| |
| |
| |
Werk in uitvoering
Hoe gaat het op school?
Het rapporteren van vorderingen bij Alfa-leerlingen
Rapportage van de vorderingen van leerlingen aan de ouders/verzorgers is erg belangrijk. Enerzijds om de ouders/verzorgers bij het onderwijs van hun kind/pupil te betrekken, anderzijds om de leerlingen zelf inzicht te geven in hun vorderingen en hun leerproces als geheel, en hen te motiveren. Het analfabeet zijn van de leerling kan niet los gezien worden van het ontwikkelingsniveau en de schoolervaringen van de ouders. Wellicht ervaren ouders een drempel tussen hen en de school.
De wijze van rapporteren hangt ook sterk af van het soort onderwijs: een reguliere school met een ISK-afdeling of een OC waarvan leerlingen ieder moment kunnen vertrekken. We hebben een docent en een coördinator van een ISK (Cathy Berg en Dicky Wijland van VMBO Nieuw Rotterdam), en een docent en een coördinator van twee OC-scholen (Henny Jellema van Lieven de Key te Haarlem en Mieke van der Loop van SG Durendael te Oisterwijk) gevraagd in te gaan op hun wijze van rapporteren aan Alfa-leerlingen en hun ouders.
| |
VMBO Nieuw-Rotterdam
Ongeveer de helft van de leerlingen in het Alfa-project op ‘Nieuw-Rotterdam’ woont thuis. Voor een aantal leerlingen berust de verantwoording bij een voogdijinstelling (De Opbouw). De meeste leerlingen wonen in een AMA-woning en worden dagelijks begeleid door een medewerker van het AMA-project. Het volgen van een regulier onderwijsprogramma hoeft voor deze leerlingen geen probleem te zijn.
| |
Hoe ziet de rapportage eruit?
Omdat het een uitzondering is dat een leerling van de ene op de andere dag de school verlaat is de rapportage naar ouders/verzorgers georganiseerd zoals op een reguliere school. Drie maal per jaar wordt een ouderavond gehouden waarop de vorderingen van de leerlingen, aan de hand van het rapport, met de ouders/verzorgers worden besproken. Voor het Alfa-project is een speciaal rapport ontwikkeld, waarop de vorderingen niet in cijfers zijn aangegeven maar d.m.v. kleuren worden weergegeven.
| |
| |
Een enkele keer wordt een leerling van een AZC ingeschreven. Het is de bedoeling dat, wanneer deze leerling wordt overgeplaatst, de nieuwe school contact opneemt met het Alfa-project, zodat wij gegevens kunnen doorsturen. Er worden dan kopieën van relevante stukken uit het dossier van de leerling en een kopie van het rapport gestuurd. Vertrouwelijke informatie blijft in het dossier of wordt pas na toestemming van de ouders/verzorgers naar de nieuwe school gestuurd.
In de meeste gevallen wordt na overplaatsing echter niets meer van hem/haar vernomen. Hiervoor zouden we graag een oplossing vinden.
| |
Als het niet goed gaat, wat dan?
Wanneer blijkt dat een leerling achterblijft bij het gemiddelde van de klas, wordt dit al snel met de ouders/verzorgers besproken. Het kan zijn dat de leerling gewennings- of andere problemen heeft. Zo niet, dan moeten ouders erop voorbereid worden dat voor de leerling, zo spoedig mogelijk, of wanneer langer blijven in het Alfa-project niet meer zinvol is, een passende opleiding wordt gezocht. Welke opleiding is afhankelijk van de leeftijd van de leerling. Leerlingen onder de 15 jaar kunnen worden doorverwezen naar een VSO-school. Oudere leerlingen kunnen doorstromen naar de Basiseducatie of naar speciale projecten als het ‘Plafondtraject’ of ‘Job-coaching’.
Wanneer een leerling gedragsproblemen vertoont wordt de schoolpsycholoog gevraagd de leerling te observeren en een advies voor vervolgopleiding of behandeling te geven.
Ook in dit geval wordt alles vanzelfsprekend tijdig en grondig met de ouders/verzorgers besproken.
Goede contacten met VSO-scholen en speciale projecten zijn erg belangrijk.
| |
Alfa-leerling af
In het algemeen verblijft een leerling 1 tot 1.5 jaar in het Alfa-project, afhankelijk van eventuele scholing in eigen land en intelligentie. Snelle leerders kunnen het programma in het Alfa-project versneld doorlopen. Om te weten welk niveau de leerling bij het verlaten van het Alfa-project heeft en doorstroom naar een AT-klas, wordt de leerling, net als andere instromende leerlingen, door de gemeente getest (Raven en rekenen). Afhankelijk van de testuitslag en het advies van de docenten van het Alfaproject wordt de leerling intern in de meest geschikte klas geplaatst.
