Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Brabant die excellente cronike (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Brabant die excellente cronike
Afbeelding van Van Brabant die excellente cronikeToon afbeelding van titelpagina van Van Brabant die excellente cronike

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.40 MB)

ebook (31.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Brabant die excellente cronike

(2016)–Anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat .xxxviij. capitel. Van broeder Jan den goeden cock van Groenendale

ONder den voorseiden prioer was daer cock een leeck man van alte groter volmaectheyt in duechdelijken wercken gheheeten broeder Jan van Haffingen, die oec met sinte Martha sorchfuldich was int werckende leuen ende met sinte Maria magdalena so oeffende hi dat scouwende leuen. Ende in stranghicheden des leuens ghinc hi te bouen alle de broederen des cloosters als in vasten, in absinentien, ende in waken. Selden ghinc hi des auonts slapen na alle sinen arbeyt die nochtan swaer was, voor der tijt dat hi metten inder nacht gehoort hadt Ende onder ander veel duechden die in hem geplant waren, so was hi sonderlinge verciert met oetmoedicheden tot hem seluen, met goeder

[Folio 40v]
[fol. 40v]

tierenheyt tot sinen euen naesten Mer sonderlinge was hi beruert totten wonden ende heylich liden ons liefs heren Jhesu cristi met compassien ende mededogen want dye gedenckenisse der passien ons heeren droech hy sonder aflatinge in sijnre herten Ende hi oeffende hem somwilen daer in so vierichlic dat hi inden geeste heel op getogen wert. Jtem so verhuecht was hi vander godliker gracien dat hi ter eeren gods ende tot salicheyt der menschen ghescreuen heuet grote boecken die noch te Groenendale int voorseyde clooster ende elders sijn inhoudende salige materie, die seer oerbaerlic ende nutte sijn gelesen om der menschen salicheit Ende de selue boecken sijn ondersocht ende ghecorrigeert van gheleerden ende wijsen personen ende gheapprobeert

Op een tijt was hi soe sieck vander pestilentien ende so ontfinck hi sijn sacramenten, want tscheen dat hi ter stont steruen soude Doe wert hi roepende al dus Heere tot uwere ewiger eeren Een vanden broederen bi hem sijnde ende dit horende bad hem vriendelic dat hi hem seggen wilde wat die woorden beduden die hi so strangelijc riep Doe antwoorde hi, hoe dat hi inden geest had verstaen dat hi was een kint der ewiger verdoemenissen Ende daer om onderwerpende oft ouer geuende sinen wille der godliker belieften so riep hi seggende dese voorscreuen woorden Here tot uwer eeren wilick nv geerne na uwen wille verdoemt sijn

Jtem als den tijt sijns verscheydens wter werlt nakende was, so sat hi sieck in een setel ontrent een half iair lanck want hi en conde op geen bedde leggen mits een sonderlinge siecte die hi hadt. Ende ten lesten verschiet hi seer soetelic ontfangende die crone der glorien Jnt iaer ons heeren M.CCC. ende .lxxvij. op sinte Aechten dach

 

TEn eynde soe en is niet achter te laten hoe vrolic dat ontrent den iare ons heren .M.cccc.lx. sterf een deuoter religiose suster in de stat van Thienen geheten Margriete De welc sieck leggende seer begeerde te steruen ende mit christo te sine ende met vieriger deuotien ontfinck haer sacramente singende met luder stemmen ende dicwils Alleluya, ende si seyde voort Minnen, Benedijen, louen sijn oeffeningen des hemelschen hofs Daer hoortmen dat geluyt der herpen ende den sanck der engelen, daert so schoon is dat mijn siel niet vertroost en wilt sijn voir dier tijt dat ic dair si Och hemelsche Jherusalem v straten sijn ghestroyet met goude Mijn siele hanget nae v. Daer na alst conuent las dat vers Benedicite sacerdotes domini domino, benedicite sancti et humiles corde domino So verhiefse haer hooft, ende dat neder neygende so verschietse sueteliken van deser werelt

 

Hier eyndet dat eerste boeck vander Croniken van Brabant

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken