| |
| |
| |
Een taal centraal
Somalisch
Jeanne Kurvers
Somalia
Somalië, een land ter grootte van ongeveer 600.000 vierkante kilometer, vormt de kap van de hoorn van Afrika. Het wordt aan de landzijde van Zuid naar Noord begrensd door Kenia, Ethiopië, Djibouti en Soedan en aan de zeezijde door de golf van Aden en de Indische oceaan. Somalië is sinds 1960, toen het voormalige Brits Somaliland en het Italiaanse deel Somalia samen de republiek Somalië stichtten, onafhankelijk. De belangrijkste sociale struktuur wordt gevormd door de stamverbanden, clans, die gebaseerd zijn op verwantschapsrelaties die vaak ver terug kunnen gaan. In 1969 nam het leger onder leiding van Siyaad Barre de macht over en de ongeregeldheden in het land namen toe met de mate waarin verschillende bevolkingsgroepen minder toegang hadden tot de relevante middelen van bestaan. Of zoals Briton Putman en Cabdi Noor het omschrijven ‘In the absence of an accepted government, power and foods were in the hands of those with guns.’ Die ongeregeldheden waren niet voorbij toen Barre in 1992 het land ontvluchtte. Vooral sinds begin jaren negentig zijn veel Somaliërs gevlucht naar landen in het Westen. In Nederland wonen naar schatting op dit moment ongeveer 20.000 Somaliërs. Namen in Somalië worden voor mannen en vrouwen apart geregeld. De namen van mannen worden afgeleid van ouders en grootouders in de mannelijke lijn, die van vrouwen van afstamming in de vrouwelijke lijn. Ali Rashid Achmeds vader heet Rashid, zijn grootvader Achmed.
Somalië is overwegend Islamitisch, de meeste Somaliërs behoren bij de Sunni moslims.
| |
Een Cushitische taal
Het Somalisch behoort tot de Cushitische talen. Cushitische talen worden gesproken worden door ongeveer 16 miljoen mensen in Ethiopie, Eritrea, Djiboutie, Kenia en Soedan. De Cushitische talen vormen op hun beurt een onderdeel van de Afro-Aziatische talen. Tot de Afro-Aziatische tak behoren onder meer ook de Semitische talen, zoals Hebreeuws en Arabisch, het Egyptisch en de verschillende Berbertalen zoals Tarifit en Tamazight. Er zijn verschillende dialecten in het Somalisch, die onderling relatief goed verstaanbaar zijn. Alleen enkele in het Zuiden gesproken dialecten als het Digil/Raxanaweyn zijn heel anders dan het Centraal Somalisch dat de standaard aan het worden is. Het verschil tussen de zuidelijke dialecten en het Centraal Somalisch kan ongeveer vergeleken worden met het verschil tussen het Frans en het Italiaans. Maar veel sprekers van die dialecten beheersen ook in enige mate het standaard-Somalisch. Het Somalisch heeft geen verwantschap met het Arabisch, alhoewel er veel Arabische leenwoorden in het Somalisch voorkomen, vooral op het gebied van handel en religie.
| |
Het klanksysteem
Het Somalisch kent 33 klanken (fonemen). De meeste medeklinkers van het Nederlands komen ook in het Somalisch voor, met uitzondering van de /p/, /v/ en /z/. Daarnaast zijn er verschillende medeklinkers die in het Nederlands niet voorkomen. Het Somalisch heeft vijf klinkers a (zoals in want), i (in), e (hee, maar iets korter), u (koe) en o (boot) die zowel kort als lang kunnen worden uitgesproken. Lange klinkers worden ongeveer twee keer zo lang uitgesproken als korte klinkers en worden in het schrift verdubbeld (aa, ii, ee, oo, uu). Daarnaast is er nog de tweeklank ay (zoals in het Engelse high). Er komen ook toonverschillen voor in het Somalisch, die vooral een grammaticale functie hebben.
Het Somalisch kent (gedeeltelijk) klinkerharmonie: een korte klinker verandert vaak om aan te sluiten bij de klinker van het achtervoegsel of volgende woord.