Geconcludeerd kan worden dat het, voor het juist en tijdig doorverwijzen van leerlingen, van belang is dat de coördinator van het Alfa-project beschikt over een netwerk van deskundigen (psycholoog, maatschappelijk werk, VSO-scholen, speciale projecten). Temeer daar analfabete leerlingen bij inschrijving moeilijk of niet testbaar zijn. Leer- en gedragsproblemen komen dan vaak na een aantal weken of maanden aan het licht.
| |
Lieven de Keyschool
Een nieuwe leerling op de Lieven de Key krijgt de eerste dag een plastic tasje met daarin een etui met schrijfgerei, een schrift en een snelhechter. In die snelhechter zitten twee opberghoesjes. In de een zit een lesrooster en een A4-tje met schoolregels. Wij hebben in veertien talen schoolregels, die gaan over op tijd komen, eten en drinken in de kantine, niet roken in school, enz.... In het andere hoesje zit het rapport.
| |
| |
| |
Vorderingen bijhouden
Uiteraard is het gebruik van zowel de schoolregels als het rapport in de alfa-klas moeilijker uit te leggen dan in de nietalfaklassen. Toch proberen we - eventueel met handen en voeten- heel duidelijk te maken dat het rapport een heel belangrijk document is dat ze altijd bij zich moeten hebben. Ik wijs altijd aan boekje 1, boekje 2, (tellen kunnen de meeste leerlingen toch wel een beetje, ook als ze analfabeet zijn) en probeer duidelijk te maken dat dat hele lijstje afgewerkt moet worden.
Dan gaat een leerling aan de slag en we proberen die eerste dag meteen iets af te krijgen, zodat we concreet kunnen demonstreren hoe het werkt. ‘Kijk, je eerste boek is klaar, dat tekenen we af. Morgen nummer 2!’
Een boek dat is gelezen of een les, die is geschreven, wordt afgetekend met een paraafje. Een toets krijgt een cijfer. Voor een schrijftoets wordt voor elke fout een halve punt afgetrokken, voor een luistertoets voor elke fout een punt. Ook al hebben leerlingen het rapport altijd zelf in bezit, hebben we
Alfa-rapport.
eigenlijk nog nooit meegemaakt dat leerlingen hun eigen rapport invulden.
| |
Rapportage
Het rapport is gids voor de leerling, maar ook voor de leerkracht. Dit is klaar en dat moet nog gebeuren. Als de leerling 's ochtends op school komt (ze komen op de Lieven de Key druppelsgewijs binnen) pakt hij zijn snelhechter en loopt met zijn rapport naar de docent. Elke dag begint zo.
Aanvankelijk was er alleen een rapport voor de niet alfa's. Spreken is zilver dus. We hebben dat een aantal keren aangepast en de huidige versie voldoet nu al een paar jaar. Naderhand was er behoeft aan een eigen alfa-rapport. Dat is een aantal keren aangepast. We werken pas kort met de huidige versie.
Het valt nog niet mee om alle werkzaamheden vast te leggen en toch een duidelijk overzicht te houden. Het is duidelijk dat het alfa-rapport veel gedetailleerder is dan het vervolgrapport. Het alfa-programma bestaat nu eenmaal uit heel veel kleine stappen.
| |
| |
Het is prettig als iedere stap goed geregistreerd kan worden, al heb ik wel gemerkt dat je nooit alles kan ‘vangen’. Wij hebben onlangs een oefening speciaal voor leerlingen met syntheseproblemen gemaakt; moet die er nu ook in? Voorlopig bij de extra's?
Ter verduidelijking bij de afbeelding op de vorige bladzijde (Alfa-rapport): een grijs vakje wil zeggen dat dat ‘geen materiaal is’. Voorbeeld: een leerling én een invallende leerkracht hoeven zich niet af te vragen of de audio-oef, bij boekje 7/8 gedaan moet worden, want er bestaat geen audio-oef 7/8. Dat is meteen te zien. Omdat de leerlingen individueel werken kan een docent in het leerlingrapport veel sneller zien wat wel/niet is gedaan dan in de eigen administratie. Een zoekgeraakt rapport (gelukkig komt het heel zelden voor) is een ramp.
De leerlingen nemen het rapport uiteraard mee naar hun volgende verblijfplaats, gaan daar weer naar school en tot nu toe denken wij dat het goed functioneert.
