| |
| |
| |
Beginnende lezers en multimedia
De muis, het meel en de maan
Jeanne Kurvers
Onlangs was ik op bezoek op twee locaties, waar nog niet zo lang geleden software is aangeschaft voor alfabetiseringsonderwijs. 's Ochtends was ik in het prachtige studiecentrum van de Taalschool van het Horizoncollege in Alkmaar en 's middags op de Lieven de Keyschool in Haarlem.
| |
Volwasseneducatie
In Alkmaar zat een groepje volwassenen, vijf mannen en drie vrouwen in een grote kring om tafels met pc's waarin naar believen één van de cd-roms bij 7/43 aangezet kon worden. Deze software bij 7/43 kan het beste getypeerd worden als een digitale versie van de cursistenboeken bij de leergang met bijvoorbeeld oefeningen in visuele discriminatie, auditieve herkenning, lezen en spellen van de kernwoorden. Op het scherm staan na opening van het programma 28 vakjes waaruit er een gekozen kan worden. Die staan voor de 28 oefeningen die ook in de cursistenboeken voorkomen. Als een cursist een van de vakken aanklikt, start de betreffende oefening. De cursisten moeten bij sommige oefeningen klikken, soms slepen, een enkele keer het toetsenbord gebruiken of de geluidsknop aan en uit zetten. Als een cursist klaar is met een bepaalde oefening verschijnt een gekleurde balk waarop bij benadering te zien is hoe goed de oefening is gemaakt. Helemaal groen staat voor foutloos, helemaal rood voor ‘alles fout’ en een proportie rood geeft aan dat een deel van de items niet goed is gemaakt. Bij doorklikken verschijnt weer het scherm met de 28 vakken. Een oefening die tot goede resultaten heeft geleid, is voorzien van een zwart vinkje. Een oefening die beneden een bepaalde grenswaarde is gemaakt (minder dan driekwart goed) wordt rood afgevinkt, zodat de cursist of de docent snel kan zien of er oefeningen herhaald moeten worden.
| |
Opvangklas OC-school
's Middags was ik op de Lieven de Keyschool in Haarlem, in de alfabetiseringsgroep van een OC-school, waar sinds enkele weken 2 pc's prijken met daarop de software die hoort bij Veilig Leren Lezen en voor de leerlingen die wat meer en extra oefening nodig hebben, Veilig in stapjes (Veilig Leren lezen voor het speciaal onderwijs). Dat materiaal kan gebruikt worden naast Lezen doe je overal, de aanvankelijk leesmethode voor oudere neveninstromers, die in de groep gebruikt wordt. De docent schakelt het programma in en kan via een selectie van oefeningen bepalen op welke onderdelen een bepaalde leerling gaat oefenen. De oefeningen zijn divers, bijvoorbeeld globale inprentingsoefeningen bij net geleerde woorden, visuele discriminatieoefeningen, veel struktuur-oefeningen (welk woord begint met..., auditieve synthese-oefeningen, oefeningen in letter-klankcombinatie). Elke oefening bestaat uit tien items en als een leerling een item goed doet, verschijnt beneden in een balk een bloem. Bij veel oefeningen waar iets beluisterd moet worden, is er de mogelijkheid een ikoontje aan te klikken waardoor de leerling om herhaling kan vragen. Als items niet goed beantwoord zijn, krijgt een leerling meteen na de tien items een herkansing. Gaat het dan goed, dan verschijnt bij het betreffende items alsnog een bloemetje onder in de balk, maar nu een kleiner formaat. De oefening eindigt steevast met een bericht over het aantal goed gemaakte items: ‘Je hebt er tien goed’. De eerste leerlingen die ik zag, riepen meteen ‘Yes, tien’ ook al konden ze de rest van de boodschap nog helemaal niet lezen.
