Alfa-Nieuws. Jaargang 7
(2004)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||
[Nummer 2]Werk in uitvoeringKoekjes bakken en Nederlands leren
| |||||||||||||||||||||||
De startKlaarleggen van de ingrediënten.Uit de nulmeting bij de start van het traject, bleek dat er 12 personen analfabeet waren; allemaal vrouwen in de leeftijd van 28-55 jaar. Daarnaast hadden tien personen voor lezen een erg laag niveau: minder dan A1. De rest had een aanvangsniveau variërend van A1 tot en met B1. We begonnen met een periode van tien weken 2 uur per week met een groep werknemers met een verschillend taalniveau. Iedereen was mondeling goed aanspreekbaar. We werkten vooral aan houdingsaspecten, samenwerking, het belang van initiatief tonen, eigen verantwoordelijkheid nemen en kennis van de productie in het bedrijf. Verder keken we met de werknemers welke strategieën zij toepasten. Zie de top tien van de 44 strategieën op de werkvloer uit het boekje ‘Strategieën van anderstaligen in de communicatie op de werkvloer’ van | |||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||
Femmy Witte en Ahmed ZekhniniGa naar eind2. Kijken en nadoen is algemeen gebruik op de werkvloer, maar ook aanwijzen wat men bedoelt en gebruikmaken van signalen paste iedereen al toe tijdens het werk. Pen en papier meenemen, een verzoek om uitleg toelichten, of het oefenen van woorden in gesprekken was minder gebruikelijk. Voor ons was dat een kwestie van de cursisten zich bewust laten worden dat dat je leerproces positief bevordert. Na tien weken gingen we in aparte groepen aan de slag met het alfabetiseringsproces: 20 weken × 2 uur les in eigen tijd. In die tijd hebben we alle vrouwen gealfabetiseerd. Van de cursisten verhoogden er negen hun niveau van lezen en schrijven met 1 tot 1,5 niveau. Figuur 1 is een weergave van testafname bij intake (ICE intaketoets) en na 30 weken aan de hand van de ICE vorderingentoetsen.
Figuur 1: grafiek toetsscores
| |||||||||||||||||||||||
Het receptHoe stel ik het samen?Als docent NT2 met ervaring in alfabetisering wist ik me geconfronteerd met de vraag: ‘Hoe pakken we dit aan?’ Een aantal gegevens leidden naar de eerste opzet en invulling:
Op basis van de doelen en deze gegevens werd een lesopzet gemaakt, die er als volgt uitzag:
Het lesmateriaal bestond bijna geheel uit materiaal van de werkvloer. Dit bewerken we. Dat wil zeggen, we knippen, vergroten, veranderen de lay-out, (minder tekst op een pagina) we maken het leesbaar. Naast onze bewerkte versie gebruiken we altijd de authentieke bedrijfsversie. De medewerkers moeten de teksten herkennen tijdens het lesmoment, maar vooral ook erna. Hierna zal ik op elk gedeelte afzonderlijk iets dieper ingaan. | |||||||||||||||||||||||
Verschillende smaken Afwisseling in vaardigheden.Mondelinge gedeelteZoals eerder vermeld zijn de meeste mensen redelijk aanspreekbaar. Ze spreken echter krom, zijn niet altijd verstaanbaar voor collega' s en zijn vooral bang om te spreken met de baas, of met de mensen van de bedrijfsleiding. (‘Hij toch niet begrijpen’.) Om aan al deze elementen te werken, gebruiken we de methode Vakgesprekken en dan met name de ‘doorsprekers’. Die bieden de mensen meteen het gereedschap om een aantal standaardzinnetjes goed te gebruiken. De cd, haast ritmisch, geeft steun. Er is veel herhaling nodig om de standaardpatronen in te slijpen. Een combinatie met Total Physical Response helpt erbij. Het werpt zijn vruchten af als opeens een van de werknemers op de deur van de kamer van de bedrijfsleider klopt en zegt: ‘Mag ik wat vragen?’ Een ander belangrijk mondeling onderdeel is het praten over de bedrijfsteksten, het mobiliseren van de voorkennis voordat we de teksten gaan bekijken, het praten over zaken die iedereen op de werkvloer tegenkomt. In de Nieuwsbrief van Merba staat een stukje over hygïene. De kop luidt: ‘Merba moet veel schoner worden’. (zie figuur 2) Aan de hand daarvan praten we over de schoonmaak aan de lijn. Wanneer doe je dat? Hoe doe je dat? Doe je het uit jezelf, of alleen als iemand het tegen je zegt. Waarom is schoonmaken in dit bedrijf zo belangrijk? Vind je schoonrnaken leuk? | |||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||
Figuur 2
| |||||||||||||||||||||||
Schriftelijke gedeelte: alfabetiserenTaalvakwerk heeft een eigen specifieke aanpak van het leren lezen en schrijven ontwikkeld, afgeleid van bestaande methodes. We leren de korte klanken a, e, o, u, i aan en meteen eraan gekoppeld de lange klanken, de aa, ee, oo, uu, ie. Telkens met het zelfde patroon: luisteren, herkennen, (na) schrijven. Het herkennen gebeurt in bedrijfsteksten. Waar staat de a in inpakken? Of de ee van deeg? Meteen erna komen op dezelfde manier de oe, eu, ui, ou/ au, ei/ ij aan bod. En de herkenning is er weer aan de hand van de bedrijfsteksten: koekje, fabriek, kleur, geur (zie figuur 3).
