Alfa-Nieuws. Jaargang 6(2003)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] De krant in de klas Pa tijger en zijn lief Pa Tijger was niet slim. Maar hij was wel mooi om te zien. Hij had veel spieren en een mooie snor. En hij had een mooi pak met strepen. Pa Tijger viel in de smaak bij de meisjes. Ook Akoeba, de vrouw van Anansi, vond hem aardig. Anansi vond dat niet leuk. Hij ging op Pa Tijger af, en hij begon te schelden: ‘Ik zag wel dat je Akoeba een knipoog gaf. Akoeba houdt daar niet van. Ik waarschuw je, Pa Tijger. Als ik dat nog één keer zie, dan zal ik je krijgen.’ Pa Tijger lachte Anansi uit. ‘Luister, vriend’, zei hij, ‘als je niet wilt dat je vrouw naar me kijkt, dan sluit je haar maar op. Kan ik het helpen dat de meisjes op me vallen?’ Anansi had geen rust meer. ‘Als ik Akoeba nou eens opsluit’, dacht hij, ‘dan kan ze niet meer naar buiten.’ Maar Akoeba moest toch naar de kerk. Dus bedacht Anansi een ander plan. Toen het zondag was, deed hij een mooie jurk van Akoeba aan. Hij liep naar de kerk en wiegde met zijn heupen. Bij de hoek stond Pa Tijger. Hij zei tegen zijn vrienden: ‘Let op, ik ga Akoeba versieren.’ Pa Tijger zette zijn hoed schuin. Hij gaf Akoeba een knipoog, en liep met haar mee. ‘Hoe gaat het, mijn schat?’, zei hij. ‘Ik heb je al lang niet meer gezien.’ ‘Ach’, zei Akoeba, ‘je kent Anansi toch. Die is erg jaloers. Ik mag niet eens meer naar de markt. [pagina 11] [p. 11] Ik mag alleen nog maar naar de kerk.’ ‘Weet je wat?’, zei Pa Tijger. ‘We gaan even een eindje lopen. En even op het gras zitten. Na de mis breng ik je weer naar huis.’ Zo liepen ze samen weg. De vrienden van Pa Tijger gingen erachter aan. Die wilden alles zien. Pa Tijger pakte de hand van Akoeba. Hij begon zacht te strelen. Maar het was geen zachte hand. Het was de ruwe hand van een werkman. ‘Waarom heb je zulke ruwe handen?’ vroeg hij. ‘Dat komt van het harde werken in huis’, zei Akoeba. Hij pakte haar enkel en begon te strelen. Toen zag hij alle haren op haar been. ‘Waarom heb je zoveel haren op je benen?’, vroeg hij. ‘Dat komt van alle zorgen’, zei Akoeba. Toen gaf Pa Tijger haar een kus. Op dat moment trok Akoeba een haar uit zijn snor. Pa Tijger sprong op van de pijn. ‘Au, waarom doe je dat?’ vroeg hij. ‘Lieve jongen, dat doe ik altijd’, zei Akoeba. ‘Als ik verliefd ben, trek ik altijd aan de snor.’ Bij elke zoen verloor Pa Tijger een haar uit zijn snor. Toen de mis uit was, bracht Pa Tijger haar naar huis. En hij bleef maar zeggen: ‘Liefje van me, schatje van me, wat ben je toch een engeltje.’ ‘Vlug, verstop je’ zei Akoeba. Want daar komt mijn man aan. Pa Tijger ging vlug achter een boom staan. Toen trok Akoeba de jurk weer uit. Het was Akoeba niet, het waos Anansi! De vrienden van Pa Tijger vielen om van het lachen. Pa Tijger loerde van achter de boom. Toen zag hij met wie hij had staan vrijen. Hij schaamde zich dood. En maakte dat hij wegkwam. Illustratie Conny van der Neut Vorige Volgende