Alfa-Nieuws. Jaargang 4

[p. 10]

Signalement

Goochelen met woorden 3

Bij het Steunpunt NT2 te Leuven is inmiddels het derde deel verschenen in de serie Goochelen met woorden, een reeks lespakketten voor de centrale opvang van anderstalige nieuwkomers van 6 tot 12 jaar. De reeks heeft als voornaamste doel de anderstalige nieuwkomers de taalvaardigheid bij te brengen die ze nodig hebben om te kunnen functioneren in de gewone klas. In de activiteiten van Goochelen met woorden 1 staat vooral luistervaardigheid centraal. In het tweede deel van der reeks wordt de luistervaardigheid verder uitgebreid en bouwen de leerlingen al een beperkte spreekvaardigheid op. In Goochelen met woorden 3 stimuleert de leerkracht de spreekvaardigheid van de leerlingen door hen open vragen te stellen. De luistervaardigheid van de leerlingen wordt nog uitgebreid omdat er veel nieuwe onderwerpen aangebracht worden, die gesitueerd zijn in het verleden of in een wereld buiten de klas. In Goochelen met woorden 3 hebben de leerlingen een beperkte lees- en schrijfvaardigheid nodig om de activiteiten tot een goed einde te brengen. Woorden waarmee ze bij vorige taken vaak schriftelijk en mondeling geconfronteerd werden, zijn in dit bronnenboek het vertrekpunt om klank-letterkoppelingen in het Nederlands te maken. Goochelen met woorden 3 bestaat uit een 50-tal taken, opgedeeld in thematische 7 blokken (o.a. Onderweg, Gezonde voeding, Ongelooflijk maar waar, Natuur, Gevoelens, Lichaam en zintuigen en Zoekopdrachten)

Gratis folder is verkrijgbaar bij:

Steunpunt NT2

Blijde-Inkomststraat 7

B-3000 Leuven

tel. [phone]fax. [phone]

[e-mail]

Hoe zeg ik het?

Je gaat op de speelplaats bij een groepje vrienden staan. Je vrienden draaien zich om en gaan een eindje verder staan. Je gaat mee en vraagt of ze niet willen dat je erbij bent. Ze beginnen te lachen en te fluisteren.

De tekening vormt een stukje van een taak waarbij vooral spreekvaardigheid gestimuleerd wordt. De leerlingen moeten proberen te verwoorden wat ze in een vervelende situatie zouden zeggen. De leerkracht schrijft de suggesties op het bord. Daarna spelen de leerlingen de situatie na en gebruiken ze de suggesties die tijdens de brainstorm zijn gedaan. In deze taak zitten kansen tot alfabetisering. Doordat de leerkracht de suggesties op het bord schrijft, worden analfabete leerlingen geconfronteerd met de functie van het schrift en met een aantal nieuwe woordbeelden. Als er zich een kans voordoet, kan de leerkracht eventueel zelfs even stilstaan bij de klank-tekenkoppeling van een bepaald woord. Dit kan heel snel en zonder de activiteit te onderbreken. Wij (Steunpunt NT2, Leuven, red.) kiezen voor deze aanpak, omdat in Vlaanderen analfabete en gealfabetiseerde leerlingen bij elkaar zitten.