Ad Interim. Jaargang 6(1949)– [tijdschrift] Ad Interim– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] De verloofde Hopeloos van verlangen, nog niet tot de rand gevuld, als een glas in je handen wacht ik brekend haast van geduld. De hunkering naar je lippen zet mij in aarzelende glans, maar al wilder wordt van de stralen de grage, naderende dans. Als ik schreien kon zou ik schreien om dit trillende wachten en dit afhankelijk zijn van je handen waarin ik vernederd ben. Vul mij geheel met liefdes bloedrode, bloedwarme wijn, hef mij dan, lief, naar je lippen, want ik wil gedronken zijn. Als ik schreien kon zou ik schreien want, nog niet tot de rand gevuld, als een glas in je handen wacht ik tot je me drinken zult. Vorige Volgende