Alfa-Nieuws. Jaargang 1
(1997-1998)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |||||||||
Werk in uitvoeringIn het vorige nummer werd aandacht besteed aan de moeilijke overgang tussen boekje 6 en boekje 7 van ‘Lezen doe je overal’. Mieke van der Loop vertelt hoe hiermee omgegaan wordt op SG Durendael. | |||||||||
Leren lezen met ‘Lezen doe je overal’ - een reactie -De onderwijssituatieDe afdeling vluchtelingenonderwijs van sg Durendael in Oisterwijk verzorgt het onderwijs voor ongeveer 85 minderjarige, deels alleenstaande vluchtelingenjongeren. Binnen deze afdeling hebben wij een aparte groep ingericht voor analfabete en andersalfabete leerlingen en werken wij met het alfabetiseringsprogramma ‘Lezen doe je overat’. Letterlijk elke dag kunnen er leerlingen uit onze lesgroepen vertrekken en wekelijks worden er nieuwe leerlingen ingeschreven: klassikaal les geven is hierdoor onmogelijk en voor de leerlingen ongewenst. In deze bijdrage wil ik uiteenzetten tegen welke problemen wij aanlopen in onze alfabetisatiegroep en hoe wij geprobeerd hebben deze op te lossen. | |||||||||
Mondelinge vaardighedenMijn collega's en ik onderkennen het belang van een mondelinge basis van het Nederlands voordat je met leren lezen en schrijven gaat beginnen. Tegelijkertijd is dit ook een van de problemen waarmee wij in onze lesgroep te maken hebben. Er bestaan geen mondelinge taalprogramma's die je gedifferentieerd kunt inzetten en gezien de wekelijkse in- en uitstroom is dit eigenlijk wel noodzakelijk. Dit betekent echter niet dat er geen aandacht aan mondelinge taalbeheersing wordt gegeven in onze alfabetisatielesgroep. ledere alfabetisatieles begint met een klassikale, mondelinge taalactiviteit (meestal TPR) van ongeveer twintig minuten. Hierbij proberen we dan ‘zo goed en zo kwaad’ als het kan rekening te houden met de enorme niveauverschillen. | |||||||||
Na deeltje 6Daarna gaan de leerlingen aan het werk met ‘Lezen doe je overal’. Onze ervaringen met kern 1 tot en met 6 van deze leergang zijn prima. Leerlingen kunnen na een korte instructie bij iedere leeskern zelfstandig aan het werk met de leesboekjes en de bijbehorende cassettes en de verwerkingsoefeningen. Vanaf leesboekje 7 krijgen vooral de leerlingen die vrij snel door de eerste 6 leeskernen zijn heengegaan (meestal de anders-alfabete leerlingen) problemen me het begrijpen van de leesteksten. Aangezien het frusterend is voor de meeste leerlingen om niet verder te kunnen gaan met leren lezen, hebben wij werkboekjes met cassette-bandjes samengesteld bij de leeskernen 7 tot en met 12. In deze werkboekjes hebben wij allerlei oefeningen rond de technische leesmoeilijkheden van een bepaalde leeskern verzameld. Bijvoorbeeld in het werkboekje dat bij kern 8 is samengesteld, staat op de eerste pagina een inhoudsopgave van alle technische leesmoeilijkheden die in deze kern aangeboden en getraind dienen te worden, en wel:
Zo'n overzicht is in de dagelijkse lespraktijk niet alleen heel duidelijk voor de leerling, maar helpt ook de docent die immers in een | |||||||||
[pagina 5]
| |||||||||
Alfa-les de lesstof van veel verschillende leskernen moet aanbieden. De oefeningen in de werkboekjes - zowel lees - als schrijfoefeningen - hebben we verzameld uit de handleiding van Lezen doe je overal, uit het leesboekje dat bij de kernen hoort, uit de werkboekjes van Veilig leren lezen en uit thema-verwerkingsmateriaal van het Haags Centrum Onderwijs Anderstaligen. Alle oefeningen uit de werkboekjes zijn ingesproken op cassettebandjes, zodat de leerlingen heel zelfstandig kunnen oefenen met de werkboekjes. Omdat in de werkboekjes steeds dezelfde picto's worden gebruikt, weten de leerlingen of het een leesof een schrijfoefening betreft. Voor het automatiseren van het lezen van teksten maken we gebruik van de eenvoudigere teksten uit Beter lezen en de leesboekjes van 7/43. We willen zeker ook gebruik gaan maken van de ervaringen die onze collega's in Eindhoven hebben met de leesboekjes van de Leesbus. | |||||||||
Interne doorstroomAls leerlingen alle technische leesmoeilijkheden met betrekking tot de werkboekjes 7 tot en met 12 hebben ingeoefend, kunnen ze binnen onze afdeling doorstromen naar een reguliere NT2-lesgroep. De snellere NT2-leerders werken o.a. met de intensieve Berlage Taalcursus en de wat langzamere NT2-leerders werken o.a. met de wat eenvoudigere themaboekjes van het Haags Centrum Onderwijs Anderstaligen. De gemiddelde verblijfsduur van de leerlingen op onze school is ongeveer drie maanden; soms bereiken leerlingen tijdens deze periode het vereiste niveau om binnen onze afdeling te kunnen doorstromen naar een reguliere NT2-lesgroep. Papier is geduldig en leerstoflijnen zijn dat ook. In de praktijk vertrekt een leerling van de ene dag op de andere naar een AZC of een KWE (kleine wooneenheid) ergens in Nederland. Vaak horen wij van oud-leerlingen dat ze in een reguliere NT2-lesgroep worden geplaatst en werken met Spreken is zilver of IJsbreker, terwijl ze bij vertrek uit onze Alfalesgroep bijvoorbeeld niet verder waren gekomen dan de lesstof van kern 8 van Lezen doe je overal.
