Verschillende fases in leesvaardigheid
Kinderen die net beginnen te ontdekken wat geschreven taal is laten zien dat ze in staat zijn woorden te ‘lezen’ zonder het schriftsysteem te kennen. Ze lezen niet de letters, maar ze herkennen het woord als plaatje of als symbool. Ze kunnen het herkennen aan de vorm als geheel, aan de kleur en aan de context waarin het staat. Ze reageren bijvoorbeeld op de naam van een bekend, zich vooral op kinderen richtend, restaurant (soms tot wanhoop van de ouders!). Ze herkennen namen van snoep op de reclame, hun eigen naam, namen van personages in de boekjes die ze voorgelezen krijgen en meelezen, enzovoort. Ook volwassenen kunnen in eerste instantie op deze manier lezen. Zij kunnen bijvoorbeeld namen van winkels, straatnamen en opschriften herkennen door op specifieke vormgeving van letters en op kleuren te letten, maar ook de context waarin ze het woord tegenkomen, speelt een belangrijke rol. In feite gaat het hier niet om echt lezen, maar om plaatjes herkennen.
Op deze manier kan iemand heel wat woorden leren lezen, door die woorden uit het hoofd te leren en d.m.v. het visuele geheugen te leren herkennen (inprenten). Dit is zogenaamd direct decoderen: vanuit het geschrevene direct naar de betekenis gaan. Daarna beginnen leerders woorden te herkennen door letters om te zetten in klanken. Door het woord uit te spreken (te verklanken) ontdekt de lezer de betekenis ervan (indirect decoderen: van letters eerst naar klanken en daarna naar betekenis) In het begin lukt dat alleen nog met woorden met een eenvoudige spelling, daarna ook met woorden met een complexere structuur.
Een gevorderde lezer past al deze manieren van lezen gelijktijdig toe. Er worden geen letters meer gezien, maar woorden en zinnen. Het herkennen van de betekenis van woorden en zinnen gaat automatisch, waarbij ook gebruik gemaakt wordt van het voorspellend vermogen over de inhoud van een zin of een tekst. Deze manier van zelfstandig lezen is het doel van alle alfabetiseringsmethoden. De weg die naar dat doel leidt is in de verschillend methoden anders.
(tekst: Els Broekhuijsen)