Alfa-Nieuws. Jaargang 3
(2000)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |||||||||||||||||
Werk in uitvoeringIn oktober 1999 werd de subsidie-aanvraag goedgekeurd voor een project dat als doel heeft de ontwikkeling van een CD-ROM ten behoeve van de alfabetisering van allochtonen. In december kon dus begonnen worden met wat de auteur omschrijft als de realisatie van een ‘zondagmiddagdroom’. | |||||||||||||||||
CD-ROM alfabetisering
|
- | interactief zijn; |
- | directe feedback geven; |
- | ruime mogelijkheden bieden op het gebied van combineren van beeld en geluid; |
- | verregaand docent-onafhankelijk door te werken zijn; |
- | een uitgebreide docentenmodule hebben, door middel waarvan allerlei cursist-aangelegenheden kunnen worden geregistreerd. De module moest de docent ook de mogelijkheid geven om voor de cursist het verloop van het programma vast te stellen: ofwel lineair ofwel selectief (zodat een cursist delen kan overslaan of juist meer oefeningen kan maken). |
Wat zijn de plannen?
Het Regionaal Bureau Onderwijs Rotterdam zag de plannen voor een CD-ROM alfabetisering zitten. Ook binnen het ROC ZadkineGa naar voetnoot1 vond Radstake gehoor voor haar ideeën. Een zestal ROC's uit den lande vond de plannen zodanig de moeite waard, dat ze daar - ook in financiële zin- hun steun aan wilden betuigen. Uitgeverij Meulenhoff Educatief wilde zich sterk maken voor de uitgave van de CD-ROM en werd, evenals de Dienst Stedelijk Onderwijs als partner betrokken. Vanuit het Projectbureau en het CinopGa naar voetnoot2 werd steeds inhoudelijk meegedacht.
De ontwikkeling van de CD-ROM zal grofweg via de volgende drie fasen gaan verlopen:
1) de ontwerpfase
Tijdens deze fase, die loopt tot juni 2000, zullen het functionele ontwerp (een beschrijving van de mogelijkheden die het programma moet gaan bieden) en het cursistvolgsysteem centraal staan. Het auteursteam denkt na over het soort oefeningen dat de CD-ROM moet bieden en de volgorde van die oefeningen. Daar zullen scripts bij geschreven worden en de benodigde multimedia worden geïnventariseerd in overleg tussen auteurs, programmeurs en resonans-groep.
2) de bouw- en testfase
Tijdens deze fase, die gepland is tot november 2000, zullen de multimediale aspecten van de CD-ROM worden gemaakt en geprogrammeerd. De oefeningen zullen worden uitgewerkt en uitgetest. De resonansgroep beoordeelt de tussenproducten.
3) de evaluatie en afrondingsfase
Tijdens deze laatste fase (tot 31 december 2000) wordt de testfase geëvalueerd: ROC's proberen het materiaal immers in de praktijk uit. Het programma wordt zo nodig bijgesteld en het eindproduct opgeleverd en landelijk gepresenteerd.
De stuurgroep en de projectgroep zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en voortgang van het project. Het auteursteam houdt zich bezig met het bedenken, schrijven en aanleveren van het materiaal. De resonansgroep (de ROC's) volgt, test en bekritiseert alle (tussen)producten. Gedurende de bovengenoemde fasen zullen de stuurgroep, de projectgroep, het auteursteam en de resonansgroep samenwerken.
Waar kan de CD-ROM gebruikt worden?
De CD-ROM is bedoeld voor cursisten die nog geen mondelinge vaardigheden in het Nederlands hebben en die willen leren lezen. Het materiaal is bedoeld voor individueel gebruik van cursisten in verschillende situaties: in de klas in een circuitmodel, in een open leercentrum op eigen initiatief of in opdracht van de docent, thuis of in een open leercentrum van de bibliotheek. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan volwassenen die binnen de basiseducatie hun onderwijs ontvangen. Uiteindelijk zou de CD-ROM als raamwerk kunnen dienen voor een versie voor analfabete jongeren van 12 tot 16 jaar zijn, die in een speciale klas binnen het voortgezet onderwijs worden opgevangen. Omdat het programma feedback zal geven, registreert en zonodig advies geeft, kan de cursist er -na een korte introductietijd- vrij zelfstandig mee aan de slag.
‘Wat biedt het programma?’
