Ad Interim. Jaargang 6(1949)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Aan mijn dochter Bert Voeten Als men je later zal zeggen: ‘Hij houdt teveel van zichzelf’, geloof het, maar weet dat ik liever mijzelve geheel zou verliezen in een ander, ergens ter wereld, dan ten prooi aan mijzelf te vallen. En als men je zegt: ‘Zijn leven is een ijdel schijnbestaan’, geloof het, maar weet dat ik nimmer aan de werklijkheid kan gewennen, dat ik, diep in mijzelf verborgen, haar wetten tracht te ontduiken. En als je verneemt: ‘Hij is vluchtig; zijn hart wordt in ontrouw leeg’, geloof het, maar weet dat mijn liefde voor jou mij nooit zal verlaten. Hoe zou zij? Ben jij niet mijzelve, en zou ik mijzelve verlaten? Je hoort van mij enkel: ‘Mijzelve, mijzelve’, en anders niet. Je kijkt naar me op en je glimlacht, je zit op mijn arm en je ogen gaan mee met de vlucht van de meeuwen en de schuit die keert op het water. En je hoort mij zeggen: ‘Ik wilde dat zó mijn leven een keer kon nemen en zich kon verliezen in een ander, ergens ter wereld.’ En je lacht en trekt aan mijn haren en ik voel mij èven ontkomen. Vorige Volgende