‘Yes, tien!’
| |
Verrassende verschillen
Dat ik beide groepen op dezelfde dag bezocht, was min of meer toevallig. Misschien zou me anders niet opgevallen zijn wat me nu opviel. Mijn eerste indruk was namelijk een beetje shocking. Ik kreeg de indruk dat de software voor de leerlingen van de ISK-klas (oorspronkelijk ontwikkeld voor 7-jarigen) cognitief
Mijn eerste indruk
was namelijk
een beetje shocking.
veel complexer was dan het multimedia materiaal dat ik 's ochtends bij de volwassenen in gebruik had
| |
| |
gezien. De oefeningen waren inhoudelijk veel moeilijker, er was meer te kiezen en/of te negeren en de afleiders bij sommige oefeningen waren veel moeilijker. Ik kom daar op terug. En voor zover ik het kon beoordelen werkte het programma bij Veilig leren lezen ook veel sneller dan het programma bij 7/43: als de leerlingen die met Veilig Leren Lezen werkten een antwoord hadden gegeven, verscheen prompt een reactie en het volgende item. In hoog tempo konden op die manier verschillende oefeningen doorgewerkt worden. Ik had de indruk dat de cursisten bij 7/43 steeds even moesten wachten op een reactie en op het volgende item.
| |
Muisvaardig
De tweede observatie was minder verrassend, maar niettemin interessant. Ik heb ongeveer twaalf cursisten en leerlingen aan het werk gezien, waaronder een paar die door de docenten als zeer zwak beoordeeld worden. Maar niemand, ook niet de leerlingen die pas voor de tweede of derde keer met het programma werkten, had ook maar enige moeite de muis te hanteren of - op één uitzondering na - te begrijpen en toe te passen wat de bedoeling was. Opvallend snel weten zowel volwassen als jeugdige analfabeten hoe zo'n programma werkt. Ook als vrij snel na elkaar heel verschillende dingen gedaan moeten worden zoals aanklikken, slepen, zoeken en klikken, uitspreken, herhalen, een opnameknop gebruiken of een vak afvinken. Ik heb natuurlijk maar een kleine steekproef gezien, maar stel voorlopig vast dat de bediening van de onderdelen die cursisten of leerlingen moeten uitvoeren, niet moeilijk is. En dan bedoel ik de handelingen verrichten, die verricht moeten worden, niet de inhoud van de oefening. Ik zeg dat met nadruk, omdat juist van analfabeten vaak opgemerkt worden dat zelfs de eenvoudigste handelingen en gebruiksconventies in het onderwijs zoals in een schrift werken, dingen opbergen in een map, bovenaan beginnen, weten wat je moet doen in welke volgorde, de pen vasthouden enzovoorts zo veel problemen opleveren. Waarom zou dat hier niet zijn?
| |
Digitale letterdoos
Enkele voorbeelden. Bonuou, een cursist uit Marokko, al achttien jaar in Nederland, maar ooit alleen enkele maanden eerder op alfabetiseringsles geweest, was bezig met de oefeningen bij deel 1 van 7/43. De meeste oefeningen deed hij foutloos. Moeilijker vond hij twee dictee-oefeningen en oefeningen met wisselrijtjes. Bij de eerste kreeg hij een plaatje te zien, en ook het woord te horen, en moest hij zelf uit de op het scherm gegeven grafemen, de goede letters naar de aangegeven plaats slepen. Op het scherm stonden alle letters. Bij een oefening met wisselwoorden moest hij kas maken. Dit soort oefeningen waren ook de enige (behoudens enkele oefeningen waarin hij woorden uit moest spreken), waar ik hem al slepend zacht hoorde mummelen: k-a-s en hij sleepte vervolgens de c naar de bestemde plaats (kac). Dat bleek niet goed, en al snel vond hij de s. Een soort letterdoos-oefening, zou je kunnen zeggen, maar dan met de muis. (Heerlijk dat zo'n letterdoos op het scherm niet om kan kieperen). Maar net als bij letterdoos-oefeningen zag je ook hier dat zoeken naar de goede letter veel tijd kost, en zag je soms aarzelingen en missers omdat zich verschillende alternatieven aandienen die wel erg veel op elkaar lijken. Dat zijn typische beginnersproblemen.
Het viel me op dat bij vergelijkbare oefeningen in de software bij Veilig leren lezen het aantal letters waaruit gekozen moet worden, geleidelijk wordt opgebouwd: de leerlingen beginnen met een bijna leeg scherm, waarop alleen de behandelde letters staan. Geleidelijk aan komen er steeds meer letters bij.
