Ad Interim. Jaargang 6

[p. 210]

Charles d'Orleans (1391-1465)
Twee rondelen

I

Als gij uw kussen wilt verkopen,
zal ik er gaarne, lief, van kopen;
ik zal u met mijn hart betalen
om er dozijnen weg te halen,
honderd, of hoe 't ook op mag lopen!

Míj moet ge niet zo duur verkopen
als hun die uw hart binnenslopen;
ach, lief, wil míj met eer onthalen
als gij uw kussen gaat verkopen:
ik zal er gaarne, lief, van kopen,
ik zal u met mijn hart betalen.

Al wat ik wens, droom of mag hopen
ligt, al 't gevaar ten spijt, u open.
Sta minzaam toe dan, zonder dralen,
dat ik tot loon de eerste malen
de kussen van uw mond mag kopen,
als gij uw kussen wilt verkopen.

[p. 211]

II

Huist alle zoets niet in de leden
van haar die ik getrouw bemin?
Ik zweer dat haar gelijke in
dit leven geen zal tegentreden.

Hoe dunkt ze u, heb ik u gebeden:
welke gedachte valt u in?
huist alle zoets niet in de leden
van haar die ik getrouw bemin?

Zij danse, zinge, lache mede
of springe rond, dartel van zin -
zeg eerlijk van mijn gezellin,
zonder gevlei of vriendlijkheden:
huist alle zoets niet in haar leden?

Michel van der Plas