Een Aemstelredams amoureus lietboeck(1589)–Anoniem Een Aemstelredams amoureus lietboeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een nieu Liet, Van Paris tot Helena Lief wtvercoren, Lief triumphant Wiens liefd te voren Mijn hart doorbrant Eer ic anschouwe, v claer aenschijn Weest my ghetrouwe, Vrijt my van pijn En neemt doch acht, op mijn gheclacht Want Venus macht, dunct mij by v te zijn. Tgeen ick beginne, Is niet om niet Twas een Goddinne, Die my dit riet Al zydy verheuen, Schoonder dan schoon [pagina 52] [p. 52] My zydy gegeuen, Voor mijn eygen loon Weest niet verstoort, Lief om dit woort Maer geeft confoort Ghy spant in thert de Croon. Mijns Vaders rijcke, groot en playsant Heeft gheen ghelijcke, In Griecken lant Een Conincx Soone: Ben ick bekent Mijn Rijc mijn Crone, En heeft geen end Troyen is mijn, Het salder v zijn V schoon aenschijn, Maect ghyt weerdich bent Wilt my niet versmaden, Eer ghy kent Al ben ick beladen, Met groot torment V schoon Figuere, Heb ick bespiet Dat doet mijn trueren, Ja swaer verdriet Maer hooch van moet, Machtich van goet Edel van bloet, Ben ick al weet ghijt niet. Groot is v macht: En groot v goed Hooch is v gheslacht: Edel v bloet Maer v Vader machtich, Diet al regeert Door liefde crachtich, Is dick verkeert Venus bestaen, Heeft hem doen gaen Wit als een swaen, Daer hem die liefde keert Princes der minne, Aensiet den brandt. Die een Godinne, In mij heeft geplant Het is te vooren: Ghepropheteert Ick ben verlooren, Soo ghyt begeert Weest mijn ghetrou, Schoon eedele vrou Als ick v sou: Soo suldy zijn gheeert. Vorige Volgende