Mochten er collega's zijn die belangstelling hebben voor de hierboven beschreven werkboekjes en cassettebandjes, dan kunnen ze contact opnemen met: Mieke van der Loop
| |||||||||
Genoemde methodenCarry van de Guchte, Lezen doe je overal. Een methode aanvankelijk lezen in het Nederlands voor allochtone neveninstromers. Tilburg, Zwijsen BV. C. Mommers, L. Verhoeven, S. van der Linden, Veilig leren lezen. Tilburg, Zwijsen. Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding, Nederlands voor Anderstaligen - 10 themaboekjes, ISBN 90 73102049, Postbus 53509, 2505 AM Den Haag. Marilène Gathier en Dorine de Kruijf, Beter Lezen, Bussum, Coutinho. M. Hattink en B. Tholen (red.) Leesboekjes bij 7/43, Utrecht, NCB. Annie Keuper-Makking, De Leesbus, Groningen, Jacob Dijkstra. De Berlage Taalcursus. Intensieve cursus Nederlands voor school en studie. Bussum, Coutinho. Siel van der Ree, Spreken is zilver, Leiderdorp, De Kangoeroe. Ellie Liemberg e.a., IJsbreker, Amsterdam, Meulenhoff Educatief.
Een tweede reactie kwam van Henny Jellema, SG Lieven de Key te Haarlem: | |||||||||
Techniek en betekenis gelijktijdig leren?Gelijktijdig leren lezen en schrijven én een vreemde taal aanleren: dat is wat wij, docenten aan analfabeten, in feite doen. Wij bieden onze leerlingen dus twee hele moeilijke dingen in één keer aan. Uit de bijdragen in alfa-nieuws nummer 1 blijkt ook wel dat daar de ‘bottle-neck’ zit. De vraag aan Carry van de Guchte (Lezen doe je overal) is dus niet verwonderlijk. | |||||||||
[pagina 6]
| |||||||||
Lezen zonder begripNu blijkt ons geregeld dat niet iedere leerling behoefte heeft aan het begrijpen van de tekst. Menige leerling vindt het leren lezen zo interessant dat hij of zij met het grootste plezier al die boekjes van Lezen doe je overal en Veilig leren lezen meeleest met een bandje, zonder de inhoud te begrijpen. Dat verwondert mij zelf ten zeerste, maar als een natuurgebeuren voltrekt zich dat proces voor mijn ogen. Evolutionair gezien zou men denken dat het belangrijker is te weten wat een boom is dan boom te kunnen zeggen tegen een paar abstracte krabbels op papier. | |||||||||
Hoe erg is dat?De vraag die ik hier aan de orde zou willen stellen: hoe erg is dat eigenlijk? Bij ons gaat het voorlopig (op experimentele basis) zo: een leerling die aangeeft graag door te willen lezen ‘zonder begrip’, laten we gewoon zijn gang gaan. Hij leest m.b.v. cassettesGa naar voetnoot*) het hele programma door en daarna lever ik hem/haar af bij mijn collega's, waar hij start met het reguliere programma (Spreken is zilver). Dan kan zo'n leerling wasknijper en ziekenhuis lezen, al heeft hij er geen flauw benul van wat die woorden betekenen. Maar dat heeft een gewone neveninstromer die bij ons direct in het gewone programma komt ook niet. Die kan dokter, appel en vliegtuig lezen maar weet ook niet wat die woorden voorstellen. Nederlandse kinderen in groep 3 van de basischool vertonen trouwens ook vaak dat specifieke leesgedrag: zó bezig met letters vreten dat de betekenis er volstrekt niet toe doet. Heel gevaarlijk kan het dus niet zijn, al kan ik me voorstellen dat veel collega's hier toch wat vreemd van opkijken.
Carry van de Guchte, Lezen doe je overal. Een methode aanvankelijk lezen in het Nederlands voor allochtone neveninstromers, Tilburg, Zwijsen. C. Mommers, L. Verhoeven, S. van der Linden, Veilig leren lezen, Tilburg, Zwijsen. Siel van der Ree, Spreken is zilver, Leiderdorp, De Kangoeroe.
De cassetterecorder, een onmisbaar hulpmiddel in het alfabetiseringsonderwijs, vooral recorders waar meer dan een leerling kan ‘inpluggen’. Met een simpel verloopstekkertje kan dat soms al bereikt worden.
Vraag van de redactie: |
|