- |
xoolo- |
kii |
wordt |
xoolihii |
|
vee |
het |
|
het vee; |
- |
dhac- |
een |
wordt |
dheceen. |
|
vallen |
hij |
|
hij valt. |
| |
| |
| |
Het grammaticaal systeem
Lidwoorden en voornaamwoorden
Onbepaaldheid (een boek) wordt in het Somalisch aangegeven door alleen het zelfstandig naamwoord te gebruiken. Bepaaldheid (de of het) wordt aangegeven met een achtervoegsel, dat verschillend is voor mannelijke en vrouwelijke woorden: k- of g- voor mannelijke woorden, t- voor vrouwelijke woorden.
buug |
een boek |
buugga |
het boek |
Voor dit en deze kent het Somalisch de mannelijke achtervoegsels kan/han en de vrouwelijke tan/dan/shan.
Bij dat en die ligt het iets ingewikkelder. Er zijn drie varianten van, afhankelijk van de afstand tot de spreker (relatief dichtbij, ver weg of iets daartussen in), respectievelijk: kaa/taa, koo/too, en keer/teer. Ook persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden worden in het Somalisch door een achtervoegsel aangegegeven.
Een voorbeeld:
alaab: |
bagage |
alaabta |
de bagage |
alaabtaas |
die bagage |
alaabtee? |
welke bagage |
alaabtayda |
mijn bagage. |
Er zijn twee soorten wij in het Somalisch. Ik zou innagu moeten gebruiken als ik tegen Ineke praat over wij waar Ineke ook bij hoort (wij vrouwen, bijvoorbeeld) en annagu als zij daar niet bijhoort (wij Tilburgers, bijvoorbeeld).
| |
Zelfstandige naamwoorden
Het Somalisch maakt, vergeleken met het Nederlands, zeer veel gebruik van verbuiging. Net als in het Nederlands worden zelfstandige naamwoorden vervoegd naar getal (enkelvoud en meervoud), maar dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door reduplicatie, of door achtervoegsels als -y(o) of -yaal.
- |
dab |
dabab |
|
vuur |
vuren |
- |
gabadh |
gabdho, |
|
meisje |
meisjes |
Zelfstandige naamwoorden worden ook vervoegd naar geslacht (vr of mnl): ka of ta als achtervoegsel. Het Somalisch kent vier naamvallen met hun eigen vervoegingen: een naamval die in het Nederlands niet onderscheiden wordt, is de vocatief (de aanspreekvorm). Verschillen in geslacht, in getal en in naamval kunnen ook door accentverschillen of toonhoogteverschillen worden uitgedrukt.
Bijvoorbeeld:
- |
inan |
inan |
|
jongen |
meisje |
- |
dibi |
dibi |
|
os |
ossen |
- |
Muuse |
Mu'use |
|
Mozes |
He, Mozes (vocatief) |
| |
Bijvoeglijke naamwoorden
Sommige bijvoeglijke naamwoorden in het Somalisch worden gevormd door het toevoegen van -an of -san aan een zelfstandig naamwoord of werkwoord. Bijvoorbeeld gaab (kortheid) wordt gaaban (kort), en qurux (schoonheid) wordt quruxan (mooi). Veel gebruikelijker in het Somalisch is echter een vorm van omschrijving van een bijvoeglijk naamwoord met een werkwoord (in plaats van ‘Het grote huis’ wordt gezegd ‘Het huis is groot’. Bijvoorbeeld yar (klein) wordt yaraa (hij was klein).
| |
Voorzetsels
Het Somalisch kent vier basisvoorzetsels, die elk voor zich met heel verschillende Nederlandse voorzetsels vertaald zouden moeten worden: ka, ku, la en u. Ka kan bijvoorbeeld betekenen: uit, van, vandaan, omtrent, over.
Ku zou vertaald kunnen worden met: in, op, aan, met, door middel van, met gebruikmaking van.
La zou vertaald kunnen worden met: met, samen met, in gezelschap van.
U met: aan, naar, naar toe, maar ook voor, ten behoeve van.
De voorzetsels verschijnen altijd voor het werkwoord en niet voor het zelfstandig naamwoord.