| |
Foutje
Veel lastiger vond Bonuo een vergelijkbare dicteeoefening waarin hij het toetsenbord moest hanteren en een woord moest tikken. De toetsen geven hoofdletters (die had hij waarschijnlijk nog niet echt gehad), en de volgorde is heel anders dan bij de grafemen op het scherm. Een kwestie van leren, wennen en oefenen, lijkt me. In dit geval raakte Bonuou overigens wel confuus: de feedback bij deze oefening gaf aan dat hij niks goed had gedaan. ‘Dit kan ik niet zo goed’, was dan ook meteen zijn interpretatie. Ten onrechte, hij had alles goed gedaan: de computer deed het fout. Foutje in de software bij oefening 26a, vervelend voor Buono, die zeer begon te twijfelen. De feedback bij dit type oefeningen is indirect: uit het feit dat het woord niet blijft staan, maar weer verdwijnt, moet de leerder afleiden dat het niet goed was: over wat er fout was, krijg je geen informatie.
Pania, een andere cursiste uit de groep volwassenen, was een eindje verder in de methode. Het werken met de oefeningen ging haar goed af, zij had alleen nog problemen met enkele oefeningen waarbij ze moest werken met woorden die ze nog niet zo vaak had gehoord als vest of kaars. En ook bij haar bleek dat een op zichzelf goede, maar andere wijze van invullen dan het scherm bedoelde, tot enige verwarring te leiden. Toen ze de ontbrekende letters van ba__ al slepend probeerde aan te vullen, kwam ze er eerst niet uit. Ze probeerde een n, volgens mij met de bedoeling om daarna de k aan te klikken. Maar de n sprong terug (niet goed, betekent dat), dus probeerde ze een m en toen een k, maar die sprongen ook allebei terug. Dat nk ook als cluster tussen de keuzemogelijkheden stond, had ze niet gezien (en ik ook niet).
| |
| |
De cursisten van deze groep werkten volgens mij allemaal met veel plezier en veel inzet aan de computer. Ik heb maar één cursiste gezien die even zat te niksen. Deze cursiste had alle oefeningen van een bepaald deel afgewerkt en op dat moment is het handig voor de docent om even te kijken welke oefeningen rood zijn afgevinkt. Dus zat ze even te wachten tot die langs zou komen. Hier moet tijdwinst te boeken zijn, dunkt me.
Kortom,
stap naar de directie,
bestel zes pc's
en zeg
dat het dringend is.
Galied, een tiener van de Lieven de Keyschool zat voor de tweede keer achter de pc. Hij was bezig met woorden uit kern 1 van Veilig leren lezen, en moest bijvoorbeeld . oos afmaken: daarvoor kreeg hij twee soorten informatie: hij zag op het scherm het plaatje en hij hoorde het woord. Zolang de oefeningen vooral visueel van aard waren, had Galied er geen enkele moeite mee. De kernwoorden zaten goed in zijn geheugen. Maar deze software heeft ookveel auditieve oefeningen, bijvoorbeeld verschillende manieren waarop auditieve synthese-oefeningen worden gedaan. De leerling krijgt bijvoorbeeld r-aa-m te horen en moet dan het goede plaatje aanklikken. Dat vond Galied wel heel moeilijk. Misschien omdat dit type oefeningen over het algemeen moeilijker is voor beginners. Maar misschien ook omdat hij niet alles even goed hoorde. Het leek erop dat afzonderlijk uitgesproken klanken op een band soms toch minder goed te horen zijn dan wanneer je een spreker ook nog aankijkt. Ik kreeg de indruk dat dat probleem vooral speelde wanneer de beginklank een ploffer was (t-a-s). Dan leek het erop dat de kinderen pas vanaf de klinker iets herkenbaars hoorden (a-s) en dan op zoek gingen naar iets dat daarbij zo goed mogelijk bij paste. Naar vis bijvoorbeeld. En Baba hoorde ik systematisch hardop k zeggen als in zijn koptelefoon een p gezegd werd.
| |
Taalvaardigheid
Ook de taalvaardigheid Nederlands van Galied en zijn medeleerlingen speelde duidelijk een rol bij het maken van de oefeningen. Veel meer dan bij 7/43 (dat exclusief gemaakt is voor beginnende NT2-leerders), zitten er bij het computerprogramma bij Veilig leren lezen woorden bij de oefeningen die niet intensief behandeld zijn (haas bijvoorbeeld of pot of ton). Als een leerling zo'n oefening fout doet (hij hoort p-o-t en klikt het plaatje van de ton aan), weet je niet of hij het niet goed verstaan heeft, niet goed kan synthetiseren of dat hij wel weet wat hij gehoord heeft, maar niet weet wat dat is (en dus om die reden het goede plaatje niet aan kan klikken). Ik weet overigens niet of dat wel zo erg is. Ik zag een leerling die bij een gecombineerde oefening de eerste keer systematisch die minder vaak voorkomende woorden niet aanklikte en dus een foutmelding kreeg en feedback over wat wel het goede plaatje had moeten zijn. Bij de herkansing deed hij even systematisch die woorden allemaal goed. Die leerling had zo te zien die woorden meteen maar even erbij geleerd.
