagere school?
‘Ja, toen wilde mijn moeder wel dat ik naar de huishoudschool zou gaan. Ze wou dat ik toch wat zou leren, maar daar had ik toen geen zin in. Ik wilde per se gaan werken in de stad en dat heb ik ook gedaan. Daar heb ik nooit spijt van gehad, dat was leuk werk.’
Had je problemen op je werk doordat je niet goed kon schrijven?
‘Nee, op mijn werk heb ik nooit last gehad. Ik werkte als schoonmaakster en daarbij hoef ik niet te schrijven. Dat doe ik nog steeds en dat gaat goed. Het kwam toen ik als vrijwilligster helpen bij zieke mensen. Toen moest ik opschrijven wat ze wilden eten en drinken. Dan wist ik niet hoe je alles precies moest schrijven. Dat vond ik heel vervelend. Ik was bang om fouten te maken en om uitgelachen te worden. De namen kon ik ook niet goed schrijven. Toen dacht ik: stel je voor dat er iets gebeurt met een van die mensen, omdat ik het fout geschreven heb. Toen ben ik gestopt met dat werk.’
Ben je daarom naar les gegaan?
‘Ja, iemand in de familie die zelf lerares is, wist dat er cursussen zijn waar je kunt leren lezen en schrijven. “Je bent nooit te oud om te leren,” zei ze. En daar had ze in.’
Hoe gaat het nu op school?
‘Coed, ik vind het leuk om te doen en het gaat ook wel goed, volgens mij. Ik begrijp nu de regels veel beter.’
En dan?
‘Ik leer nu schrijven en als ik het kan, ga ik weer dat vrijwilligerswerk doen. En als ik dan iets moet schrijven, dan heb ik zelfvertrouwen. Dan weet ik dat ik het kan.’