Voor de oefeningen die het programma biedt, hoeft de cursist nog niets te kunnen lezen of schrijven. Ook de woordenschat en luister-vaardigheid kunnen beperkt zijn tot het begrijpen van de - eenvoudige - instructietaal en feedback waar het programma gebruik van maakt. Het is de bedoeling dat er in de docentenhandleiding een ‘voormodule’ opgenomen wordt met oefeningen voor een aantal minimale lees- en schrijfvoorwaarden die het programma stelt. De cursist moet namelijk:
- | visueel kunnen discrimineren (het verschil zien tussen een ‘d’ en een ‘b’); |
- | weten wat de lees- en schrijfrichting is; |
- | auditief kunnen discrimineren (het verschil horen tussen een ‘d’ en een ‘b’); |
- | weten dat letters klanken vertegenwoordigen; |
- | de volgorde van tekens en klanken kunnen onderscheiden; |
- | beelden in het geheugen kunnen vast-houden; |
- | kennis hebben van begrippen als: letter, woord, klank e.d. en muis, toetsenbord, slepen en klikken; |
- | zijn/haar naam kunnen intypen (om geregistreerd te kunnen werken). |
Het programma biedt overwegend klankzuivere woorden (woorden waarbij uitgegaan kan worden van een vaste één-op-één klank-tekenkoppeling). Deze woorden worden aan de hand van de structuurmethode aangeboden. Dat wil zeggen dat de cursist door oefeningen zowel visueel als auditief de samenstellende delen van een woord leert onderscheiden. Vanuit de geboden korte teksten wordt iedere les een aantal woorden gekozen waarvan de cursist eerst (door middel van tekeningen, foto's, animaties of video) de betekenis leert en ze vervolgens leert lezen. Cursisten krijgen eerst het hele woord aangeboden en horen en zien ook direct wat de samenstellende delen van het woord zijn. Vervolgens moet de cursist vanuit losse klanken en letters woorden vormen. Steeds is er tweerichtingsverkeer: van woord naar letters en klanken en van klanken en letters naar woorden.
Naarmate er steeds meer inzicht in de klankstructuur van woorden ontstaat en de letterklankrelatie steeds beter wordt beheerst, kan de cursist zich door oefening de vaardigheid van het lezen verder eigen maken. De bedoeling is dat het decoderen vrijwel automatisch wordt en het lezen steeds ‘vloeiender’ gaat.
Er zijn ook oefeningen opgenomen voor het direct herkennen van geschreven woorden. Dit globale lezen heeft als voordeel dat de betekenis van woorden en zinnen beter bewaard blijft. Lezen blijft dan niet beperkt tot het ‘registreren van zinloze tekens’, maar juist het begrijpen van betekenisvolle gehelen.
Iedere les kent een groot aantal werkvormen, van auditieve synthese en analyse tot multiple choice en woordherkenning. Per les vormen bepaalde kernwoorden of kernteksten het middelpunt. De werkvormen komen in volgende lessen weer terug, zodat de cursist bekend raakt met de verschillende oefentypen.
De totale lesstof zal verdeeld worden over vijf delen, met in totaal ongeveer 35 lessen en 45 teksten. Het aanvankelijk lezen en schrijven wordt aangeboden in de delen 1 t/m 3. In deel 1 worden
alle klinkers en medeklinkers in m-k-m-woorden (medeklinker - klinker - medeklinker) aangeboden. In de delen 2 en 3 wordt het onderscheid tussen korte en lange klinkers behandeld en de tweetekenklanken (oe, ie, ei, eu, ui, au, ou). In deel 4 en 5 gaat het om extra teksten die de stof van deel 1 t/m 3 herhalen en enkele functionele woorden, die globaal gelezen worden.
Om cursisten inzicht te geven in hun eigen leerproces moet ook duidelijk zijn, welke oefeningen zij goed en welke zij minder goed gedaan hebben. Het programma registreert waar de cursist in het programma is gebleven, zodat hij/zij de volgende keer vanaf dat punt verder kan gaan. Via docentenbeheer kan ingesteld worden welke onderdelen van het programma een cursist moet doen of juist kan overslaan. Cursisten kunnen in hun eigen tempo en op hun eigen niveau aan het programma werken
Bij het geheel komt een werkboek. Het werkboek biedt oefenstof ter herhaling, ter verbreding en ter verrijking van hetgeen met de CD-ROM aangeboden is. Er wordt hierin vorm gegeven aan de functionele kant van het lezen en ook aan buitenschools leren.
Aftrap
Na een feestelijke ‘aftrapbijeenkomst’ zijn alle betrokken partijen hard aan de slag gegaan. Als auteursteam zijn we de eerste periode voornamelijk bezig geweest na te denken over de ‘vorm’ die het programma moest krijgen: welke vaardigheden moeten op welke manier aangeleerd worden? Hoe ziet de interactie tussen cursist en computer eruit? Wat moet er geregistreerd worden voor docent en cursist, en op welke manier? Dit nadenken heeft geresulteerd in een prototype.
Op dit moment zijn we hard bezig met de ontwikkeling van de inhoud. Als lid van het auteursteam ben ik razend benieuwd naar het verloop van het project: kunnen al onze mooie ideeën inderdaad omgezet worden in realiteit? Hoe zal de samenwerking verlopen? Lukt het ons om in relatief korte tijd - 1 jaar - zulk omvangrijk materiaal te ontwikkelen? Boven alles heb ik er heel veel zin in.
***
Het auteursteam bestaat uit: Elleke Radstake, José Haen, Corry de Vries en Mariet Hattink.