Figuur 3
Spelenderwijs komen de medeklinkers erbij. Op zichzelf niets nieuws. Het specifieke zit in het feit dat we doorgaan met de stof, ook als nog niet iedereen elke klank beheerst, dat we elke klank telkens weer terug laten komen. En we gebruiken een combinatie van de structuurmethode en de globaalmethode. We koppelen mensen die gemakkelijk leren aan mensen die problemen hebben. Zo leert men aan en van elkaar. Het leesproces kwam sneller op gang dan het schrijfproces en nog steeds blijven de oe en de eu hardnekkige problemen in het schrijfproces. Als we er zo op terugkijken, dan hebben we alle stappen in het alfabetiseringsproces snel na elkaar en snel in elkaar verweven aangeboden, inclusief het kilometers maken in het leesproces, omdat er telkens weer stukken tekst uit het bedrijfvoorhanden waren. Inmiddels lezen de mensen technisch wat er staat; het tempo ligt echter bij sommigen nog wel zeer laag. | |||||||||||||||||||||||
Schriftelijke gedeelte: bedrijfstekstenIn dit gedeelte van de lessen leren we de mensen om de formulieren in te vullen waar zij zelf mee te maken hebben. Eerst vulde de ploegchef die formulieren in, maar iedereen kan inmiddels zijn naam invullen, zijn lijn, het kruisje op de goede plaats zetten, of aan iemand om hulp vragen als hij er zelf niet uitkomt. Het zelf omschrijven van klachten of storingen is nog een probleem, maar veel voorkomende storingen kunnen de mensen al wel lezen. Figuur 4 is een voorbeeld van een authentieke bedrijfstekst waarop nogal wat ingevuld moet worden.
Figuur 4
| |||||||||||||||||||||||
Praktische vaardighedenBijna op elk formulier moet de tijd en de datum worden genoteerd. In een bedrijf met ploegendiensten maakt het een groot verschil of het 2.30 uur is of 14.30 uur, terwijl het toch beide keren half drie is (zie ook figuur 4). Hoe laat beginnen we? Hoe laat stoppen we? Tot wanneer zijn de koekjes houdbaar? Andere praktische vaardigheden zijn: de namen van de dagen van de week of maand en links en rechts, vooraan, achteraan. | |||||||||||||||||||||||
Is het koekje gelukt?Elke dag bakken ze koekjes bij Merba. En elke dag werken de vrouwen die in de Taalvakwerkgroep zijn gealfabetiseerd heel hard aan het welslagen van deze koekjes. Wij als docenten hebben veel bewondering voor hen. De meesten kunnen nu lezen en de benodigde dingen op het werk schrijven. Het niveau van lezen en schrijven hebben we na afloop gemeten met de ICE-vorderingentoets (1 L). De grafiek van figuur 1 laat de resultaten zien van het totaal aantal werknemers, ook van | |||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||
de gevorderden. Deze cijfers zien er mooi uit, maar wat zeggen ze? En vooral: wat zeggen ze niet? Als de koekjes er mooi uit zien, dan wil dat nog niet zeggen dat ze lekker zijn. Een aantal uitspraken van de gealfabetiseerde vrouwen zelf zijn illustratief voor alles water met hen is gebeurd rondom de scholing: ‘Ik kijk naar de tv. Samen met mijn man en ik lees de ondertiteling.’
‘Ik lees samen met mijn dochtertje kleine leesboekjes.’ ‘Ik bel nu zelf de dokter voor een recept.’ ‘Straks word ik ook nog bandleider.’
Voor Taalvakwerk en voor het bedrijf zijn dergelijke resultaten zeker zo belangrijk. Aan het eind van elke periode vult de direct leidinggevende een formulier in waarop hij wordt gevraagd de cursus te beoordelen op overige resultaten. In figuur 5 staat een voorbeeld.
Figuur 5: beoordelingsformlier
Toegevoegde opmerkingen van leidinggevenden zijn onder andere: gaat alles steeds beter oppakken werkt hard aan het Nederlands begrijpt de dingen nu beter is wel bang om Nederlands te schrijven durft nu meer in het Nederlands te spreken | |||||||||||||||||||||||
Aan het recept blijven werken!Inmiddels krijgen de werknemers bij Merba nog steeds les. In totaal hebben ze nu bijna 40 weken les gehad. Iedereen is mondiger geworden, al is dat misschien niet de meest passende conclusie van een alfabetiseringstraject. Ze hebben meer pretenties ten aanzien van het werk. Misschien zijn ze soms wel wat lastiger. Ook thuis is er denk ik veel veranderd. Uitgaan van wat men kan, het lesmateriaal laten aansluiten bij wat men de hele dag doet, het bewustwordingsproces rond strategieën inzetten en het combineren van de globaalmethode en de structuurmethode hebben dit alfabetiseringsproces bekort. Het bedrijf is gemoderniseerd. Supermoderne computers pakken razendsnel in. De vrouwen uit deze Taalvakwerkgroep bewaken het proces, leggen dingen recht, waar ze dreigen scheef te lopen. Ze spreken nog veel in het Turks met elkaar. Gelukkig zijn er ook Nederlanders en werknemers met andere nationaliteiten. De bedrijfsleiding stelt de werknemers in staat om hun vaardigheden te vergroten, op allerlei gebied. Voor deze vrou- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||
wen blijft het zoeken naar een groter aanbod van de Nederlandse taal op hun niveau, vooral om kilometers te maken, om te verfijnen, om te doen! |
|