Dilemma's rond alfabetisering in de moedertaal
Jeanne Kurvers
Waar in een meertalige situatie alfabetisering ter sprake komt, komt de keuze van een alfabetiseringstaal ter sprake. Omdat een schriftsysteem (ook het onze, dat gebaseerd is op het Latijnse alfabet), nu eenmaal een weergave is van gesproken taal en niet rechtstreeks van betekenissen (zoals een afbeelding van een tas rechtstreeks naar een tas verwijst), ligt het voor de hand iemand te leren lezen en schrijven in een taal die hij of zij goed beheerst. Toch is dat lang niet overal even vanzelfsprekend. Sterker nog, wereldwijd leerden en leren waarschijnlijk meer kinderen en volwassenen lezen en schrijven in een taal die ze niet van huis uit verstaan en spreken. De docenten waar vijf jaar geleden Alfa-nieuws voor werd opgericht, alfabetiseringsdocenten Nederlands als tweede taal, kennen die situatie en weten maar al te goed wat daar zoal lastig aan kan zijn.
Toen Kim van der Zouw en ik eind jaren tachtig op verzoek van destijds het ministerie van onderwijs onderzoek deden naar alfabetisering van allochtone volwassenen, was een van de vragen dan ook of het beleidsmatig niet verstandiger zou zijn volwassenen eerst te leren lezen in hun moedertaal, om pas vervolgens daarna de overstap te maken naar het leren van het Nederlands als tweede taal, zoals andere nieuwkomers, die al kunnen lezen en schrijven, dat ook leren. Dat bleek iets gecompliceerder te liggen.
Elders in dit nummer laat Connie Wesdijk, in een tweede bijdrage over alfabetisering in het Bissa, zien hoe en waarom in Burkina Faso de keuze is gemaakt voor alfabetisering in de moedertaal van die groepen, die dat willen en bereid zijn daar energie in te stoppen. In deze bijdrage wordt kort ingegaan op de dilemma's waar overheden, onderwijs en docenten mee te maken krijgen als het gaat om de keuze van een alfabetiseringstaal in een meertalige context. Daarbij wordt kort teruggeblikt op de keuzes die ooit in de meeste Europese landen gemaakt werden, wordt vervolgens ingegaan op de veel gecompliceerdere situatie in de meeste Afrikaanse landen en tenslotte wordt nagegaan hoe het zit met alfabetisering in de moedertaal in het onderwijs aan allochtonen in Nederland
Waar niemand kan lezen en schrijven, maakt het niet uit in welke taal men analfabeet is. Daar waar algemeen onderwijs voor iedereen geïntroduceerd wordt, ligt de vraag voor in welke taal onderwijs gegeven zal worden, dus ook in welke taal mens lezen en schrijven gaat leren. In principe kan dat in meertalige samenlevingen het conflict opleveren tussen enerzijds gebruik en behoud van regionale talen en anderzijds de vorming van een nationale taal als breder en bovenregionaal medium van communicatie.