- |
saga |
u |
sheeg |
|
hem |
aan |
vertel |
|
(vertel het aan hem) |
- |
Qori |
ka |
samee |
|
hout |
van |
maak |
|
(maak het van hout) |
Die voorzetsels kunnen op diverse manieren gecombineerd worden met elkaar, met voornaamwoorden, met ontkenningen en voegwoorden: uma bijvoorbeeld is een combinatie van u (voor) en ma (niet), idinla is een combinatie van idin (jullie) en la (met).
| |
| |
| |
Werkwoorden
Het Somalisch heeft twee tegenwoordige tijdsvormen (vgl. ‘hij leest’ en ‘hij is aan 't lezen’). Er is één verleden tijdsvorm en de toekomstige tijd bestaat uit drie elementen, de infinitief van het werkwoord, een vervoegd partikel waa en een vorm van het werkwoord doonid (willen).
Een voorbeeld in de eerste persoon van het werkwoord brengen.
keena |
ik breng |
keenayaa |
ik ben aan het brengen |
keenay |
ik bracht |
waan keen doonaa |
ik zal brengen |
Het Somalisch heeft geen passieve zinnen. In plaats van de passieve zin gebruikt het Somalisch doorgaans een onbepaald voornaamwoord (la, men of iemand). Bijvoorbeeld:
Guriga waa |
la |
dhishey |
Het huis |
men |
bouwt |
(het huis wordt gebouwd) |
Veel werkwoorden worden gevormd door een toevoeging achter een bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord:
weyn |
weynee |
weynow |
groot |
vergroten |
groot worden |
| |
Ontkenning
Een zin wordt ontkennend gemaakt door het woord ma toe te voegen voor het werkwoord. De imperatief wordt ontkend met ha (ha keenin: breng niet).
| |
Woordvolgorde
De basiswoordvolgorde in het Somalisch is SVO (onderwerp, werkwoord, object), maar wisseling is veel meer mogelijk dan in het Nederlands, omdat de meeste woorden vervoegd zijn.
| |
Het schriftsysteem
Aan het begin van de twintigste eeuw werd een apart tekensysteem ontwikkeld voor gebruik van het Somalisch, een soort mix van de twee schriften die al in gebruik waren, het Arabische en het Latijnse alfabet. Dat is ongeveer vijftig jaar in gebruik geweest, maar omdat er geen onderwijs in gegeven werd, werd het relatief weinig gebruikt. In 1972 werd een nieuw schriftsysteem geïntroduceerd, geheel gebaseerd op het Latijnse alfabet. Vanaf toen werd er ook onderwijs in het Somalisch gegeven.
Het Somalisch wordt geschreven in het Latijnse alfabet. Voorde klinkers worden de vijf klinkertekens gebruikt, die op eenvoudige wijze verdubbeld worden om de lange klinkers aan te duiden (i, ii, a, aa, e, ee, u, uu en o, oo). Het Somalische alfabet heeft alle letters van het Latijnse alfabet, behalve de p, v en z, maar sommige letters staan voor een andere klank dan in het Nederlands. De letter X staat voor de stemloze /ch/, de y voor de j-klank. De letter c wordt gebruikt om een bepaald soort keelklank aan te geven, zoals ain in het Arabisch.
De naam Ali wordt in het Somalisch dus geschreven als Cali. Daarnaast zijn er drie medeklinkers die met twee tekens worden aangeduid (dh, kh sh).
| |
Enkele woorden in het Somalisch:
Ma nabaad baa? |
hallo |
|
(letterlijk: Is het vrede?) |
Waa nabad |
hallo |
|
(antwoord: het is vrede) |
Subax wanaagsan |
goede morgen |
Iska warran? |
Hoe gaat het? |
|
(letterlijk: vertel over jezelf) |
Magacaa? |
Hoe heet je? |
gabar, inan |
dochter (ook meisje) |
wiil, inan |
zoon (ook jongen) |
aabbe |
vader |
hooyo |
moeder |
maxaa? |
waarom? |
xaggee? |
waar? |
haah, haayo: |
ja |
dhambaal: |
krant |
may, maya: |
nee |
amaah, axan: |
geld |
cashar, daras: |
les |
| |
Literatuur
Briton Putman, D. & M. Cabdi Noor (1993), The Somalis, their history and culture. London, Refugee fact sheet, no. 9. |
Campbell, G.L. (1991), Compendium of the world languages. London, Routledge. |
Cushitic Languages. In: Encyclopedia Brittanica Online (1999). |
K. Katzner (1977), Somali. In: The Languages of the world. London, Routledge & Kegan Paul. |
Zorc, R.D. & M.M. Osman (1993), Somali-English dictionary with English Index. Kensington, Maryland, Dunwoody Press. |
|
|