Alfa-Nieuws. Jaargang 4(2001)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] De krant in de klas De man met de zeven dochters Er was eens een man. Hij had zeven dochters. Zijn vrouw ging dood. Hij trouwde met een andere vrouw. Op een dag zei zijn vrouw: Er is geen eten meer. Je dochters moeten weg. Zet ze het huis uit. De man deed wat zijn vrouw wilde. Hij bracht de dochters naar het bos. Zijn hond nam hij mee. In het bos zei hij: Ga hout zoeken. Ik blijf hier. De hond blaft wel. Dan weet je waar ik ben. De meisjes gingen weg. Hun vader vertrok meteen. Toen de meisjes genoeg hout hadden, gingen ze terug. Maar hun vader was weg. Alleen de hond was er nog. Ver weg was een licht. Daar gingen ze naar toe. Het was het huis van een heks. Kom binnen, zei de heks. Je kunt hier slapen. In de nacht stond de heks op. Ze ging water koken. Ze wilde de meisjes opeten. De oudste dochter zei: Zusjes, we ruilen van plaats. [pagina 15] [p. 15] Daar liggen de kinderen van de heks. Ga naar hun plaats. Dan leg ik haar kinderen hier neer. De heks kwam met het hete water. Ze gooide het water over de kinderen. Ze dacht: dat zijn die meisjes. Maar het waren haar eigen kinderen. De dochters waren al lang weg. Ze liepen en liepen en liepen. Toen kwamen ze in een ander land. Daar gingen ze wonen. Ze trouwden. Ze kregen kinderen. Op een dag kwam hun vader. Hij was arm en kwam bedelen. Een van de dochters dacht: Dat is vader Ze maakte eten voor haar vader. Hij at het op. Toen vroeg haar zoon: Mamma, waarom woon jij in dit land? Heb jij geen broer? Heb jij geen moeder? Heb jij geen vader? Toen vertelde zij alles aan haar zoon. Het hele verhaal. Haar vader zakte in de grond. Tot heel ver. Alleen zijn baard was nog te zien. De dochter trok zijn baard uit. Ze zei: Vader, ga weg. Ik hoop dat God gras van je maakt. Daar ver weg op de heuvels. Net zoals je ons weg hebt gedaan, mij en mijn zussen. Vorige Volgende