Het viel me overigens ook op dat ik relatief weinig trial en errorzag, veel minder dan ik gedacht had. De meeste fouten die de leerlingen maakten zijn redelijk goed traceerbaar als beginnersfouten; van beginnende lezers of van beginners in een tweede taal. Bij de jeugdige leerders was vooral dat laatste het geval, kreeg ik de indruk. Ook dat zal te maken hebben met het feit dat het programma niet exclusief voor beginnende lezers in een tweede taal ontwikkeld is. Om een voorbeeld te geven, bij een oefening wordt auditief een woord aangeboden - bijvoorbeeld in - en vervolgens moet de leerling in een huisje verschillende luikjes aanstippen (maar nog niet klikken).
... achter welk luikje zit het woord?
Bij elk luikje verschijnen dan verwante woorden als en-in-een-aan etc. Om vervolgens het goede luikje aan te klikken (waar zag ik dat ook alweer), was bepaald niet gemakkelijk. Deze oefening bleek voor de leerlingen die ik zag verreweg de lastigste; ook vanwege het feit dat de constellatie na elk item weer verandert (een luikje waar eerst aan achter zat, herbergde nu een etc). Ik had dat zelf eerst niet in de gaten, tot het me opviel dat Jamila weinig systeem leek aan te brengen in de wijze waarop zij door het huis wandelde met de muis, nogal kris-kras, zo leek het. Maar haar strategie was aanvankelijk wel degelijk doordacht: ze meende zich van het vorige item nog te herinneren wat er achter bepaalde luikjes verscholen zat. Dus ging zij rechtstreeks naar de zolder van het huis bij het volgende item. Want het woord dat ze nu moest zoeken, had ze daarnet daar
| |
| |
gezien. Hoe kon zij nu weten dat die gerichte gang naar zolder nu niet effectief was, omdat overal weer andere woorden achter de luikjes verscholen zaten. En dat het benutten van eerdere ervaringen in dit geval geen enkel nut had.
| |
Efficiënt
Omdat Baba volgens de docente moeite bleef houden met de foneem-grafeemkoppeling van de letters, liet ze hem even een viertal oefeningen uit Veilig in stapjes uitvoeren. Steeds wordt een foneem aangeboden en de leerling moet de goede letter aanklikken. Bij het eerste item kan hij kiezen uit twee letters, m en r, maar steeds wordt het aantal letters uitgebreid, zodat de keuzemogelijkheden uitgebreid worden, en de beslissingen moeilijker. De v aanklikken als er drie alternatieven zijn (v, m, r) is een stuk makkelijker dan wanneer de v aangeklikt moet worden wanneer ook de f en w tussen de alternatieven staan. Een saaie maar nuttige oefening, die op de computer meteen een stuk minder saai is dan in de les (‘alweer tien goed’). Maar alleen al dit type oefening bewijst dat alle alfabetiseringsdocenten heel gauw voorzien moeten worden van multimedia apparatuur. In tien minuten tijd had Baba die foneem-grafeem koppelingen - die moeten nu eenmaal geautomatiseerd worden - wel honderd keer geoefend. Kom daar maar eens om in klassikaal onderwijs.
| |
Kortom....
Kortom, stap naar de directie, bestel zes pc's en zeg dat het dringend is. Laat leerlingen daarop al die activiteiten doen, die toch geautomatiseerd moeten worden, laat ze regelmatig tien minuten aan de pc werken en selecteer oefenstof die aangepast is aan individuele vorderingen, hiaten en problemen. In de groep blijft dan geleidelijk aan steeds meer tijd over voor het echte leeswerk - verhalen en boeken lezen - voor het tweede taalonderwijs en voor al die dingen die maken dat de groep als eenheid in het onderwijs aan tieners of volwassenen nooit helemaal moet verdwijnen.
|
|