Alfa-Nieuws. Jaargang 1
(1997-1998)– [tijdschrift] Alfa-nieuws– Auteursrechtelijk beschermdnummer 2 - 1998Onder de loepDoorstroomproblematiek
| |||||||||||||||
KnelpuntenHoewel de leerlingen in de Alfa-klas er naartoe geleefd en ernaar uitgekeken hebben om ‘over te gaan’ naar de volgende klas, blijken vaak na korte tijd emotionele problemen op te treden. Het Alfa-project betekende voor de leerlingen een veilige en gestructureerde omgeving: kleine klas, eigen lokaal, duidelijke regels, weinig verschillende docenten. In de nieuwe klas krijgen leerlingen van meer docenten les, en staan er, voor de ex-Alfa leerlingen, meer en nieuwe vakken op het rooster. Sinds kort is dan ook besloten dat de leerlingen na het doorstromen nog geruime tijd door de mentor van het Alfa-project worden begeleid. Een groter knelpunt betreft de aansluiting van de onderwijsprogramma's op elkaar, hoewel in het leerplan van het Alfa-project duidelijk omschreven is welk niveau de leerling moet hebben om te mogen doorstromen naar een volgende klas. Deze criteria betreffen met name de taalvaardigheden en in zekere mate ook de schoolse vaardigheden. | |||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||
Criteria
| |||||||||||||||
DoorverwijzingDoorverwijzing gebeurt op basis van toetsresultaten (na iedere kern van Lezen doe je overal maken de leerlingen een toets) en advies, c.q. ervaring van de docenten. elke twee weken vindt een ‘kleine’ leerlingbespreking plaats door de beide mentoren en de coördinator. Elke zes weken is er een ‘grote’ leerlingbespreking, waarbij alle docenten die aan de klas lesgeven aanwezig zijn. De beslissing om een leerling te laten doorstromen wordt genomen door de coördinator, nadat de mening van de overige docenten is gevraagd. Doorverwijzing kan gedurende het gehele schooljaar plaatsvinden, hoewel dat een à twee maanden voor de grote vakantie niet meer zinvol is. Nadat besloten is een leerling over te laten gaan naar een volgende klas (1e instroomklas AT), wordt de leerling uitgebreid besproken met de nieuwe mentor; de overige docenten waarvan de leerling les gaat krijgen ontvangen schriftelijke informatie. Uitgebreidere informatie kunnen de docenten vinden in het dossier van de leerling. | |||||||||||||||
AansluitingsproblemenHoewel doorstroming grotendeels is gebaseerd op resultaten bij het vak Nederlands is er nog nauwelijks sprake van aansluiting van de leerlijn van het Alfa-project (Lezen doe je overal, Beter Lezen, Mijn eigen handschrift) op de leerlijn van de 1e instroomklas AT, namelijk Spreken is Zilver. Ook wanneer in de toekomst nieuwe methoden worden ingevoerd (de vakgroep Nederlands AT oriënteert zich momenteel hierop), verwachten we niet dat zonder ingrijpen of aanpassen de leerlijnen op elkaar zullen aansluiten. Leerlingen die uit de Alfa-klas instromen in een vervolgklas worden bij het vak Nederlands geconfronteerd met een totaal ander vocabulaire (Spreken is Zilver is gebaseerd op de wereld van de volwassenen, zie de illustraties hieronder) en een voor hen onbekend soort oefeningen en wijzen van instructie. Ook wordt van de leerlingen verwacht 4 à 5-lettergrepige nieuwe woorden te kunnen lezen (douanebeambte bijvoorbeeld) die niet tot hun leefwereld behoren. In beide klassen staan 16 uur Nederlands per week op het rooster. In het Alfa-project is het programma, door de vele onderdelen, zeer afwisselend; in de vervolgklas wordt voor het grootste deel uit eenzelfde methode gewerkt, wat door de leerlingen als zeer eentonig wordt ervaren. | |||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||
Externe doorstroomEen ander doorstroomprobleem betreft het feit dat de leerlingen die, vanwege onvoldoende leervermogen, niet in staat zijn om aan de doorstroomcriteria te voldoen. Kinderen van 15 jaar of jonger kunnen dan worden doorverwezen naar het Speciaal Onderwijs. Oudere leerlingen worden niet of zelden aangenomen in het Speciaal Onderwijs. Voor deze leerlingen wordt een passend project in het Vervolgonderwijs gezocht. In enkele gevallen zullen we de ouders erop moeten voorbereiden dat voor hun kind geen vervolgonderwijs mogelijk is. Belangrijk is dat de ouders gedurende het gehele jaar op de hoogte worden gehouden van de vorderingen van hun kind. | |||||||||||||||
Zelfstandige leerlingDocenten ervaren leerlingen die het Alfaproject hebben doorlopen als zeer zelfstandige leerlingen die in staat zijn gestructureerd te werken. Belangrijk is dat ook in de nieuwe groep een beroep gedaan wordt op deze vaardigheden. De leerlingen die in het Alfa-project komen, hebben geen of weinig onderwijs gehad. Op een systematische manier worden ze ingewijd in de wereld van de geletterden. In veel gevallen zijn leerling en mentor, na een jaar intensief werken in een veilige wereld, aan elkaar gehecht. Wellicht verklaart dit ook de zorgen die de mentor heeft omtrent de doorstroming van de leerling en de moeite die het hem kost om deze ‘los te laten’.
De illustraties tonen de overgang van de methodes van het Alfa-project en van de eerste instroomklas AT, namelijk de laatste leesles uit Lezen doe je overal, kern 12 (links), en de eerste les uit Spreken is Zilver (rechts). Duidelijk is dat leerlingen geconfronteerd worden met een andere woordenschat en andere werkwijzen. Let ook op de inhoud van de les (de lerares rookt een sigaret!).
|
|