Voorwoord
Aiol en Mirabel zijn de hoofdpersonen uit een Franse liefdesroman. Kort na 1200 werd dit Franse verhaal door een onbekende Limburgse auteur vertaald. Het taaleigen van het handschrift wijst mogelijk naar Venlo.
Het verhaal gaat als volgt. Aiol is een adellijke van hoge afkomst. Hij is via zijn moeder een kleinzoon van Karel de Grote. Zijn ouders, hertog Elie en hertogin Avisse, worden door Karels zoon en opvolger, de heersende koning Lodewijk van Frankrijk, verbannen. De familie is daardoor ontheemd en aan lager wal geraakt. Oorzaak waren de valse beschuldigingen van de kwaadaardige Makaire, de hertog van Lausanne, die bij Lodewijk in het gevlij was gekomen en hertog Elie zwart maakte. De snoodaard ontloopt zijn straf niet, hij wordt aan het eind van het verhaal gevierendeeld.
De jonge Aiol groeit op in het bos, krijgt met veertien jaar van zijn vader de opdracht bij de koning de teruggave van het afgenomen grondbezit te bepleiten. Aiol rijdt op het oude paard Marchegai weg. De jongeman is gestoken in de verroeste wapenrusting van zijn oude vader. Hij is met deze lachwekkende uitrusting de karikatuur van een ridder, een Don Quichote avant-la-lettre. Hij wordt bij zijn komst in Orléans door burgers en kinderen uitgejouwd en bespot. Hij weet later door dappere daden de sympathie van zijn oom, koning Lodewijk van Frankrijk, te winnen. Lodewijk geeft dankzij Aiol aan hertog Elie zijn erflanden terug. Missie geslaagd.
Aiol verovert een bruid. Ze heet Mirabel en is de dochter van een Spaanse moslimvorst. Aiol trouwt haar, nadat zij zich tot het christendom heeft bekeerd. Maar het is niet alleen een succesverhaal. Een absoluut dieptepunt is de episode waarin Aiol en Mirabel door Makaire gevangen worden genomen en in de kerker van Lausanne worden geworpen. Onder deze trieste omstandigheden baart Mirabel een tweeling. Makaire rooft de kinderen en probeert ze in de Rhône te verdrinken. Hij gooit ze van de brug af in het kolkende water van de snelstromende rivier. Maar dan gebeurt er een wonder…
Nog nooit van het verhaal gehoord? Dat is niet verwonderlijk, want de Limburgse ‘Aiol’ is ongeveer achthonderd jaar geleden ontstaan en daarna vrijwel in vergetelheid geraakt. Een van de oorzaken? Het kostbare manuscript is door de schaar van een boekbinder aan het eind van de 16e eeuw danig verminkt. De man verknipte het perkament en gebruikte de zo verkregen stroken om archiefmateriaal in te binden. Pas in de 2e helft van de 19e, eerste helft 20e eeuw, werden de brokstukken beetje bij beetje ontdekt.
Een afschuwelijke gedachte, die knippende, vernielende schaar van de binder. Maar bij een positieve benadering zou men kunnen stellen dat tenminste nog iets van de Limburgse ‘Aiol en Mirabel’ (ongeveer 780 verzen van het vermoedelijke totaal van 10.000 verzen) is behouden. De