Gevonden voorwerpen
Central do Brasil
Lezen en schrijven te koop
Ineke van de Craats
Ik heb sinds kort een Braziliaanse schoondochter en sinds nog korter een Braziliaans-Nederlands kleinkind. Daarom zijn we thuis plotseling hevig geïnteresseerd in Brazilië. De Brazilië-koorts heeft zich vooral van mijn dochter en mij meester gemaakt: we leren Braziliaans-Portugees en proberen de pas verworven kennis uit zodra we onze schoonzus respectievelijk schoondochter weer ontmoeten. Ik ben dus niet verbaasd als mijn dochter om 23.10 uur opbelt met de mededeling:
‘Kijken mam, nu, Nederland 3. Een film over Brazilië. Net begonnen. Tot gauw.’ Ik zet de buis aan en val midden in het Braziliaanse leven: een drukke, volle, moderne stad. Rio de Janeiro, blijkt al snel. Een overvolle trein die zojuist het station is binnengereden. Het is een geweldige chaos van mensen. Men klimt zelfs door de ramen de trein binnen om een plaatsje te bemachtigen. In die chaotische omgeving van rennende mensen zit een vrouw van middelbare leeftijd, Dora, in een kleine kiosk. Dora, een docente, verdient een centje bij met het schrijven van brieven in opdracht van analfabeten, maar ze post die brieven niet. Mijn aandacht is meteen gevangen. Hoe kan dat?, gaat het door mijn hoofd: een moderne stad, alles vrijwel gelijk aan Parijs of laten we zeggen Marseille, maar het loont daar kennelijk om een standje te openen waar je als docent je schrijfkunst verkoopt. Zeker een vrijheid van de heren filmmakers, denk ik nog. Intussen komt een vrouw met een negenjarig zoontje een opdracht geven voor een brief. De brief is gericht aan de vader van het kind, van wie de vrouw al in geen tijden iets gehoord heeft. De brief wordt geschreven en moeder en zoon vertrekken. In de verkeerschaos wordt even later de moeder door een bus geschept, terwijl ze haar zoontje die nog even met een tol speelde, wilde waarschuwen voor het langsrazende verkeer. De moeder overlijdt en het kind, Josué, blijft alleen achter. Hij zwerft rond in het station en hangt rond bij de schrijfkraam van Dora. Hij ontdekt dat Dora de brieven niet verzendt en dat hij via haar het adres van zijn vader kan vernemen, waar hij naartoe wil gaan. Dora neemt het kind uiteindelijk mee naar huis, maar niet direct met goede bedoelingen. Ze verkoopt het kind aan een organisatie die kinderen ter beschikking stelt voor adoptie of voor orgaandonatie. Dora krijgt spijt van haar actie, weet het kind nog terug te halen en besluit dan haar best te doen hem naar zijn vader te brengen.
Zij kan tenslotte het adres lezen. Ze gaan op weg met bussen en treinen. Het kost haar allemaal veel geld maar dat heeft ze niet. Onderweg verliest zij ook nog eens een tas met daarin haar enige geld als zij probeert van het kind af te komen. Ze moeten samen verder en samen aan geld komen om te kunnen eten en drinken.
Intussen is de cynische afstandelijkheid van Dora schoorvoetend veranderd in mededogen voor het kind met wie ze op reis is. Ook de houding van Josué ten opzichte van Dora is veranderd. Ze zijn inmiddels met een groep pelgrims in een edevaartsoord aangekomen. Daar krijgt Josué het briljante idee hetzelfde handeltje als in Rio op te zetten, maar nu voor de pelgrims. Hij trekt de klanten naar de schrijftafel en Dora schrijft in opdracht van de pelgrims dankbriefjes voor gedane wonderen; die hoeven ook niet verzonden te worden, want naar wie zouden ze moeten? Ze verdienen lekker samen en zijn zo in staat de reis voort te zetten, maar zijn vader vinden ze niet. Wel zijn spoor, dat uiteindelijk leidt naar een arm dorpje waar de vader ook niet meer woont, maar wel twee jonge mannen, die de oudere zoons van zijn vader blijken te zijn. Zij hebben samen een timmerbedrijfje en maken onder andere houten tollen van het type waar Josué mee speelde, toen zijn moeder werd overreden door de bus. De vader heeft waarschijnlijk nooit geweten van zijn derde zoon in Rio de Janeiro, de grote halfbroers van Josué evenmin. Niemand kon de brief lezen die de moeder van Josué jaren geleden gestuurd had. Hij ligt zelfs nog ongeopend in de kast. De brief wordt tevoorschijn gehaald, alsnog geopend en door Dora voorgelezen: het bestaan van Josué wordt erin onthuld. Als Josué 's nachts ligt te slapen tussen zijn oudere broers, sluipt Dora weg, terug naar Rio.
De beelden in de film laten een prachtig land zien, een moderne stad en een druk leven. Hoe bestaat het dan dat kennelijk zoveel mensen niet kunnen lezen en schrijven? Zijn dit nog de tijden van Paulo Freire? Is er werkelijk zo weinig veranderd? Of is het een verdichtsel van de maker van de film, Walter Salles? Het maakt mijn nieuwsgierigheid naar het land van mijn schoondochter alleen maar groter. We willen er naartoe, mijn dochter en ik, maar we willen eerst zelf Braziliaans-Portugees kunnen lezen (en luisteren en spreken).
Walter Salles, Central do Brasil
Met in de hoofdrollen Fernanda Montenegro als
Dora en Vinicius de Oliveira als Josué.
(Vinicius is een natuurtalent; hij was schoenpoetser op het moment dat hij gevraagd werd voor de film.)