SG Durendael verzorgt het onderwijs voor de leerplichtige vluchtelingen (15- tot 18-jarigen) van het OC Oisterwijk en het OC Prinsenbosch te Gilze-Rijen. Nog meer dan bij de reguliere ISK's worden wij geconfronteerd met een sterke in- en uitstroom van leerlingen. Leerlingen verblijven immers maar ongeveer drie maanden op onze onderwijsafdeling. Dagelijks en meestal zonder vooraankondiging vertrekken er leerlingen uit onze lesgroepen; wekelijks worden er nieuwe leerlingen in onze lesgroepen geplaatst. Deze organisatievorm vraagt om een praktische, individuele vorderingenrapportage.
| |
Vorderingen bijhouden
Voor het bijhouden van de vorderingen van de leerlingen in onze alfabetisatiegroepen hebben we een lijst samengesteld waarop alle leermaterialen zijn opgenomen die in de alfalesgroepen gebruikt worden (zie hieronder).
De alfa-docent kan op deze lijst precies aantekenen met welk lesmateriaal een bepaalde leerling heeft gewerkt en ook tot hoever een leerling in een bepaalde methode gekomen is. Aangezien wij nooit vooraf geïnformeerd worden over wanneer een leerling vertrekt en op welke ‘vervolgschool’ hij of zij terecht komt, hebben wij ervoor gekozen om de leerstofvorderingenlijst in de werkmap van de leerling te bewaren.
Momenteel zijn we bezig met een herziening van onze leerstofvorderingenlijst voor de alfagroep. Met name het alfabetisateprogramma van Lezen doe je overal willen we per kern wat meer preciseren door op de lijst niet alleen de nummers van de kernen aan te geven, maar ook bij iedere kern de verschillende onderdelen aan te geven zoals:
- | lezen met de cassette; |
- | structureren; |
- | visuele discriminatie; |
- | auditieve discriminatie; |
- | extra werkboekje VLL; |
- | schrijfmotorische ondersteuning. |
| |
| |
Voor het bijhouden van de meer algemene, persoonlijke gegevens van de leerling hebben we een andere observatielijst ontwikkeld (zie hiernaast). Deze lijst wordt gebruikt bij het wekelijkse volgoverleg op het OC, een overleg waarop alle leerlingen worden besproken na een verblijfsperiode van 10 weken op het OC. Naast het onderwijs zijn in idt overleg alle disciplines vertegenwoordigd die te maken hebben met onze leerlingen, te weten: rechtshulp, medische opvang, jongerenwerk en de voogdijvereniging. Dit wat meer algemene onderwijsverslag wordt opgenomen in het dossier van een leerling. De voogdijvereniging zorgt ervoor dat het terecht komt bij de vervolgschool.
| |
Doorstroom
Meestal lukt het de alfa-leerlingen niet om binnen drie maanden door te stromen naar een reguliere NT2-lesgroep. Toch is het in het verleden al wel eens gebeurd dat hele snelle alfa-leerlingen of leerlingen die om wat voor reden dan ook langere tijd op onze school verblijven, doorstromen naar een reguliere NT2-lesgroep. Criterium voor doorstroom is dan het voldoende beheersen van alle technische leesmoeilijkheden die o.a in kern 1 tot en met 12 van Lezen doe je overal worden aangeboden.
| |
Tot slot
In dit artikel werden drie voorbeelden van rapportage gegeven. De eerste vorm van rapportage (Nieuw-Rotterdam) was vooral op ouders/verzorgers gericht en in enige mate ook op de leerling zelf. Een vervolgschool kan op grond van dat rapport niet duidelijk zien welke stof de overgeplaatste leerling heeft doorgewerkt. Nu is overplaatsing van AZC-leerlingen ook niet aan de orde van de dag bij een gewone ISK. Bij OC-scholen (Lieven de Key en Durendael) wel en de rapportage daar moet dan ook aan andere eisen voldoen. Doorgewerkt lesmateriaal en namen van ex-docenten zijn duidelijk vermeld omdat het belangrijke gegevens zijn voor een vervolgschool. Het geeft immers de mogelijkheid snel en gericht te informeren naar een leerling die overgeplaatst is.
Tenslotte vragen we ons af of er scholen zijn die totaal andere vormen van rapportage hanteren, wat de redenen zijn om juist die vorm te kiezen, en hoeverre variatie in rapporteren wenselijk is. Zou meer uniformering in de rapportage niet in het belang van leerling en leraar zijn?
Laat uw ervaringen en reacties horen aan de redactie!
|
|