Ad Interim. Jaargang 6(1949)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 256] [p. 256] De dove en de blinde Paul Eluard Bereiken wij de zee met klokken In onze zakken, met het geruis van de zee In de zee, of zijn wij eer de dragers Van een zuiverder en stiller water? Handenwrijvend slijpt het water messen De krijgers vonden hun wapens in de golven En het geluid van hun slagen is eender als dat Van de rotsen die 's nachts de schepen stukslaan. Het is de storm en de donder. Waarom niet de stilte Van de zondvloed, want in ons is heel de gedroomde ruimte Voor de grootste stilte en wij zullen ademen Als de wind der verschrikkelijke zeeën, als de wind Die traag voortkruipt op alle einders. Koos Schuur Vorige Volgende