Een Aemstelredams amoureus lietboeck(1589)–Anoniem Een Aemstelredams amoureus lietboeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een nieu Amoreus Liedeken. Moet ick altijt treuren sonder ophouwen Om een dien ick bemin, Bouen der natueren blijf ick vol rouwen Dus ick gheheel ontsint, Ten zy dat ghy mijn Lief wt ionste my Gheeft troost vry te sterue geheel om dy. Als alle de minnaren in vreuchde leuen So treure ick desolaet, Lief alle mijn welvaren condy my geuen Met een Woordeken delicaet, Dus drae segt iae, eer ick geheel verghae Wt liefden qua, so bid ick om ghenae. Wt ionste wel betoghen, met lijdtsaemheden Ws werks Diamant, V clare bruyn Ooghen, v eerbare zeden Die doen mijn hart verbrant. V ganc, v sanck, v aenschijn blanck Die hebbet verstant, van my gheheel in bedwanck. Reyn suyuer demadie, laet het v doch eens verdrieten Mijn liefde sonder ent Op dat ic eens coragie, van v mach genieten Voor al mijn swaer torment Geen schat, weet dat, en dat ick lieuer had Dan v schoon Liefken ient Dien ick om troost eens bat. Aenmerckt Princesse v dienaers ionst [pagina 119] [p. 119] Die den doot des droefheyts smaeckt, Hy zijn al geen Meysterssen deur t'swerlts const V, ia my is ontmaeckt dus doet hem goet, ende zijn hart zijn bloet Verteert wt liefden soet Ontfanckt voor een groet. Vorige Volgende